Hannelore
Uit het hart van Hannelore: “Hoppe hangt springlevend en symptoomvrij in de zetel”
Hannelore Bedert (37) is singer-songwriter en auteur. Ze heeft 2 kinderen, Hoppe (11) en Polly (5). Ze verloor in 2019 haar man Stijn.Β
Coronavragen
Vorige week schreef ik nog dat ik βs nachts beslissingen kon nemen, samen met Stijn, omdat hij ineens in dromen passeerde en mij hielp om moeilijke knopen door te hakken. Terwijl ik dit schrijf, denk ik: ik moet zo snel mogelijk weer mijn bed in, want dit lukt me precies niet in mβn eentjeβ¦
Corona is een hele tijd op afstand gebleven. Er waren lockdowns, er waren veel regels om ons aan te houden, af en toe zaten we eens in quarantaine, maar al bij al voelden we er hier in huis maar weinig van. Ik had wel weet van een besmette kennis van een kennis van een kennis, maar het virus leek nooit echt dichtbij te komen. Sinds enkele weken geldt dat zo goed als nergens meer. Iedereen lijkt wel iemand in de βdichte kringβ te hebben die besmet is. En nu het virus zo heftig om zich heen slaat, was het maar de vraag wanneer wij aan de beurt zouden zijn.
En dan komt op vrijdagavond het bericht dat er enkele besmettingen zijn in de klas van Hoppe. Op zich geen reden tot paniek, we weten dat verdere info volgt. Moeten we in quarantaine? Was het risico hoog of laag? Moet er getest worden? Er zijn genoeg vragen, maar het is, jawel, vrijdagavond. Testcentra zijn gesloten en de mensen van het CLB en de school hebben β terecht β weekend. Alleen: geen van de ouders weet wat er nu precies gedaan moet worden. De regels veranderen zo vaak, niemand geraakt er nog aan uit.
“Het regent vragen en ik heb er evenveel als de anderen, als het er al niet meer zijn”
In een berichtengroep waar we met enkele bevriende ouders samenzitten, stromen de vragen binnen. Mag er (buiten) gevoetbald worden? Geen grootouderbezoek dan maar? Wie begint al met een zelftest? Welk kind ligt nog niet in bed en kan ΓΌberhaupt al een stokje in de neus krijgen? Moeten we dat wel al doen? Wachten we niet beter op verder bericht? Maar hoe dan met de werkweek die eraan zit te komen? Zal de klas in quarantaine moeten en moeten we dus alvast regelingen beginnen treffen wat onze werkdagen betreft? Moeten we onszelf testen, of is dat nog te vroeg?
Het regent vragen en ik heb er evenveel als de anderen, als het er al niet meer zijn. Ik voel en merk dat mijn hoofd wat tilt slaat. Naast me hangt Hoppe in de zetel, springlevend, symptoomvrij en vooral bezorgd over zijn voetbalmatch op zaterdag. Dan maar een stokje die neus in, met gelukkig een negatief resultaat. Echter, meteen is daar de twijfel: kunnen we daar nu al op vertrouwen, op die zelftest? Opnieuw veel vragen in het groepsgesprek.
Er worden officiΓ«le persberichten, krantenartikels en online gegevens bijgehaald, maar de info verschilt overal, er is geen touw aan vast te knopen. Na een uur zijn we vooral in de war en rijzen er nog meer vragen dan we initieel hadden. Het valt me bovendien op dat er gezamenlijk geantwoord wordt, vaak wordt er gereageerd met βWij denken datβ¦β, waardoor ik er opnieuw en opnieuw op gewezen word dat anderen met twee aan het overleggen zijn. Ik bespreek wel wat dingen met Hoppe, maar een elfjarige is toch iets helemaal anders dan je volwassen partner.
Ik merk dat ik gedurende de berichtenreeks Stijn meer en meer begin te missen en het doet deugd dat ook in de groep te kunnen gooien. Ik bedank de vrienden voor het feit dat ze even klankbord wilden spelen, al hadden ze misschien evenveel vragen en twijfels als ikzelf.
“In mijn bed lig ik te woelen en vooral: te piekeren. Hoe zou Stijn dit aanpakken?”
Hoppe gaat slapen met de conclusie dat we verder bericht zullen afwachten nu. Zelf ga ik wat later ook slapen, met barstende koppijn. In mijn bed lig ik te woelen en vooral: te piekeren. Hoe zou Stijn dit aanpakken, wat zou Stijn zeggen? Wat zouden we samen beslist hebben? En dan besef ik ineens dat Stijn het hele corona-verhaal nooit gekend heeft, dat ik dus zelfs niet eens kan inschatten hoe hij erover zou denken.
Het nog eenzamere gevoel dat me meteen daarop overvalt, probeer ik zo snel mogelijk van me af te schudden. Ik leerde op dat vlak al wat bij het laatste jaar. Ik moet slapen. En hopen dat Stijn in een droom klaarzit om te overleggen. Ik leg hem straks wel in geuren en kleuren uit wat dat nu precies is, die covid-19.
LEES MEER VAN HANNELORE BEDERT:
- Uit het hart van Hannelore: “Sinds kort is Stijn er, in mijn dromen. We praten ’s nachts en hakken knopen door”
- Uit het hart van Hannelore: “Aan de rand van een zwembad mensen kijken, dat is beter dan een film”
- Uit het hart van Hannelore: “‘Ik wil twee vriendjes’, zegt Polly. ‘Als er dan eentje doodgaat, heb ik er tenminste nog eentje over'”
Volg ons opΒ Facebook,Β Instagram,Β PinterestΒ en schrijf je in op onzeΒ nieuwsbriefΒ om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!