Hannelore
Uit het hart van Hannelore: “Wat mis ik ineens dat wondermooie beeld van mijn twee kinderen mét hun papa erbij”
Begin 2019 verloor Hannelore plots haar grote liefde Stijn aan hartfalen. In haar columns vertelt ze elke week over haar leven als jonge weduwe met twee kinderen.
Een papa
Het is woensdagnamiddag en ik zit, zoals geregeld de laatste tijd, met Polly in het gras naar Hoppe te kijken die met de vriend voetbalt. Deze dagen zijn heilig geworden. Ik werk liever ’s avonds door, wanneer de kinderen al slapen, dan hen op woensdagnamiddag hun mama te ontzeggen. Dat rustpunt in het midden van de week zorgt voor de kinderen elke keer voor een nieuwe adem. Dus is het op woensdagnamiddag zoals het ook in mijn kindertijd was: speeltijd. Of parktijd. Of luiertijd. Of ‘voetbal-wat-met-vrienden-van-mama’-tijd.
De zon is volop aanwezig en ik twijfel of het niet stilaan tijd wordt om weer met blote benen onder de mensen te komen. Nu ja, ‘blote benen’… bij mij zijn het eerder de gekende ‘melkflessen’ na elke winter. Ik heb een nogal witte huid en word eerder rood dan bruin, dus is de stap naar ‘blote benen’ – zoals bij velen – elk jaar groot.
Terwijl ik zit te piekeren over al dan niet blote benen, voetbalt Hoppe met de vriend en plukt Polly bergen madeliefjes, die ze de hele tijd voor mij legt, met de duidelijke instructie er een halsketting van te maken. Als na enige tijd het juweel rond haar hals hangt, toon ik haar wat ik zelf als klein meisje met madeliefjes deed. Heel voorzichtig trek ik telkens een fijn, wit bloemblaadje van het hartje weg en zeg: “Hij houdt van mij”, om meteen daarna een volgend blaadje te verwijderen en te zeggen: “Hij houdt niet van mij.” Polly kijkt met grote ogen van het bloempje naar mij, en zegt: “Papa ziet jou toch sowieso graag?”
Ik knik, glimlach, zeg dat je eender wie in gedachten kunt hebben en dat het laatste bloemblaadje beslissend is. Ik benadruk nogmaals dat het een spelletje is, geef haar een van de bloemetjes en zet haar aan het werk. Met geconcentreerde blik en het puntje van haar tong uit haar mondje, begint Polly bloemblaadjes te plukken.
Als de vriend al voetballend passeert, grinnikt hij dat we er als een hippie-gezin bij zitten. Ik toon hem welk spelletje we spelen, zeg dat het spannend is, want dat Polly wil weten of ik écht van haar hou. De vriend trekt een grimas, sjot de bal naar Hoppe, verdwijnt weer uit het zicht. Naast mij zucht Polly, luid en opvallend, duidelijk de tel kwijt.
“Door jullie gebabbel weet ik niet meer waar ik ben!”, snikt ze.
Snel toon ik haar dat ze ook gewoon tot het eind kan verder plukken, om dan bij het laatste bloemblaadje een wens te doen. Blijkbaar vindt ze dat een geweldig idee, want even snel als het opkwam, is het snikken verdwenen.
Naarstig plukt ze verder, om dan bij het laatste bloemblaadje te vragen: “Mama, mag je een wens luidop zeggen?”
“Ze zeggen dat je een wens in je hoofd moet opzeggen, niet luidop. Maar ik denk niet dat daar regeltjes voor zijn.”
Ik haal mijn schouders op. “Ze zeggen dat je een wens in je hoofd moet opzeggen, niet luidop. Maar ik denk niet dat daar regeltjes voor zijn.”
“Dan wens ik dat papa terug is”, zegt ze onomwonden.
“Dat is een mooie wens”, glimlach ik. “Maar we weten dat dat niet kan, hé?”
Even blijft Polly stil.
“Dan wens ik dat mama gelukkig wordt.”
Ik aai haar even over haar hoofdje, zeg dat dat een lieve wens is.
“Mét een papa”, zegt ze, terwijl ze glunderend naar mij opkijkt.
“Met een papa?”, vraag ik verwonderd.
“Ja,” antwoordt ze. “Niet met mijn papa, want dat kan niet meer. Maar met iemand die op papa lijkt.”
Alsof ze weet dat ik haar van antwoord zal dienen, staat ze op, mij niet de kans gevend nog iets te zeggen. Ze lacht even, huppelt dan naar het midden van het veld en vraagt aan de vriend of ze mee mag voetballen.
Ik kijk naar de kinderen, naar hoe de vriend Polly over zijn schouder zwiert, naar hoe Hoppe de bal in zijn richting sjot. Het beeld van een man bij de twee kinderen is zo mooi en zo hartverscheurend tegelijk, dat er in geen tijd tranen in mijn ogen staan.
De vriend is gewoon een vriend, zo eentje van wie je oprecht blij bent dat hij in je leven is, maar wat mis ik ineens dat wondermooie beeld van een vader met zijn kinderen. Het beeld van mijn twee kinderen mét hun papa erbij.
Wat zou Stijn hen ontzettend graag gezien hebben.
LEES MEER VAN HANNELORE BEDERT:
- Uit het hart van Hannelore: “In de auto brul ik luidkeels met de kinderen mee met een liedje waar Stijn zo van hield. Een golf van liefde overspoelt ons”
- Uit het hart van Hannelore: “Stijn zou niets liever hebben dan dat er een warme man mijn leven binnenwandelt, maar mijn hart lijkt helemaal op slot te zitten”
- Uit het hart van Hannelore: “Ik zit in het gras, in de zon, met mijn dochtertje en kijk naar mijn voetballende zoon. Zoiets noemen ze ‘geluk’, denk ik”
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!