Hannelore
Uit het hart van Hannelore: “De drie volwassenen maken hevig ruzie. Hun kinderen weten niet waar kruipen van schaamte”
Hannelore Bedert (37) is singer-songwriter en auteur. Ze heeft 2 kinderen, Hoppe (10) en Polly (5). Ze verloor in 2019 haar man Stijn.Β
Grote mensen
Belofte maakt schuld. Met kinderen ken ik die uitspraak maar al te goed. Hoe vaak heb ik βs avonds geen belofte gedaan, in de hoop dat ze die βs ochtends vergeten zijn, om ze dan als eerste op mijn bord te krijgen de dag nadien? Ze vergeten zo gemakkelijk, maar een belofte negeren die door mama werd gedaan? Ho maar.
Toen Hoppe afgelopen zomer met zijn peter mee mocht naar een pretpark, vroeg Polly meteen wanneer zij dat ook eens mocht. Ik gaf aan dat ze er nog te klein voor was, hoopte dat ze er niet meer op zou terugkomen, maar kreeg de dag nadien de vraag opnieuw voorgeschoteld, na de zoveelste pijnlijke verzorging van de voetwonde, opgelopen na het fietsongeluk in juni. Dus beloofde ik dat we samen zouden gaan, zij en ik, zodra haar voetje helemaal genezen was.
“Het pretpark in kwestie vind ik een regelrechte verschrikking. Terreur voor hoofd en hart”
En dus: belofte maakt schuld. Tijdens een pedagogische studiedag op school gaat Hoppe naar de grootouders en trek ik met Polly naar het meest kinderlijke pretpark van ons land. Ik voel de koude rillingen al over mijn lijf lopen, want het pretpark in kwestie vind ik een regelrechte verschrikking. Terreur voor hoofd en hart. Gericht op het op hol brengen van jonge kinderhoofdjes.
Maar ik mag dan nog zoveel principes hebben, ik ben gezwicht en neem me voor Polly tijdens de dag gewoon af en toe op de commerciΓ«le valkuilen te wijzen. (Je kunt niet vroeg genoeg beginnen met tonen waar de addertjes onder het gras zitten. En hoe die addertjes eruitzien.) We lopen die dag, in een heerlijke nazomerzon, met zβn tweetjes door het pretpark. De glimlach op Pollyβs gezichtje is goud waard, de pretlichtjes in haar ogen zorgen ervoor dat ik vergeet hoe schreeuwerig ik de kleuren in het park vind, hoe irritant ik de drammerige muziek ervaar.
“Er staat een man wild gesticulerend uit te varen tegen een koppel met twee kinderen”
Terwijl ik met Polly in een rij sta aan te schuiven, ontstaat er wat verderop commotie. Ik heb geen idee wat er precies aan de hand is of wat er is gebeurd, maar er staat een man wild gesticulerend uit te varen tegen een koppel met twee kinderen. De man zelf heeft een klein meisje aan de hand, dat de situatie met bange oogjes aanschouwt. Ook de iets oudere kinderen van het koppel weten duidelijk niet waar gekropen van schaamte om hun ruziemakende ouders.
De drie volwassenen staan tegen elkaar te roepen, ik vang flarden van de discussie op en meen eruit op te maken dat de man met zijn dochtertje het koppel zou hebben voorbijgestoken in de wachtrij. De scheldwoorden vliegen in het rond, het volume gaat de hoogte in. Het schouwspel is triest en zegt bijzonder veel over de mensen die staan te roepen. Ik ben blij dat Polly niet doorheeft wat er aan de hand is. Ze staat vrolijk naast mij, wipt enthousiast van het ene op het andere been. Heel even zegt ze: βDie grote mensen roepen luidβ, maar verder besteedt ze er geen aandacht aan.
Terwijl de ruziemakers elkaar nog steeds staan uit te schelden, kruip ik met Polly in een roze helikopter en probeer mijn aandacht alleen op haar vrolijkheid te richten. Even later trekt Polly een sip gezichtje wanneer ik haar toon dat het autootje waar ze in wil, niet gemaakt is voor volwassenen. Ik wijs haar op de hoogte van het ding, toon haar de autootjes die al vol zijn en zeg dat er nog plaats is in het laatste wagentje, waar al andere kindjes zitten.
“Ik zie telkens weer een wagentje vol lachende kinderen. Geen geruzie, geen kwade gezichtjes, alleen maar pret”
Met de ruziemakende volwassenen nog in mijn achterhoofd, denk ik dat Polly niet bij de andere kinderen zal willen gaan zitten. Maar dan loopt ze naar het autootje en vraagt of ze erbij mag. De kinderen lachen naar haar, maken meteen plaats en de volgende vijf minuten zie ik tot vijf keer toe een wagentje vol lachende kinderen passeren. Geen geruzie, geen kwade gezichtjes, alleen maar pret. Als we de attractie verlaten, zwaaien Polly en de andere kinderen naar elkaar.
Terwijl we wat verderop de nog steeds scheldende volwassenen passeren denk ik: wat zouden βgrote mensenβ toch vaker een voorbeeld mogen nemen aan de allerkleinsten, die zo zorgeloos en zonder gezaag met elkaar omgaan. Wat kunnen βgrote mensenβ toch lastig zijn.
LEES MEER VAN HANNELORE BEDERT:
- Uit het hart van Hannelore: “Het strandje waar we naartoe rijden, was de plek waar we vaak met Stijn heen gingen”
- Uit het hart van Hannelore: “Ga ik nu tegen de vlakte, dan sta ik weer recht. Nog niet gezwind, maar wel met minder moeite”
- Uit het hart van Hannelore: “Dat ik, die niets met voetbal heb, aan de zijlijn sta te supporteren … Stijn zou het geweldig vinden”
Volg ons opΒ Facebook,Β Instagram,Β PinterestΒ en schrijf je in op onzeΒ nieuwsbriefΒ om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!