Hannelore
Uit het hart van Hannelore: ” ‘Eigenlijk hoef ik geen juweeltjes te maken’, zeg ik tegen de kinderen. ‘Want ik heb er al twee’ “
Hannelore Bedert (37) is singer-songwriter en auteur. Ze heeft 2 kinderen, Hoppe (11) en Polly (6). Ze verloor in 2019 haar man Stijn.
Een nieuwe hobby
Een tijdje geleden begon ik aan iets wat ik al heel lang eens wilde uitproberen: ik begon met het maken van juwelen in klei. Heel meisjesachtig. Heerlijk. Ik zag zo nu en dan foto’s passeren op sociale media, hier en daar zag ik er liggen in de winkel en ik voelde elke keer opnieuw: ik wil die niet per se zelf drágen, ik wil die vooral zelf máken.
Ik ben graag met mijn handen bezig, maar ik vond nooit iets waar ik me echt in kon smijten. Bij die klei-ontwerpen dacht ik echt elke keer opnieuw: dat wil ik maken. En ook: daar ga ik me eens in verdiepen, als ik tijd heb. Maar zoals dat met veel dingen gaat, deed ik het niet. Ik had geen tijd, ik had het materiaal niet in huis, ik had geen zin om lessen te gaan volgen, er was altijd wel een excuus, terwijl dat idioot was, want voor dingen die je graag wilt doen of leren, moet je simpelweg tijd máken. Moeilijk is dat niet en toch kwam ik er niet toe.
Eind 2021 belandden we hier echter in een lange, uitgebreide quarantaineperiode. Hoppe raakte besmet, Polly moest mee in quarantaine en toen Hoppe eindelijk naar school mocht, raakte ook Polly besmet en bleven we dus opgesloten in huis. Met ook nog eens een verlengde kerstvakantie voor ogen, voelde ik de rust in mijn hoofd wegvliegen, ze glipte als fijn zand door mijn handen, hoe stevig ik mijn vingers ook tegen elkaar bleef houden.
“Tijdens die uitgebreide quarantaineperiode dacht ik: aha, het is zover! Ik bestelde online alles wat ik nodig dacht te hebben”
Schrijven zou me rust geven, dat wist ik, maar schrijven met twee kinderen in huis, lukte niet. Je hoofd leegmaken en volledig in je boek kruipen, terwijl kinderen voor school moeten werken of willen spelen, het is geen goeie combinatie. Dus dacht ik: aha, het is zover! Ik bestelde online alles wat ik nodig dacht te hebben − sorry postbode, ik zat echt in een lange quarantaine – en installeerde een tafeltje in de hoek van mijn slaapkamer. Ik bestudeerde filmpjes en volgde een onlinecursus, maar vooral: ik probeerde uit. Veel.
En ik merkte meer en meer: jezus, wat vind ik dit leuk en on-ge-loof-lijk rustgevend. De oorhangers die ik maakte, werden mooier en ik genoot van het bezig zijn. Ik had geen doel, er moest he-le-maal niks en gaandeweg voelde ik dat de rust in mijn hoofd terugkeerde, ook al vroegen de kinderen – terecht – veel aandacht en ook al had ik nog steeds werk en huishouden te combineren.
Tijdens een van mijn klei-momenten zit ik geconcentreerd (en helemaal ontspannen) kleuren te mengen. De kinderen zijn op hun kamer aan het spelen, maar de geluiden die van boven komen, hoor ik amper. Af en toe passeert een van beide kinderen in mijn kamer, piept even over mijn schouder en verdwijnt weer. Pas als ik enkele keren met een nieuwe lading naar de oven en terug naar mijn kamer ben gelopen, pas als het donker begint te worden en ik besef dat ik dus al een hele namiddag non-stop bezig ben geweest, draai ik me om en zie twee kinderen op mijn bed liggen. Muisstil zijn ze.
“Ik veeg mijn handen af en zeg: ‘Eigenlijk hoef ik helemaal geen juweeltjes te maken, want ik heb er al twee!’ “
Hoppe ligt op zijn buik op mijn bed, Polly ligt onderuitgezakt in de kussens tegen het hoofdeinde, allebei met hun neus in een strip. Verbaasd vraag ik hoelang ze daar al liggen, waarna Hoppe geamuseerd antwoordt: “Al even” en Polly: “Maar je hoorde ons niet, want je was druk druk druk bezig”. Ze toveren allebei een grijns op hun gezicht en ik voel me betrapt. “Flinke kinderen, hè?”, zegt Hoppe. “Héél flinke kinderen”, benadrukt zijn zus. Ik veeg mijn handen af, leg het snijmesje in mijn handen aan de kant, glimlach en knik. “Eigenlijk hoef ik helemaal geen juweeltjes te maken,” zeg ik, “want ik heb er al twee!”
Hoppe draait even met zijn ogen bij zoveel meligheid, Polly duwt glunderend een lok haar achter haar oren en zegt: “Klopt.” Ik spring bij hen op het bed, geef hen allebei een knuffel en zeg dat ik aan het avondeten zal beginnen. Hoppe, duidelijk hongerig, juicht en rent meteen de kamer uit, Polly duwt me van het bed en kruipt op mijn rug. Terwijl we de trap afgaan, ik als ezel met het meisje op de rug, zingt Polly zachtjes in mijn oor: “Wij zijn juweeltjes, wij zijn juweeltjes, wij zijn juweeltjes!” en ik denk, met een volledig leeg, ontspannen en rustig hoofd: klopt!
LEES MEER VAN HANNELORE BEDERT:
- Uit het hart van Hannelore: “Het doet deugd als mensen die dicht bij ons staan quasi terloops zeggen hoe goed we het doen”
- Uit het hart van Hannelore: “Het echte weten wat je aan iemand hebt, start soms te laat, wanneer die iemand er niet meer is”
- Uit het hart van Hannelore: “Als we eens wat minder serieus met de dood zouden omgaan, zou het verdriet misschien minder scherp zijn”
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!