Hannelore
Uit het hart van Hannelore: “Toen Stijn stierf waren ze er, alle vijf, elk op hun manier. De ene kookte, de andere entertainde de kinderen”
Hannelore Bedert (37) is singer-songwriter en auteur. Ze heeft 2 kinderen, Hoppe (11) en Polly (6). Ze verloor in 2019 haar man Stijn.
Onvoorwaardelijke vriendschap
Ik schreef het al eerder hier, maar ik besef het te vaak om het niet te herhalen: vrienden, familie en een stevig netwerk zijn van onschatbare waarde. Niet alleen wanneer de grond onder je voeten wegzakt, wanneer je hele leven lijkt te imploderen, maar tout court, altijd. Ik kan me soms dagenlang van de wereld afsluiten, ik hou er nog steeds van in mijn eigen universum te kruipen, maar ik val altijd opnieuw terug op mijn vrienden, op mijn familie, op de mensen om mij heen.
“Het feit dat er mensen zijn op wie je kúnt en mág terugvallen, is iets ontzettend waardevols”
Dat klinkt wollig, maar ik besef meer dan ooit dat de mensen om mij heen de essentie zijn van wat leven op zich is. Alleen is maar alleen. En ‘erop terugvallen’ klinkt negatief, maar dat is het niet. Het feit dat er mensen zijn op wie je kúnt en mág terugvallen, is iets ontzettend waardevols. En het feit dat je zelf zo iemand kunt zijn voor anderen, lijkt me al even mooi.
Onlangs trok ik er een weekendje op uit, met vriendinnen, allemaal blij dat we de kinderen – hoe graag we ze ook zien – even in andere handen mochten laten. Hetzij bij de vaders, hetzij bij grootouders. Even geen verantwoordelijkheid, tenzij over onszelf. Met zes zijn we, en de vriendschap startte in de eerste kleuterklas, liep door in de lagere school, verwaterde even tijdens onze tienerjaren, maar was sterk genoeg om ons nadien weer samen te brengen. Soms heb je een omweg nodig om uit te komen waar je niet wist dat je sowieso zou eindigen.
En hoewel we zes heel verschillende persoonlijkheden zijn, vinden we elkaar altijd ergens in het midden, zonder al te veel gedoe. Ik denk dat geen van ons exact kan uitleggen waarom we elkaar blijven vinden, maar er is iets aan die groep wat ‘klopt’. Soms is het leven simpel. Ondertussen zijn we allen (bijna) achtendertig, hebben we een gezin, kinderen, een huis, werk, een leven. En tot drie jaar geleden hadden we allemaal een standvastige, gelukkige relatie. Als alles vlekkeloos verloopt, sta je niet stil bij wat wél fout kan lopen.
Toen Stijn stierf waren ze er, alle vijf, elk op hun manier. De ene haalde haar kookkunsten boven, de andere entertainde de kinderen, ik werd vergezeld naar de bank of de notaris, er werden boodschappen gedaan, ze waren even aanwezig als familie van wie de onvoorwaardelijkheid evidenter lijkt. Ze zullen zich heus wel afgevraagd hebben hoe ze de situatie in godsnaam moesten aanpakken, ze zullen zich sowieso machteloos gevoeld hebben, maar ze waren er, onvoorwaardelijk. En die onvoorwaardelijkheid is niet meer weggegaan, heeft de vriendschap misschien zelfs nóg sterker gemaakt.
Omwille van omstandigheden zijn we maar met vijf op weekend en gedurende de trip voel ik het gemis. Vlak voor het weekend heb ik de vriendin nog gezien en we hebben vriendschap voor weken bijgetankt, maar toch: gemis. Ik ben er gelukkig goed in geworden, in missen. En ermee omgaan.
“Die onvoorwaardelijkheid is na Stijns dood niet meer weggegaan, heeft de vriendschap misschien zelfs nóg sterker gemaakt”
Al op de eerste avond, in kleermakerszit op het tapijt rond een salontafeltje gevuld met sushi, krijg ik de slappe lach. Het altijd aanwezige verantwoordelijkheidsgevoel en de zorgen die – als alleenstaande mama – geregeld door mijn hoofd spoken, lijken even naar de achtergrond te verdwijnen. Het lachen doet deugd, het praten lucht op, het luisteren gaat als vanzelf.
Er wordt onophoudelijk getetterd, zoals alleen vriendinnen dat kunnen, een buitenstaander zou horendol worden in ons bijzijn. Geen onderwerp wordt uit de weg gegaan, de eerlijkheid spat van elk gesprek en we lijken bij momenten bij elkaar op de psychologen-sofa te liggen. We hebben veel plannen, willen heel wat zien in de stad, maar doen uiteindelijk het hele weekend niks anders dan rondslenteren, koffietjes drinken, brunchen, lachen en bijbabbelen.
Na het weekend haal ik de kinderen op bij de grootouders. Doodop ben ik, geradbraakt door het krappe stapelbed waar ik (amper) in geslapen heb, moe van het rondslenteren en hangen, opgeblazen door het teveel aan koffie, taartjes en ander voedsel dat ik al enige tijd niet meer gegeten had, maar wel met een overheersend gelukzalig gevoel. Alsof ik er weer tegenaan kan, voor een heel lange tijd. Lang leve de vriendschap, zeg ik. En ik zal het blijven zeggen. Lang leve de onvoorwaardelijkheid.
LEES MEER VAN HANNELORE BEDERT:
- Uit het hart van Hannelore: “Wat Stijn voor zijn dood al deed, mensen samenbrengen, deed hij opnieuw bij zijn eigen bos”
- Uit het hart van Hannelore: ” ‘Eigenlijk hoef ik geen juweeltjes te maken’, zeg ik tegen de kinderen. ‘Want ik heb er al twee’ “
- Uit het hart van Hannelore: “Het doet deugd als mensen die dicht bij ons staan quasi terloops zeggen hoe goed we het doen”
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!