Hannelore
Uit het hart van Hannelore: “Het echte weten wat je aan iemand hebt, start soms te laat, wanneer die iemand er niet meer is”
Hannelore Bedert (37) is singer-songwriter en auteur. Ze heeft 2 kinderen, Hoppe (11) en Polly (6). Ze verloor in 2019 haar man Stijn.
Prangende vragen uit een kindermond
Drie jaar is het nu. Drie jaar zonder Stijn. Drie jaar weduwe. Drie jaar alleenstaande moeder. Ik heb al zo vaak ‘zonder’ gezegd. Maar het is nu eenmaal zo, de duur wordt langer, de tijd tikt ongenadig verder. Als mensen vinden dat ik er te vaak over praat of schrijf – over Stijn, over het verdriet, het gemis, maar ook over de warme herinneringen, over het verder leven (en soms overleven) – dan is dat maar zo. Dan weten ze niet wat het is om iemand te verliezen.
Februari is geen simpele maand en zal het waarschijnlijk nooit meer worden. Er zijn te veel uiteenlopende emotionele dagen op een hoopje. Aan het begin van de maand is Polly jarig, wat zowel feestelijk als confronterend is, want haar feestje was het laatste waar Stijn nog bij was. Amper twee dagen later viel Polly op school flauw en begon iets waarvan we toen nog niet wisten hoe heftig het soms zou zijn. Maar die bezorgdheid droegen we toen wel nog samen. Nog eens twee weken later veranderde alles.
“De datum waarop zoveel mensen de liefde vieren en de datum waarop ik mijn grote liefde verloor, liggen veel te dicht bij elkaar”
Door buitenstaanders wordt het zinnetje “Ja, die is op jonge leeftijd haar man verloren” heel gemakkelijk uitgesproken, maar de impact die dat gebeuren op ons leven heeft gehad, valt niet uit te leggen. Er is een ‘voor’ en een ‘na’, voor altijd. 17 februari is een verjaardag, maar ‘verjaren’ is een woord dat je bij rechtszaken en verdriet liever niet hoort. Tel er dan ook nog eens die idiote valentijn bij… de datum waarop zoveel mensen de liefde vieren en de datum waarop ik mijn grote liefde verloor, liggen veel te dicht bij elkaar.
Tijd is iets bizars. Je weet dat tijd echt wel wonden heelt, dat het cliché bestaat omdat het klopt. Je weet dat het verdriet mettertijd niet per se minder zal worden, maar wel z’n scherpe kantjes zal verliezen. Je weet dat er gaandeweg een soort rust zal ontstaan, berusting misschien zelfs, ook al denk je in die eerste maanden misschien dat je nooit meer echt geluk zult kennen.
Soms verlang je zelfs naar het verstrijken van die tijd, omdat er met die tijd een helingsproces komt. Zoals de randen van een open wonde stilaan terug bij elkaar komen, om uiteindelijk enkel nog een vage lijn, een zachtwit litteken te vormen. En toch, soms wil je ook niet dat het makkelijker wordt, omdat dat impliceert dat de dingen vervagen, dat je stilaan vergeet.
Terwijl ik groenten snijd voor het avondeten staat Hoppe aan de andere kant van het keukeneiland naar mij te kijken. Ons keukeneiland heeft een prominente plek ingenomen bij de vele gesprekken hier in huis. Heel vaak sta ik te koken, af te wassen, lunchdoosjes klaar te maken of op te ruimen en zit er mij aan de andere kant een kind op een kruk gade te slaan.
“Weet je wat ik raar vind?”, zegt Hoppe ineens. “Dat jij er gewoon bént.” Verbaasd kijk ik op van mijn snijwerk, waarop Hoppe meteen probeert te verduidelijken. “Papa is gestorven en daardoor mis ik hem zo vaak. Maar jij bént er gewoon en daardoor mis ik jou dus niet.” Ik denk even na, antwoord dan dat dat logisch is. Dat je iemand vaak pas mist als hij of zij weg is. “Ja,” zegt hij, “maar zou ik jou dan ook missen als jij er dan niet meer zou zijn?”
“Dat is het rare aan mensen graag zien, het is goed om soms te beseffen dat anderen niet zo vanzelfsprekend zijn”
Twijfelend hou ik mijn mes stil boven de groenten. Op dit soort momenten is het een kwestie van nadenken én tegelijkertijd niet te hard twijfelen over het antwoord. “Ik denk dat je mij nu vanzelfsprekend vindt,” zeg ik, “simpelweg omdat ik er altijd ben. Je hoeft mij niet te missen, want ik ben er. Altijd.” Hoppe knikt. “Dus als papa er nog zou zijn, zou ik hem ook vanzelfsprekend vinden?” Ik haal mijn schouders op. “Ja,” zeg ik, “waarschijnlijk wel.
Dat is het rare aan mensen graag zien, het is goed om soms te beseffen dat anderen niet zo vanzelfsprekend zijn. Maar het echte besef, het echte weten wat je aan iemand hebt, start soms te laat, wanneer iemand er al niet meer is.” Hij knikt. “Dus mag je mensen niet vanzelfsprekend vinden”, zegt hij. Terwijl hij de keuken uitloopt, denk ik: voilà, meer antwoord had hij niet nodig. Mooie conclusie.
LEES MEER VAN HANNELORE BEDERT:
- Uit het hart van Hannelore: “Als we eens wat minder serieus met de dood zouden omgaan, zou het verdriet misschien minder scherp zijn”
- Uit het hart van Hannelore: “Ik haal diep adem en trek mijn trouwjurk aan. Ik laat het gevoel toe”
- Uit het hart van Hannelore: “Ik vind het zo slecht nog niet te horen dat er nog steeds mannen zijn die schrik hebben van een vrouw die weet wat ze wil”
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!