Hannelore
Uit het hart van Hannelore: “Er zijn ook vrienden die elke dag aan Stijn denken en hem keihard missen”
Hannelore Bedert (38) is singer-songwriter en auteur. Ze heeft 2 kinderen, Hoppe (11) en Polly (6). Ze verloor in 2019 haar man Stijn.Β
We zijn op weekend met een grote groep. Een twintigtal volwassenen, zoβn dertig kinderen. Een stevige bende, met wie je niet zomaar even een huisje huurt. Al jaren gaan we dus naar een kamphuis in de Ardennen, waar de kinderen in een slaapzaal liggen en waar er genoeg ruimte is voor iedereen.
De groep bestaat voornamelijk uit vrienden die ik via Stijn leerde kennen, van de Scouts, al zijn er ook een paar die ik al kende voor ik aan Stijn werd voorgesteld. De combinatie van die mensen maakte dat ik me snel thuis voelde in de groep. Dat is toch wat je hoopt, als je iemand leert kennen, niet? Dat het ook klikt met zijn vrienden en dat er een klik zal zijn tussen je nieuwe lief en je eigen vrienden? Ik merk alvast dat ik dat een belangrijk gegeven vind. (Je weet wel, dat af te vinken lijstje van mij, haha.)
“Ons laatste weekend dateerde van het jaar waarin Stijn stierf”
Hoe dan ook: ik ben blij met de vriendschappen, al vertrok ik deze keer met een klein hartje naar de Ardennen. Ons laatste weekend samen dateerde van het jaar waarin Stijn stierf. Amper drie maanden na zijn overlijden, kwam ik met de kinderen aan bij het kamphuis, om er te beseffen dat het vanaf dan altijd met drie zou zijn. De daaropvolgende jaren stak corona een stok in de wielen, waardoor we nu pas, na drie jaar, eindelijk weer samen op weekend zijn.
In die drie jaar gebeurde er veel. In de vriendengroep overleed amper anderhalf jaar later een van de andere vrienden, in een gelijkaardige situatie, met hetzelfde soort gezin dat achterbleef. Absurd was het, zoveel verdriet in een vriendengroep. Toen ik de eerste keer weer meeging op dat weekend, dacht ik: okΓ©, dit zijn ook mijn vrienden, ik voel me hier thuis, zelfs zonder Stijn. Maar toen ik met de kinderen terug naar huis reed, twijfelde ik en vroeg ik me af of we dit zouden blijven volhouden. Ik miste Stijn als schakel tussen mij en de anderen en wist niet goed meer wat mijn plaats was.
De twee daaropvolgende jaren was corona de spelbreker en zagen we elkaar amper. En hoe hard een mens het ook wil, afstand en elkaar weinig zien is niet bevorderlijk voor een vriendschap. We zagen of hoorden elkaar weleens, maar niet met de frequentie die er voor corona was. Of voor Stijn stierf.
Dus wanneer we in Gent vertrekkensklaar staan, besluipt mij de twijfel. Zal ik daar mijn plaats nog vinden? Zal het gemis niet nΓ³g harder binnenkomen? Zal het niet confronterend zijn teΒ zien dat iedereen gewoon verder is gegaan met leven, terwijl ons leven stil bleef staan en nog steeds niet helemaal weer op volle toeren draait?
De eerste avond lijkt het alsof niemand over Stijn praat, alsof ze mij geen moeilijke vragen willen stellen, wat enerzijds rustgevend is en mij tegelijkertijd frustreert. Ik begin flauwe moppen te maken, om het ijs te breken, maar echt slim lijkt dat niet te zijn, want vrolijk word ik er zelf niet van. Tijdens de eerste avond en de daaropvolgende dag mis ik Stijn, zie ik hem niet aan de barbecue staan, loopt hij niet naast me tijdens de wandeling, is hij niet met de kinderen aan het voetballen. En de hele tijd denk ik: ben ik de enige die hem mist? Serieus?
“Zij zijn net als ik zoekende, naar een manier om met dat verdriet te leven, met dat gemis”
Pas als we op zaterdagavond aan het vuur zitten en de oudste kinderen eindelijk gaan slapen zijn, veranderen de gespreksonderwerpen. En voor ik het weet zit ik naast een van Stijns beste vrienden op een boomstronk en wordt er eindelijk vrijuit gesproken. En terwijl de vriend praat, honderduit, zoals ik hem nooit eerder hoorde praten, besef ik dat ik niet de enige ben die Stijn mist, dat er vrienden zijn die dagelijks aan hem denken, die hem keihard missen, die heel vaak vloeken om wat er is gebeurd. Maar dat zij net als ik zoekende zijn, naar een manier om met dat verdriet te leven, met dat gemis. We praten lang en open en het doet ongelooflijk deugd.
Na het kampvuur ga ik slapen en voel ik me eindelijk rustig. Alsof ik het even nodig had te horen dat de vrienden Stijn Γ³Γ³k missen. Ook al wens ik niemand dit soort verdriet toe, het is en blijft een feit: gedeeld verdriet is net dat tikkeltje minder hard dan verdriet dat je helemaal alleen moet dragen.
LEES MEER VAN HANNELORE BEDERT:
- Uit het hart van Hannelore: “Vaak denk ik: waar klaagde ik vroeger in godsnaam over?”
- Uit het hart van Hannelore: “Als we uit het ziekenhuis ontslagen worden, gaat Hoppe tegen de vlakte”
- Uit het hart van Hannelore: “Er is maar één ding wat helpt, en dat is bezig blijven”
Volg ons opΒ Facebook,Β Instagram,Β PinterestΒ en schrijf je in op onzeΒ nieuwsbriefΒ om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!