Hannelore
Uit het hart van Hannelore: “Het strandje waar we naartoe rijden, was de plek waar we vaak met Stijn heen gingen”
Hannelore Bedert (37) is singer-songwriter en auteur. Ze heeft 2 kinderen, Hoppe (10) en Polly (5). Ze verloor in 2019 haar man Stijn.Β
Zandkastelen bouwen
Op een zondag valt een plan in het water. Door slechte communicatie heeft een deel van de vrienden de dag niet vrijgehouden en een ander deel wel. Helaas behoor ik tot de tweede groep. Vroeger zou de onverwachte vrije dag een geschenk geweest zijn, maar in ons βnieuwe levenβ is een lege dag angstaanjagend. Geplande lege dagen zijn heerlijk, maar de dagen waarop plannen in het water vallen of waarin de eenzaamheid ons overvalt, zijn mottige dagen waar ik niet van hou.
Dus moet er actie ondernomen worden en de knop in het hoofd omgedraaid. βs Ochtends zeg ik de kinderen handdoeken te nemen, pak zelf een boek, verzamel de drinkbussen, wat fruit en koeken en prop alles in de wagen. Ik moet wat moed bijeenrapen, maar zeg uiteindelijk tegen de kinderen waar we heen gaan. Hoppe kijkt verrast, want het strandje waar we naartoe rijden, was de plek waar we vaak met Stijn heen gingen.
We zijn al zo lang niet meer in Zeeland geweest, dat hij waarschijnlijk dacht dat het er nooit meer van zou komen. Terwijl we rijden en Hoppe de muziek bepaalt, dwalen mijn gedachten af naar de eerste βverjaardagβ, toen Stijn net één jaar van ons weg was. Een koude februaridag, de kinderen waren op school en ik had aan vrienden en familie gezegd dat ik alleen wilde zijn.
Ik reed naar Zeeland, liep een hele dag in mijn eentje over het strand, tegen de wind in, ging eten in het strandpaviljoen waar we zo vaak samen hadden gezeten en huilde tranen met tuiten. Ik nam me die dag voor er een traditie van te maken en elk jaar in mijn eentje de βverjaardagβ in Zeeland door te brengen.
“Het lijkt na een overlijden vanzelfsprekend dat je zaken overneemt die de ander deed voor de kinderen, maar als je eerlijk bent met jezelf, dan weet je dat dat niet kan”
Terwijl ik met de kinderen de duinpan oversteek naar het strand en het water zie, overvalt me een rust die ik niet had verwacht. Het strand is sowieso geen toeristische trekpleister, maar met het zonnige weer had ik me toch op een grotere drukte voorbereid. Wanneer we ons hebben geΓ―nstalleerd en de kinderen naar het water rennen, maak ik wat fotoβs.
Vroeger zat ik hier ook, een boek lezend en fotoβs makend van Stijn en de kinderen. Het heeft veel tijd gevraagd, maar ik heb mezelf ondertussen zover gekregen geen schuldgevoel meer te hebben wanneer ik niet alles doe wat Stijn deed met de kinderen. Het lijkt na een overlijden vanzelfsprekend dat je taken en zorgen overneemt die de ander deed voor de kinderen, maar als je eerlijk bent met jezelf, dan weet je dat dat niet kan. En dat je kinderen dat eigenlijk ook niet van je verwachten. Dat Stijn vroeger evenveel plezier haalde uit het maken van een zandkasteel als Hoppe, wil niet zeggen dat ik dat ook moet.
Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan en ik moet dat soort dingen vaak tegen mezelf herhalen. Op het strand is zowel Hoppe als Polly druk in de weer. Polly verzamelt schelpjes, Hoppe graaft putten en komt af en toe een strip lezen, naast mij op de handdoek. Ik lees, maar zit vooral om me heen te kijken en te genieten van zon en wind.
“De man zegt tegen de kinderenΒ dat hij een groot kasteel heeft gemaakt en dat ze het mogen overnemen”
Wat verderop is een vader met zijn zoon in het zand aan het graven. Vanuit mijn ooghoeken sla ik Hoppe gade. Hij lijkt er niet meteen erg in te hebben, maar ik voel de krop in mijn keel toch wat groter worden. Niet ver van ons vandaan zitten enkele zestigers. Een van de mannen is druk bezig in het zand. Ik sla het schouwspel geamuseerd gade, maar weet niet wat hij precies aan het maken is. Het zand vliegt in het rond.
Dan komt hij ineens op ons afgestapt, zegt tegen de kinderen dat hij een groot kasteel heeft gemaakt en dat ze het mogen overnemen, dat hij en zβn gezelschap wat verderop gaan zitten nu. Hoppe en Polly kijken hem wat verwonderd aan, lopen naar het zandkasteel en kijken glunderend van mij naar de man en terug.
Het daaropvolgende uur zie ik hen met plezier verder werken aan het kasteel. Hoppe graaft gangen, Polly bekleedt de hele kasteelmuur met schelpjes. Ik kijk en geniet. Als we laat in de namiddag vertrekken, bedank ik de man, die mijn dank lachend wegwuift. Mooi toch, denk ik, dat een mens iets kleins kan doen, zonder te beseffen hoe groots dat gebaar voor anderen is, hoeveel dat voor ons op die ene lege zondag heeft betekend.
LEES MEER VAN HANNELORE BEDERT:
- Uit het hart van Hannelore: “Ga ik nu tegen de vlakte, dan sta ik weer recht. Nog niet gezwind, maar wel met minder moeite”
- Uit het hart van Hannelore: “Dat ik, die niets met voetbal heb, aan de zijlijn sta te supporteren … Stijn zou het geweldig vinden”
- Uit het hart van Hannelore: “Loslaten en je door de stroom laten meedrijven is niet iedereen gegeven”
Volg ons opΒ Facebook,Β Instagram,Β PinterestΒ en schrijf je in op onzeΒ nieuwsbriefΒ om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!