Karen
“Parijs was nog net hetzelfde als 21 jaar geleden, toen Koen op één knie ging. Alleen wij waren wat ouder”
Hoofdredactrice Karen is 48 en gelukkig getrouwd met Koen. Er is bij haar thuis altijd leven in de brouwerij, met haar drie kinderen Oliver, Noor en Anthony, én hond Goemmer.
Iedereen heeft wel een favoriete ‘grote stad’, niet? Voor de ene is dat Londen met z’n scones en high tea. Voor de ander is het Barcelona met z’n tapas en Ramblas. Of Rome, met z’n heerlijke gelato en espresso. Misschien zijn het voor jou wel de grachten van Amsterdam of ons eigenste Antwerpen of Gent. Vaak hangt het samen met mooie herinneringen die je ergens hebt beleefd. Mijn favoriete stad is altijd Parijs geweest. De stad van de liefde en van duizend lichtjes.
Afgelopen weekend waren Koen en ik 20 jaar getrouwd. Hij heeft me zo’n 21 jaar geleden dé vraag gesteld in – jawel – Parijs. Ons porseleinen jubileum was reden genoeg voor een trip naar de lichtstad. Het was lang geleden dat we er nog samen waren geweest, maar eigenlijk was er niet zoveel veranderd. We verbleven dan wel in een iets beter hotel, maar de kamer was nog steeds niet groot. De Champs-Élysées was die brede, statige boulevard gebleven, met allemaal net iets kleinere lanen eromheen om uren te flaneren.
We wilden de route van onze herinneringen nog eens lopen. ‘Weet je nog, die eerste ochtend, dat we hier op Place Pompidou een pannenkoek met choco aten?’ en ‘Oh Koen, hier op Montmartre heb je toen toch zo’n karikatuur van jezelf laten maken?
Misschien waren er net iets meer fietspaden dan vroeger, en ook daar zoefden er steps en pizzabestellers op de fiets voorbij, maar verder leek er niets echt anders. De Seine lag er nog altijd melancholisch bij, de Sacré-Coeur reikte boven de stad naar de hemel.
Wij wilden de route van onze herinneringen nog eens lopen. Het ging dus de hele tijd van: “Weet je nog, die eerste ochtend, dat we hier op Place Pompidou een pannenkoek met choco aten als ontbijt?” en “Oh Koen, hier op Montmartre heb je toen toch zo’n karikatuur van jezelf laten maken? Die moet nog ergens in onze kelder liggen.” Van de winkel waar we een zwart-witposter van Parijs gingen kopen (die nu vergeeld is, maar die ik niet kan weggooien) tot het theehuis waar je aan alle speciale mengsels van theebladeren kunt gaan ruiken: zo goed als alles wat Parijs uniek maakte voor ons, was nog hetzelfde.
‘Ons’ bankje waar het moment suprême plaatsvond, stond er net zo groen geverfd bij als toen. De zon leek zelfs op dezelfde manier te schijnen
Ook de Place des Vosges, het mooiste plein, waar Koen op z’n knie ging, lag er nog net zo bij als jaren geleden. De ober in de kleine brasserie op de hoek was nog die brompot. ‘Ons’ bankje waar het moment suprême plaatsvond, stond er net zo groen geverfd bij als toen. De zon leek zelfs op dezelfde manier te schijnen, na een regenachtig weekend op een herfstige dag, alsof ze met haar stralen onze herinnering kracht bij wilde zetten.
Die twintig jaar later konden we uiterlijk niet verstoppen. Maar ik besefte ook: als enkel dat zichtbare aan ons twee is veranderd, moeten we wel heel gelukkige mensen zijn
Daar moesten we een foto van nemen. Misschien met die fontein achter ons? Of nee, beter dat je de bank nog kon zien met de bomen erachter. Of dan toch het aangelegde park? Hoe ik ook probeerde, ik vond geen ‘beste’ foto. De ene keer zag ik mijn dubbele kin en onze mollige buiken, de andere keer weerkaatste de zon te fel op Koens kale bol. En toen realiseerde ik het me. Op die foto waren er maar twee dingen écht veranderd: mijn man en ik. Die twintig jaar later konden we uiterlijk niet verstoppen. Maar ik besefte ook: als enkel dat zichtbare aan ons twee is veranderd, moeten we wel heel gelukkige mensen zijn. Ik werd meteen blij met alle foto’s.
Ontdek ook onze andere columnisten:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!