Karen
“Mijn man is van ‘de harde lijn’: de Kerstman en al zijn attributen komen er pas in als de Sint weer naar Spanje is”
Hoofdredactrice Karen is 48 en gelukkig getrouwd met Koen. Er is bij haar thuis altijd leven in de brouwerij, met haar drie kinderen Oliver, Noor en Anthony, én hond Goemmer.
Afgelopen week vroeg Noor, met de ongeduldige blik van een kleuter in een snoepwinkel, wanneer wij onze kerstboom gingen zetten. Ze had haar pleidooi al klaar, over hoeveel mensen dat nu wel al deden, en over hoeveel gezelliger het was met zo’n versierde den vol lichtjes in huis. Een beetje op onze emoties spelend, wierp ze ook nog haar nakende examens in de strijd. Eens het december was, kon ze niet meer mee de boom optuigen, en dat is toch zo tof samen!
Aan Koen had ze net zo goed kunnen vragen waar we volgend jaar op vakantie zullen gaan. Mijn man is van ‘de harde lijn’: de kerstman en al zijn attributen komen er pas in als Sinterklaas weer naar Spanje is. Ik begrijp hem wel. Ook al zijn onze kinderen nu al wat groter, zodat de sint bij ons thuis enkel nog een blitzbezoek brengt in de vorm van een gezellig zondags ontbijt met extra chocolade. Maar de goedheiligman blijft toch een soort mijlpaal, een ijkpunt in het jaar.
Als je Anthony als kleuter vroeg wat hij later wilde worden, was hij rotsvast overtuigd: hij moest en zou later naar de Pietenschool gaan. Daar leerde je op daken klimmen en speculaas bakken
We hebben ook zoveel mooie herinneringen aan 6 december. Onze jongste, Anthony, was de grootste fan van Sinterklaas en Piet. Als je hem als kleuter vroeg wat hij later wilde worden, was hij van één ding rotsvast overtuigd: hij moest en zou later naar de Pietenschool gaan. Daar leerde je immers op daken klimmen en speculaas bakken. Elk boekje van de Spiekpietjes liet hij zich gretig voorlezen, en nog een keer, en nog een keer, alsof het cursusmateriaal was dat hij vanbuiten moest kennen voor z’n toelatingsexamen. Eigenlijk waren de cadeaus volledig bijzaak voor hem. Ook of het nu roet-, zwarte of witte pieten waren, dat maakte hem helemaal niet uit. Het ging om de magie, de fantasie. Hij kon niet genoeg over Sint en Piet weten. Zo vroeg hij eens aan de twee heren hoe ze elkaar hadden leren kennen. Tot groot jolijt van de omstaanders.
Ieder jaar kwam sint op bezoek bij de grootouders of gingen we met de kinderen naar het Sintpaleis, waar je Sinterklaas en z’n hele hofhouding aan het werk kon zien. Van de pakjesschuur tot de schoenmaker en de huishoudster van de sint. We bleven wekenlang nieuwe en oudere sintklassiekers zingen, ‘Tik tik, ’k hoor ze stappen met z’n drieën’ van Bart Peeters of: ‘Ik droom al nachtenlang van mandarijn, van snoep en chocola… en specula-a-a-a-a-s’ van Jelle Cleymans. En natuurlijk ook ‘Zie de maan schijnt’ en ‘Sinterklaasje bonne, bonne, bonne’. We vonden het allemaal prachtig.
Dit jaar sluit ik me toch aan bij Team Noor: vóór 6 december de kerstboom zetten. Vooral ook omdat we vorig jaar zo goed als bij de laatsten waren in de kerstboom-serre
En ook dit jaar zet ik ongetwijfeld nog even de aankomst van de Sint in Antwerpen op tv op. Dat hoort er gewoon bij, al van vroeger op de Nederlandse tv. Ik snap Koen dus echt wel met al zijn sentimenten.
Maar ik sluit me dit jaar toch aan bij ‘team Noor’. Ik wil die boom ook sneller in huis. Vorig jaar was het al duidelijk dat, als we dan uiteindelijk rond 7 december naar de kerstboom-serre gingen, we zo goed als bij de laatsten waren. Misschien overhaal ik Koen wel door te beloven er de eerste weken enkel wat lichtjes, speculaas en kindertekeningen in te hangen. Ik ga voor dat goede oude Belgische compromis… ook een traditie, toch?
Ontdek ook onze andere columnisten:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!