Koen
“Het doet iets met een mens, al die natuurgeluiden. Ik word er tegelijk rustig en energiek van”
Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.
Het huis waar we nu wonen, heeft een tuin met volwassen bomen. Die oude bomen zijn zelfs de echte reden waarom β¨we juist op die plek bouwden. Want je kent het gezegde: boompje groot, plantertje dood. Een fijne bijkomstigheid van al dat groen zijn de vrolijk fluitende vogels. Vinken en mezen van allerlei slag, merels, lijsters, spechten en af en toe zelfs een tuinfluiter of een gors: je hoeft ze mij niet meerβ¨te leren kennen.
Als kind was ik al een krak in het kweken van parkieten Γ©n trots lid van vogelclub De Wielewaal
Onlangs las ik een ontroerend mooi stukje van natuurmens Dirk Draulans, die zich als fervent vogelspotter outte, in het volle besef dat hij door heel wat mensen misschien als voltijdse nerd zou worden aanzien. Het deed me denken aan mijn eigen kindertijd. Op tienjarige leeftijd was ik al een krak in het kweken van kanaries en parkieten, en op mijn twaalfde was ik volwaardig lid van vogelclub De Wielewaal.
Als je naar je vijftien, zestien gaat en de meisjes, de jeugdclub en de muziek je agenda zo druk beginnen te maken dat er nog weinig plaats is voor iets anders (en dan vergeetβ¨ik de school nog, iets wat ik toen helaas ook wat tΓ© vaak deed), raakt de vogelliefhebberij natuurlijk in de verdrukking. Maar de kiem is er altijd gebleven. Toen we dus naar Frankrijk verhuisden, flakkerde de interesse weer volop opβ¨en stak ze ook Ilse een beetje aan. We kochten al snel zoβn speciale jagerkijker. Die lijkt een beetje op een sterrenkijker, heel langwerpig en met statief, en is eigenlijk bedoeld om de verre heuveltoppen af te speuren naar rondlopend wild, om dat vervolgens af te knallen. Maar wij hadden er vanzelfsprekend enkel vredelievende bedoelingen mee. Na het dagelijkse werk konden we uren op het terras zitten met dat ding.
Ook al zijn de vogels in BelgiΓ« niet zo kleurrijk als in Frankrijk, daarom is het vogelspotten niet minder leuk. Af en toe verschijnt er zelfs een weggewaaide ooievaar uit Planckendael
In de avondgloed zag ik eindelijk de patrijzen die ik de hele werkdag al had horen gakken, met hun kroost onder het loof van de wijnstokken naar beestjes zoeken. Af en toe dook er zelfs een gier of een arend op, maar naar bewegende silhouetten in de lucht kijken met dat grote ding, daar werd je een beetje zeeziek van. Als het lente werd in de wijngaard, was de vogelpret het grootst en vergaapte ik me aan hoppen (hier bij ons helaas zo goed als uitgestorven), scharrelaars, kleurrijke blauwgele bijeneters en nog meer exoten. Hier in mijn tuin valt eind februari minder kleurenplezier te beleven, want de meeste vogels hier in BelgiΓ« zijn toch wel hoofdzakelijk bruin en grijs.
Maar daarom is het vogelspotten niet minder leuk. En af en toe duikt er zelfs een weggewaaide ooievaar uit Planckendael op in de velden achter de tuin. Die zit dan op zijn baksteenrode stelten statig slakken en kikkers uit het gras te snappen, tot het weer tijd is om te gaan slapen in zijn geliefde dierenpark. Als al die vogelpracht na een lange winter (waarin de tuin enkel bevolkt wordt door hele hordes wilde duiven) weer opduikt, weet je dat het Γ©cht lente wordt. Zodra de temperatuur het een beetje toelaat, schuiven we alle ramen open en laten we de kwettermuziek volop het huis binnenschallen. Het doet iets met een mens, al die natuurgeluiden. Ik word er tegelijk heel rustig van, terwijl ook de energie begint te bruisen.
Wie in de stad woont, weet niet wat zij of hij mist. Al kun je natuurlijk ook daar de natuur in je hoofd laten: ga gewoon even op een bank in het dichtstbijzijnde park zitten, sluit je ogen en geniet. Wie niet als rare zonderling wil worden afgeschilderd, zet best een donkere zonnebril op de neus. Je zult versteld staan van de energie die je lichaam en geestβ¨opzuigen uit die vogelsonates. En het is eens wat anders β¨dan de hele dag Spotify in je oren. Ik hoorde onlangs van β¨iemand dat haar psycholoog geregeld een sessie begint met haar een kwartier naar vogelgeluiden te laten luisteren. Ze zit daar dan in een gesofisticeerde leren schommelzetel, met een dure koptelefoon op haar hoofd en voelt alle stress van de week als sneeuw voor de zon verdwijnen. Ik zei haar dat ze altijd welkom is voor een sessie in onze tuin. Weliswaar gewoon met de bips in het groene gras, maar wΓ©l gratis.
Uit: Libelle 09/2024
Lees meer van Koen Strobbe:
Volg ons opΒ Facebook,Β Instagram,Β PinterestΒ en schrijf je in op onzeΒ nieuwsbriefΒ om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes.