Koen

“Als ik zie dat er geen vlees maar enkel groenten op de barbecue liggen, probeer ik mijn ontgoocheling te verbergen”

Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.

Weinig dingen zijn zo zinnenprikkelend als het aroma van een pas ontstoken barbecue. Eerst heb je de typische geur van de brandversneller en de ontbrandende houtskool, wat later die van het dichtschroeiende vlees. Het aroma sluipt over de haag van de buren naar je toe en is zo aanstekelijk dat je, voor je het weet, ook zelf achter het grillrooster staat.

Deze keer overkomt het me terwijl ik net in de tuin een ontspannend boek over Zuid-Frankrijk aan het lezen ben, en mijn gedachten glijden meteen terug naar een van de laatste barbecues voor ons vertrek naar België.

Alice is sinds kort gezwicht voor de druk van haar vriendinnen om vegetariër te worden. En ze probeert meteen ook alle mensen om haar heen te bekeren. Dus ook vandaag

We zijn uitgenodigd bij Franse vrienden, die voor de gelegenheid ook nog wat andere koppels hebben uitgenodigd die ons willen uitzwaaien. Het is een warme zomerdag en de heer des huizes, Jean-Marc, reikt me meteen een glas koele rosé aan, terwijl hij geheimzinnig knipoogt dat dit een barbecue ‘hors catégorie’ zal worden. Op het eerste gezicht geef ik hem onmiddellijk gelijk: naast het rooster met de smeulende houtskool staan rijen roestvrijstalen dienbladen vol van sappigheid blinkende groenten uitgestald, als perfecte extraatjes bij om het even welk vleesgerecht. Ik nip van m’n glas en knik goedkeurend, maar opnieuw begint de gastheer te lachen. Pas dan valt me op wat er ontbreekt: nergens valt er een spoor van vlees te bekennen.

“Aha, je hebt het door”, lacht Jean-Marc, “Alice is sinds kort gezwicht voor de druk van haar vriendinnen om vegetariër te worden, en net zoals zoveel vegetariërs probeert ze meteen ook alle mensen om haar heen te bekeren. Dus ook vandaag.”

Bij de opstijgende geur van de sissende lamsworstjes loopt het water me in de mond. Betrapt kijk ik in de verte naar Ilse. Ik voel me een geheim agent die een belangrijke missie aan het volbrengen is

Ik probeer mijn ontgoocheling te verbergen en zeg nonchalant dat fijn klaargemaakte groenten ook erg lekker kunnen zijn. Een tijdje kijken Jean-Marc en ik allebei met uitgestreken gezicht naar de pronkende groenten en nemen af en toe een slokje van onze wijn. Dan klopt de gastheer troostend op m’n schouder en nodigt me uit voor een partijtje petanque, helemaal achteraan in zijn grote tuin. Maar daar, onder een laaghangende plataan, worden we onthaald op hallogeroep van nog enkele andere mannen, die – het obligate glas rosé in de hand – samenzweerderig rond een oude, wat verroeste barbecue staan. Daarop ligt geheel clandestien een kudde lamsworstjes te sissen.

Bij de opstijgende geur loopt het water me in de mond. Betrapt kijk ik in de verte naar Ilse en enkele vriendinnen, die gezellig aan een ronde tuintafel zitten bij te praten. Ik voel me een soort geheim agent die een belangrijke missie aan het volbrengen is. De andere mannen hebben er net zo’n lol in en om beurten zitten we wat aan de worstjes te morrelen, wachtend tot ze eindelijk klaar zijn.

De sappige aubergines, de knapperige pepers en de malse courgettes roepen me al van ver toe: ‘Proef ons, we zijn meer dan alleen maar een bijgerecht.’

Maar terwijl ik daar bij het vlees sta, gebeurt er iets raars. Plots komt er een vleug van de geur van gegrilde groenten voorbij en tot mijn verbazing moet ik toegeven dat dat aroma dat van het vlees ruimschoots overtreft. Met een smoesje loop ik terug naar de andere kant van de tuin. De sappige aubergines, de knapperige pepers en de malse courgettes roepen me al van ver toe: ‘Proef ons, we zijn meer dan alleen maar een bijgerecht.’ Ik grijp een stuk gegrilde aubergine van een dienblad en neem een hap. Mijn smaakpapillen worden overrompeld door een explosie van smaken. De gegrilde aubergine blaast mijn drang naar het vlees aan de andere kant van de tuin gewoon weg. Van verderop klinkt plots gejoel en afkeurend gefluit, en betrapt voel ik me een beetje een verrader van mijn eigen vleesetende clan. Ilse, die doorheeft wat er gebeurt, komt niet meer bij van het lachen.

Maar sindsdien hebben groenten bij ons, ook nu we terug in België zijn, een veel groter aandeel ingenomen van het barbecueaanbod. En soms, heel soms, vind ik zelfs dat zo’n druppel vet van een stuk vlees, die in de gloed valt en verbrandt, redelijk onsmakelijk ruikt en weinig heeft van de barbecueromantiek zoals ik ze me van vroeger herinner. Ben ik nu zelf toegetreden tot de ‘vegetarische sekte’? Helemaal niet, een stukje vlees kan er bij mij altijd nog in. Maar zoals bij alles in het leven, is de grill bij ons gewoon een stukje diverser, en eigenlijk ook lekkerder geworden.

Ontdek ook onze andere columnisten

Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."