Libelle-columnist Koen Strobbe (56) is auteur en woont met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten in het zuiden van Frankrijk. In zijn wekelijkse column vertelt hij over zijn leven in ‘la douce France’.
Als je al lang in het buitenland woont en met wijn en een B&B in de weer bent geweest, word je vanzelf een vraagbaak voor vrienden en kennissen die plannen hebben om België te verlaten. Vandaag heb ik een zekere Jeroen aan de lijn, die mijn gegevens heeft gekregen van een kennis die lang geleden bij ons wijn heeft gekocht. ‘Ik heb nogal goed geboerd,’ zegt Jeroen, ‘en mijn vrouw en ik denken eraan om iets met wijn en zo te gaan doen bij jullie in de streek. Ik vraag me af of jij me niet wat tips kunt geven.’
Ik grinnik en Jeroen vraagt een beetje achterdochtig waarom. ‘Je vraag is nogal vaag’, zeg ik. ‘Wat wil je precies gaan doen?’
‘Welja, een wijndomein beginnen, zeker?’, zegt Jeroen aarzelend.
‘En wat zijn je preciezere plannen?’, vraag ik. ‘Wil je een kant-en-klaarwijndomein van iemand gaan overkopen, of wil zelf iets uit de grond stampen?’
Jeroen begrijpt het verschil niet en ik leg hem uit dat de eerste optie makkelijk, maar ook duur is, en dat de tweede optie een stuk goedkoper is, maar dat je wel harder moet werken. Als hij mij vertelt over welk budget hij beschikt, leg ik hem uit dat hij daarmee best voor de tweede optie gaat en vraag ik hem of hij met zijn handen kan en wil werken.
‘Ik begrijp je vraag niet zo goed’, zegt Jeroen. ‘Bedoel je dat ik zélf aan de slag moet in de wijngaard? Snoeien en zo?’
‘De héle winter lang,’ zeg ik lachend, ‘acht uur per dag. Pijnlijke rug, stramme ledematen. En in het groeiseizoen om vier uur ’s ochtends uit de veren om te sproeien, onkruid te wieden enzoverder.’
Het wordt stil aan de andere kant van de lijn. Ik herinner me gesprekken met vrienden, die destijds stuk voor stuk dachten dat wij de hele dag met een grashalm in de mond op onze rug tussen de wijnranken lagen en naar de blauwe hemel lagen te turen. Ik vraag Jeroen: ‘Is er eigenlijk een specifieke reden waarom jullie graag willen emigreren?’
Er klinkt een diepe zucht door de telefoon. ‘Mijn vrouw en ik zijn het hier beu. De lange, donkere winters, het eeuwige gevecht met de fiscus, iedereen die hier op een kluitje woont. Tijdens de lockdown hebben we beslist dat we iets anders met ons leven willen gaan doen.’
We, dat blijkt niet enkel het echtpaar te zijn, maar ook hun drie kinderen, waarvan er twee in het middelbaar zitten en één volgend jaar naar de universiteit trekt.
‘En is iedereen in het gezin blij met de verhuis?’, vraag ik.
Jeroen lacht. ‘De kinderen natuurlijk niet, wat had je anders verwacht? Ze gaan hun vrienden missen en zijn bang van de Franse school, dat soort dingen. Maar die draaien wel bij, ze hebben sowieso geen keus.’ Hij aarzelt. ‘Behalve onze oudste dan, die komt niet mee.’
“De voorbije jaren hebben wij heel wat landgenoten zien komen en gaan in de regio. Sommigen hadden hun nieuwe leven onderschat”
Ik denk na. De voorbije jaren hebben wij heel wat landgenoten zien komen en gaan in de regio. Sommigen hadden hun nieuwe leven onderschat. Ze hadden niet verwacht dat ze hun vrienden en familie zo hard zouden missen, of konden hier moeilijk een nieuwe job vinden, en al helemaal niet tegen de rooskleurige Belgische voorwaarden.
‘Ben je zeker dat je vrouw en jij jullie oudste zoon niet zullen missen als hij achterblijft?’, vraag ik.
‘Mijn vrouw en ik zijn op een punt gekomen dat wij in de eerste plaats aan onszelf moeten denken. Wij hebben echt een nieuw leven nodig’, zegt Jeroen met ernstige stem.
Plots hang ik met iemand aan de lijn die mij, hoewel hij me pas tien minuten kent, zijn hele leven vertelt. Hoe hij en zijn echtgenote zich te pletter hebben gewerkt en zo van elkaar vervreemd zijn geraakt.
Ik word stil, vooral omdat het niet de eerste keer is dat iemand me zoiets vertelt. Heel wat mensen die snel naar België terugkeerden, hadden net zoals Jeroen verwacht dat een simpele verhuis naar andere oorden een toveroplossing voor hun relatie zou zijn.
Ons gesprek helpt Jeroen blijkbaar om een aantal dingen waarbij hij nog niet had stilgestaan goed op een rijtje te zetten. Op het einde van zijn telefoontje zegt hij: ‘Misschien moeten we toch nog eens goed nadenken over wat we juist willen?’
‘Klopt,’ zeg ik, ‘want de zon lost heel veel op, maar niet alles.’
LEES MEER VAN KOEN STROBBE:
- Comme chez Koen: “Na een kwartiertje zoeken vinden we onze eerste truffel, zo groot als een kastanje”
- Comme chez Koen: “Meer dan één gast in ons vakantiehuis blijkt last te hebben van meeneemstress”
- Comme chez Koen: “Herrie in ons anders zo stille dorpje! En de oorsprong van heel de heisa ben ikzelf”
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!