Koen
Koens column: “Ik hoor het vaak en ik kan het beamen: moestuinier zijn, is een roeping”
Koen Strobbe (58) is na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug in ons land.
Als goede Vlaamse familieman moet ik na zoโn lange zomer toch een beetje pochen over de opbrengst van mโn moestuin. Al is die tuin eerder een tuintje, want aan het huurhuis waar we voorlopig nog wonen, is er maar net plaats genoeg voor een viertal tomatenplanten, wat peperstruiken, wat sla en een toefje basilicum. Maar wat een tomatenjaar! Van die vier planten hebben we zonder overdrijven makkelijk twintig kilo tomaten geoogst. En met die fantastische zomer was er zelfs geen nood aan een traditioneel โdakjeโ om de tomaten ziektevrij te houden.
Als we met vrienden over het gezegende tomatenjaar mijmeren, vraagt Kwinten nuchter wat je daar nu eigenlijk aan verdient, aan dat zelf groenten telen. Hij is kritisch: je moet de plantjes zaaien (of in ons druk-drukke leventje meestal plantklaar kopen), je moet de moestuin bemesten, veelvuldig water geven, nu en dan met een โ alweer duur โ bioproduct bespuiten, en als top of the bill is het moment waarop je zelfgekweekte groenten rijp zijn exact het ogenblik dat ze in de winkel massaal en goedkoop voorhanden zijn.
“Kwinten vraagt nuchter wat je daar nu eigenlijk aan verdient, aan dat zelf groenten telen”
Ik sputter tegen dat ik de pepers gezaaid heb met de gerecupereerde zaadjes van pepers uit de supermarkt en dat ik de tomatenplanten van Ilses mama heb gekregen, maar daar heeft Kwinten geen oren naar. De vriend die op bezoek is, waggelt met zโn wijsvinger en zegt dat Kwinten er niets van begrijpt. Het gaat niet om goedkoper, maar om lekkerder en gezonder, en om de genoegdoening en de pret van het zelf-kweken.
Als ik eerlijk ben, volg ik beide redeneringen. Mijn vriend heeft gelijk dat wat je zelf kweekt meestal lekkerder is, al was het maar omdat dat in je kopje zit. Maar over die โgenoegdoeningโ en de pret van het kweken, heb ik tijdens die hete zomer toch mโn twijfels gehad. Ilse en ik mochten geen enkele avond vergeten om het moestuintje te gieten, en elke keer als we eens een paar dagen weg waren, moesten we mโn broer en schoonzus mobiliseren. Wat moet dat dan wel niet zijn voor mensen die รฉcht een grote moestuin hebben?
“Als de boontjes rijp zijn, komt haar man ze met karrenvrachten in de keuken deponeren, waarna zรญj ze mag kuisen en invriezen. Want, oh nee, daar maakt meneer zโn handen niet aan vuil.”
Dat hoor ik trouwens wel vaker van mensen in de buurt: dat je moestuin als een soort loden bol aan je been hangt. Overtuigde moestuiniers zijn dan ook dikwijls oudere mensen die tijd hebben en nooit weggaan. Maar ookย zij zeggen dat het โeen roepingโ is om zo intensief met een moestuin bezig te zijn.
Als haar man niet in de buurt is, klaagt de dame van enkele straten verder dat het bij al dat werk in de tuin ook niet stopt. Als de boontjes rijp zijn, zijn ze dat massaal en komt haar man ze met karrenvrachten in de keuken deponeren, waarna zรญj ze mag kuisen en invriezen. Want, oh nee, daar maakt meneer zโn handen niet aan vuil. Hetzelfde met de overvloed aan aardbeien: potten en potten confituur maakt ze daarvan, om dan, het jaar erop als de nieuwe oogst alweer triomfantelijk door haar man de keuken wordt binnengedragen, ik-weet-niet-hoeveel potten aan buren en familie weg te geven omdat ze anders zouden bederven.
Ze kijkt even over haar schouder en fluistert dan dat ze veel liever een moestuintje zou willen dat driekwart kleiner is dan de huidige โakkerโ. Ik ben blij dat ik met mijn gedoseerde enthousiasme niet alleen ben in deze wereld van fervente kweek-het-zelvers.
“de kans is groot dat jij, als je dit leest, bij jezelf denkt dat ik maar een prutstuinier ben. En ongetwijfeld heb je gelijk”
En toch, telkens als de winter bijna voorbij is, begint het weer te kriebelen om de spade in de grond te steken en het groentebed klaar te maken. Dan kijk ik in het tuincentrum verlangend naar de plaatjes vol prachtige tomaten, bessen, pompoenen en kroppen die op de draairekjes met zaden staan te blinken.
Sommige mensen zaaien al hun groenten zelf en beginnen daar in februari al mee. Ik ga dat niet meer doen, omdat de ervaring me leert dat je binnen, bij slecht daglicht, vaak erbarmelijke prutsplantjes krijgt. Als je die dan eind april in volle grond zet, worden ze binnen de week overtroefd door de gekochte planten die je ernaast zet. Maar de kans is groot dat jij, als je dit leest, bij jezelf denkt dat ik maar een prutstuinier ben. En ongetwijfeld heb je gelijk.
LEES MEER VAN KOEN STROBBE:
- Koens column: “Plots staat daar een man op zijn dak de code van zijn bankkaart te roepen”
- Koens column: “Ik zie beelden voor me van de kleine Eddy Merckx”
- Koens column: “Misschien is het makkelijker om je leeftijd naast je neer te leggen als je een perfect leven hebt?”
Volg ons opย Facebook,ย Instagram,ย Pinterestย en schrijf je in op onzeย nieuwsbriefย om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!