Koen
Koens column: “Voorlopig zie je nergens om je heen echt grote armoede, vertelt het tv-nieuws. Dat betwijfel ik”
Koen Strobbe (58) is na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug in ons land.
Kwinten zit achter zijn computer en begint te zuchten. Hij wacht al maanden op een of ander onderdeel voor zijn pc, maar heeft nog maar eens te horen gekregen dat hij helaas nog meer geduld zal moeten oefenen. Na corona en de cryptomunt-rage komt de verkoper nu met een derde excuus: de oorlog in OekraΓ―ne.
βNu weet ik hoe mensen zich in het vroegere Oostblok voeldenβ, zucht hij en hij vertelt over een video op school, waarin ellenlange rijen Oost-Duitsers in de jaren tachtig staan aan te schuiven voor alledaagse dingen als tandpasta of sinaasappelen. Volgens hem zijn wij zelf niet meer veraf van diezelfde toestanden. Ik sus dat het nog wel zoβn vaart niet zal lopen.
“Volgens Kwinten zijn we niet meer veraf van Oostblok-toestanden”
Wat hij op video zag, heb ik als student nog live gezien bij een bezoek aan de andere kant van de Berlijnse Muur. De frustratie bij die mensen was groot: ze hadden wel geld, maar ze konden er niets mee kopen. Maar ik begrijp de zorgen van zonemans omtrent de rare realiteit waarin we tegenwoordig leven. Een werkelijkheid die, misschien een heel klein beetje, begint te gelijken op die video van hem.
Ilses mama probeert al meer dan een halfjaar om een maairobot in haar tuin te installeren, maar het type dat ze nodig heeft, is nog steeds βuit stockβ. Zelf wil ik graag een nieuwe auto bestellen, maar de garage zegt me vlakaf dat het model dat ik graag wil voorlopig niet meer gemaakt wordt, tot er weer onderdelen zijn. Hetzelfde met de nieuwe koelkast die we na onze verhuis uit Frankrijk wilden bestellen: we hebben er vijf maanden op moeten wachten omdat een of ander elektronica-onderdeel niet voorhanden was.
Bij vrienden hoor ik dezelfde klaagzang: zonnepanelen die onvindbaar zijn, motorfietsen die niet hersteld kunnen worden, dat soort dingen. En wie toevallig de pech heeft om aan het bouwen te zijn, die wordt al helemaal wanhopig. Nu zeg je misschien bij jezelf: wat voor zin heeft het om te sakkeren over dingen die niet voorradig zijn, als je ze toch niet zou kunnen kopen omdat ze sowieso onbetaalbaar zijn geworden? Of dat je eerst je energiefactuur moet afwachten om te kijken hoeveel geld er nog overblijft?
Ik begrijp je. Ilse en ik wachten ook met een bang hart op de jaarlijkse afrekening voor elektriciteit en gas.Β Oudere kennissen zeggen dat die βtoestanden van tegenwoordigβ hen doen denken aan de tijd vlak na de oorlog. Zelf vind ik dat we moeten nuanceren: het feit dat er plots wachttijden zijn ontstaan voor dingen waarvan we ons hele leven lang nog nooit schaarste hebben gekend, is een luxeprobleem. Die onbetaalbare stroom en gas lijken me veel essentiΓ«ler.
Een vriendin van Ilse, die elk jaar in september of oktober haar grote vakantiereis voor volgend jaar boekt, durft dat nu niet. Niemand wil haar een vaste prijs geven en wie weet wat die reis tien maanden later dan echt gaat kosten? Iemand van de familie die actief is bij Okra, kent een boel oudere mensen die jarenlang elk weekend, als de kinderen op bezoek kwamen, zorgden dat er een goedgevulde doos pateekes in de koelkast stond, maar daar nu mee gestopt zijn omdat een eclair bij dezelfde bakker plots drie euro kost. Een bedrag waarvoor je nog niet zo lang geleden twee hele broden kon kopen.
“Op Ilses school zijn er ouders die de schoolboeken niet kunnen betalen”
En toch zie je voorlopig nergens om je heen echt grote armoede, vertelt het tv-nieuws: mensen gaan nog altijd op vakantie en op restaurant. Van Ilse hoor ik andere dingen. Op haar school zijn er kinderen van wie de ouders de schoolboeken van het eerste kind kunnen betalen, maar bij die van kind twee komen ze financieel in de problemen. En dat is natuurlijk een pak erger dan het luxeprobleem van op iets te moeten wachten.
Wat niet wil zeggen dat mensen die hard werken voor hun centen om er dingen mee te doen en kopen, niet het recht hebben om te mopperen over die nooit geziene schaarste. Ach, misschien moeten we met zβn allen blij zijn dat we voorlopig nog niet in de rij hoeven te gaan staan voor tandpasta en sinaasappelen.
LEES MEER VAN KOEN STROBBE:
- Koens column: “Ik hoor het vaak en ik kan het beamen: moestuinier zijn, is een roeping”
- Koens column: “Plots staat daar een man op zijn dak de code van zijn bankkaart te roepen”
- Koens column: “Ik zie beelden voor me van de kleine Eddy Merckx”
Volg ons opΒ Facebook,Β Instagram,Β PinterestΒ en schrijf je in op onzeΒ nieuwsbriefΒ om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!