Koen
Comme chez Koen: “De geitenhoeder blijkt niets van geiten te kennen. Hij krijgt hulp van een iPhone”
Libelle-columnist Koen Strobbe (57) is auteur en woont met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten in het zuiden van Frankrijk. In zijn wekelijkse column vertelt hij over zijn leven in ‘la douce France’.
Vanochtend worden we gewekt door geklingel. Tegelijk sluipt een doordringende geur via het open raam de kamer binnen. Ilse springt uit bed en gaat enthousiast uit het raam hangen: “Kom kijken, dit hou je niet voor mogelijk.”
Ons hele huis is omsingeld door geiten, sommige met een metalen belletje om. Ze lopen werkelijk overal: in het bos, op het weggetje naar het dorp, maar er zijn er ook enkele door een gat in de haag geglipt en die knabbelen begerig aan de onderste takken van mijn favoriete olijfboom. “Hé, laat dat,” roep ik in het Frans, “weg hier, naar buiten!”
“Zou dit zo’n gesubsidieerde herder zijn?”
Een norse stem roept terug: “U kunt maar best een toontje lager zingen. Als u het pad verzorgd had zoals het hoort, waren ze sneller voorbij uw tuin gelopen!” Ik zie een grote dorre man, eind dertig, begin veertig, met een baard en een breed omrande hoed, die achter de kudde aanloopt.
Nog voor ik hem kan vragen waar hij dat arrogante toontje vandaan haalt, daalt hij met zijn kudde al de weg naar het dorp af. ’s Middags hoor ik de bellen van de geiten opnieuw. Ik loop de tuin in en zie de herder in omgekeerde richting weer langs ons huis lopen. Ik heb gehoord dat plaatselijke politici volop aan het inzetten zijn op verantwoord onkruidbeheer en dat ze daarvoor onder meer het beroep van herder in ere willen herstellen. Zou dit zo’n gesubsidieerde herder zijn?
“Goedemiddag”, zeg ik vriendelijk. “Goedemiddag”, klinkt het antwoord niet al te joviaal.
Nog voor ik hem kan vragen wat hij met zijn opmerking vanochtend bedoelde, is de herder me al voor. “Het is uw plicht om de weg van de Transhumance open te houden, aangezien die aan uw terrein grenst.” “De wát?” De herder schudt meewarig zijn hoofd en rolt zijn ogen, zoals ik het al jaren bij de boeren zie wanneer ze zich weer eens demonstratief verbazen over het onbenul van de gewone burger. “De Transhumance is de eeuwenoude route die herders gebruiken om van de heuvels naar het dal te gaan.”
“Er is duidelijk meer nodig om zijn barsheid te doorprikken dan mijn vriendelijke toon”
Hij kijkt spottend naar ons huis achter mij. “U woont verdomme in een ex-geitenboerderij, maar kent de Transhumance niet? Tjonge, tjonge…” Er is duidelijk meer nodig om de barsheid van dit heerschap te doorprikken, dan mijn vriendelijke toon. “Tiens, al bijna vier uur”, zeg ik. “Glaasje wijn?” De herder kijkt naar de kudde, alsof hij de toestemming van zijn leidgeit moet hebben om een kleine pauze in te lassen, en zegt dan gretig: “Ach, waarom niet?” Als we met de fles wijn tussen ons in, in de schaduw op de muur zitten, knikt hij goedkeurend. “Lekkere wijn.” “Zelf gemaakt.”
Als ik hem vertel dat ik wijnboer was en dat dit een van mijn laatste flessen is, wordt zijn blik milder. Hij haalt een oude verfrommelde kaart uit zijn herderstas en laat me de blauwe en rode lijnen zien die de oude herdersroutes aanduiden. “En dit weggetje hier, vlak langs uw muur, moet u dus voor mij vrijhouden”, zegt hij opnieuw, maar met een knipoog nu. “Logisch dat u dat niet wist, uiteindelijk werd het pad al meer dan zestig jaar niet meer gebruikt. Maar nu dus weer wel.”
“De herder grinnikt: ‘Ik ken eigenlijk niets van geiten, maar dat vindt Vadertje Staat niet erg'”
De herder blijkt een diploma Filosofie te hebben. “Maar de wereld is niet echt op zoek naar filosofen, en na jarenlang allerlei saaie jobs gedaan te hebben, ben ik ingegaan op de oproep om hier in de regio herder te worden.” Met een mengeling van trots en humor voegt hij eraan toe: “Nu ben ik dus officieel ambtenaar! Goed voor mijn pensioen.” Hij rolt zijn kaart op en grinnikt: “Ik ken eigenlijk niets van geiten, maar dat vindt Vadertje Staat niet erg: er is een veearts die alles in het oog houdt, ik moet gewoon achter de kudde aanlopen en ervoor zorgen dat de wegen vrij blijven.”
Prompt haalt hij een blitse iPhone uit zijn broekzak en toont me het schermpje, met een stip op een kaart. “De leidbok is gechipt”, zegt hij laconiek. “En de kudde probeert duidelijk weg te glippen. Tijd dus om voort te maken.” Hij drinkt zijn glas leeg en kruipt door het gat in de haag weer naar buiten. “Over twee dagen ben ik terug”, roept hij zonder omkijken, met ambtelijke flair. “Zorg ervoor dat tegen dan het pad er wat beter bij ligt!”
LEES MEER VAN KOEN STROBBE:
- Comme chez Koen: “Flitspalen zie je hier nauwelijks, maar achter elke struik kan een gendarme zitten”
- Comme chez Koen: ” ‘Twintigjarige merrie te koop wegens nieuw paard gekocht’: als ik zoiets lees, breekt mijn hart”
- Comme chez Koen: “Als hij hoort dat we in Uzès wonen, slaakt hij een zucht. ‘Jullie zijn gelukzakken.’ “
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!