Koen

Comme chez Koen: “Ik zie niet één muis, maar moedermuis met een vijftal muizenkinderen”

Libelle-columnist Koen Strobbe (57) is auteur en woont met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten in het zuiden van Frankrijk. In zijn wekelijkse column vertelt hij over zijn leven in ‘la douce France’.

In de verste hoek van onze tuin staat een eik die zijn weldoende schaduw over de petanquebaan werpt. Onder de grote boom hebben we jaren geleden een bank geplaatst, zodat wie liever naar het spel kijkt dan meedoet, een aangenaam plekje heeft. Ik ga er ook zonder petanque vaak zitten, vooral in de lente, als de hele tuin baadt in het frisse groen, of in de late herfst, als de eik kleurig afscheid neemt van het voorbije jaar. Met een glas wijn en een boek, of gewoon om naar de stilte te luisteren.

“Een week of twee geleden zag ik de muis voor het eerst vanonder een hoopje bladeren piepen”

Sinds kort woont er een muis onder de stootbalk op het einde van de petanquebaan. Een week of twee geleden zag ik haar voor het eerst met haar puntig snuitje vanonder een hoopje bladeren piepen. Vanop mijn bank, nauwelijks twee meter van haar verwijderd, observeerde ik de muis en hield mijn adem in.

Toen ik toch uitblies, was dat zachte geluid genoeg voor het diertje om sito presto terug onder de grond te verdwijnen. Maar een paar minuten later was het daar al terug, en nu kwam het helemaal tevoorschijn en begon over de stootbalk, het rond stuk hout waartegen de zware petanqueballen ketsen als ze het einde van de baan bereiken, te paraderen.

“Ik kijk om me heen of er nergens eksters rondvliegen, want voor hun luchtaanvallen zijn onervaren muizenkinderen niet veilig”

Het je is zo’n kleine bosmuis, met een spitse snuit en nauwelijks een staartje, en ik zie het diertje bijna elke keer als ik mijn plek op de bank opzoek. Sinds kort mag ik zelfs normaal ademen van het beestje, zolang ik maar niet beweeg, want dan glipt het nog steeds vliegensvlug weg.

Vandaag is er groot nieuws in muizenland: ik hoor geritsel en als ik kijk, zie ik niet één muis, maar moedermuis met een vijftal half zo grote muizenkinderen achter haar aan. Instinctief kijk ik om me heen of er nergens eksters in de tuin rondvliegen, want voor luchtaanvallen van die orka’s-van-de-hemel zijn onervaren muizenkinderen niet veilig.

Prompt denk ik aan Uzès en haar oude binnenstad. Wie ooit al in Uzès was, moet toegeven dat het stadje fenomenaal mooi gerestaureerd is, en dat het marktpleintje met zijn gaanderijen misschien wel de mooiste markt van Frankrijk herbergt. Wel, dat is niet altijd zo geweest. Als je de Jardin Mediéval gaat bezoeken, een oude kloostertuin vol vergeten planten en kruiden, kun je daar in een bijkamertje naar grote oude zwart-witfoto’s kijken: zij tonen je een beeld van Uzès, vlak na de Tweede Wereldoorlog. Het middeleeuwse stadje is helemaal plat gebombardeerd door de Luftwaffe, en wat nog overeind staat, is zwartgeblakerd.

“Ik stel me moeder muis voor, met een schortje om, waaronder de kleintjes bang komen schuilen”

Maar Uzès gaf niet op en met de hulp van een hoop subsidies uit Parijs werd alles steen na steen terug opgebouwd zoals het origineel was. Tachtigjarige opa’s en oma’s die ’s zomers met een pastis in de schaduw van de platanen zitten, vertellen wel eens over de doodsangsten die ze als kind hebben uitgestaan terwijl boven hen luid de bommen vielen.

En dat is precies wat die arme muizenkinderen nu ook te wachten staat, als straks het petanqueterrein voor het eerst sinds lang weer volop in gebruik wordt genomen en wijzelf of onze vrienden, glaasje rosé of een pastis in de ene hand en een zware stalen bal in de andere, het luchtoffensief op de houten stootbalk inzetten die het dak van hun muizenhuis vormt. Ik stel me moeder muis voor, met een schortje om, waaronder de vijf kleintjes bang komen schuilen. Een potentiële vader muis heb ik trouwens nog niet gezien, maar kom, die zit wellicht aan het front.

Maar voorlopig is het nog stil op het petanqueterrein en hoeft dit alles hen nog niet te deren. Ik kijk geamuseerd hoe het gezinnetje Knager mooi op een rij evenwichtsoefeningen op de balk houdt. Alle vijf de kleuters kijken nieuwsgierig toe hoe mama een bruin geworden eikel handig van zijn harde jas ontdoet en vervolgens de twee eikelhelften naar hen toe sleept.

Als ze weg zijn, sta ik op, loop naar het schuurtje, sleur een tweede balk tot bij het uiteinde van de petanquebaan en leg hem voor de stootbalk. Wanneer ik naar binnen ga, broed ik al op een plausibel verhaal dat ik kan vertellen als gasten mij straks vragen waarom wij een petanqueterrein hebben met twéé stootbalken.

LEES MEER VAN KOEN STROBBE:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."