Koen
Comme chez Koen: “Als de musette weerklinkt, krijgen zelfs de oudjes van het dorp hun elastieken benen terug”
Libelle-columnist Koen Strobbe (57) is auteur en woont met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten in het zuiden van Frankrijk. In zijn wekelijkse column vertelt hij over zijn leven in ‘la douce France’.
“L’accordéon plein pot!”, bloklettert een kleurrijke affiche op het mededelingenbord van ons dorp. Dat wil zoveel zeggen als: volle bak accordeon! Het feest vindt plaats in een naburig dorp en om de een of andere reden heeft Ilse zich in het hoofd gehaald dat ze ernaartoe wil. “Nog eens genieten van een streepje ouderwetse trekzakmuziek, hoelang is dat geleden?”, glundert ze, en wie ben ik om niet mee te gaan in haar enthousiasme?
We komen aan op het pleintje waar het muziekfestijn zal doorgaan, op het einde van een dag waarop de temperatuur weer eens ver boven de dertig graden is geklommen. Hoewel het bijna halfnegen is, kleeft de warmte nog altijd aan de straatstenen, en een stalletje waar aan de lopende band rosé van de kraan in witte plastic bekertjes wordt geschonken, is het centrum van alle aandacht. We zijn vroeg, het pleintje is nog niet eens halfvol gelopen en het podium is nog leeg.
“‘Nou, ze mogen er wel eens aan beginnen’, zegt de Amsterdamse vrouw luid en kijkt naar de torenklok”
Terwijl de Fransen in de schaduw van de platanen wachten, zit een familie van twee ouders met vier kinderen als enige te genieten van de laatste streep avondzon die tussen de daken van de huizen heen het plein op glipt. Alle zes hebben ze vlasblond haar en zijn ze vuurrood verbrand. De moeder haalt een dubbelgevouwen stokbrood uit haar draagtas en breekt er stukken af die ze aan haar twee jongens en twee meisjes geeft.
Het gejoel van de kinderen verraadt dat de familie ergens uit de Amsterdamse rand vandaan komt. De jongens pakken een bal en gaan met hun stuk brood in de hand een match van het voorbije EK naspelen, de meisjes blijven bij hun ouders zitten en krijgen een beker siroopwater. De vader haalt een schroefdopfles rosé uit de tas en giet zichzelf en zijn vrouw een koffiemok wijn in. “Nou, ze mogen er wel eens aan beginnen”, zegt de vrouw luid en kijkt naar de torenklok.
“Als de man ‘Test, test, cha, cha!’ roept, komen de mensen uit de schaduw en nemen hun plekje voor het podium in”
Alsof de regie van de avond haar gehoord heeft, floepen op het podium de spots aan, die hun warme oranje gloed over de planken spreiden. Een bohemien met een te klein hoedje begint microfoonhouders op te stellen en haalt instrumenten in het café dat tegenover het podium ligt. “Hé, het lijkt me net wat meer te worden dan het gemiddelde Franse accordeonspel”, zeg ik tegen Ilse wanneer naast twee accordeons ook een drumstel, een basgitaar, een contrabas en een saxofoon hun weg naar het podium vinden.
Als de man luid met zijn vinger op de microfoons begint te tikken en ‘Test, test, cha, cha!’ roept, komen de mensen uit de schaduw en nemen hun plekje voor het podium in. Daarbij wordt een onzichtbaar vierkant vrijgehouden. We kennen dat van vorige gelegenheden: als de musette schalt, krijgen zelfs de oudjes van het dorp hun elastieken benen terug.
“Aimé is feestelijk uitgedost, met een net te korte broek en een vaalgeel hemd met korte mouwen”
Plots duiken Aimé en Marceline, het bejaarde echtpaar dat vlak bij ons woont, van achter een boom op. Ik herinner me dat er onder de poster aan het gemeentehuis een briefje hing dat het dorp een busje zou voorzien om mensen die geen transport hadden naar hier te brengen.
Aimé is feestelijk uitgedost, met een net te korte broek en een vaalgeel hemd met korte mouwen. Zijn das zit bijna een kwart in zijn broek. Ik merk meteen dat hij niet aan zijn eerste beker rosé toe is. “Ah, ma belle”, zegt hij tegen Ilse en maakt daarbij een wat verwaaid hoofs knikje, wat hem een por van zijn vrouw oplevert. Het verbaast me dat Marceline er ook bij is, want zij is de laatste tijd niet meer zo goed te been. “Let maar niet op deze oude dwaas”, lacht Marceline en ze knijpt haar Aimé liefdevol in de wang, zoals grootmoeders dat met vlezige kleuters doen.
Aimé trekt er zich niets van aan en wenkt Ilse. “De eerste dans is voor mij”, zegt hij en kijkt me daarbij aan met een blik uit de tijd dat hij daarvoor nog mijn toestemming nodig had. Enkele ogenblikken later schudt de accordeonist een eerste tango uit de vouwen van zijn instrument. De Nederlanders vinden het geluid enig en als Aimé met Ilse op de dansvloer staat en trots zijn rug recht, zie ik plots, als op een oude zwart-witfoto, een passionele jongeman die net een oorlog achter de rug heeft en verwachtingsvol naar de toekomst kijkt.
LEES MEER VAN KOEN STROBBE:
- Comme chez Koen: “Volgens de vriend zijn mensen die met gas barbecueën pretbedervers”
- Comme chez Koen: “Dorpshond Bébé is dood. Gevonden in een stropersklem. Het dorp is verdrietig en boos”
- Comme chez Koen: “‘Weet je dat paarden racisten zijn?’ vroeg hij. ‘Ze staan altijd kleur per kleur in de weide’”
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!