Koen
“Bij 47°C loopt iedereen met een literbeker cola op straat. Water vinden ze in Amerika iets voor vissen”
Koen Strobbe keerdena twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.
Over parken, hitte en ijverige advocaten
“Weg beer, weg beer!”, roept de junior-ranger in het Yosemite National Park. We staan met zo’n dertig andere bezoekers op een schaduwplek aan de rand van het bos en kijken allemaal tegelijk op door het geroep. We zien nog net hoe een zwarte beer twintig meter verderop onstuimig onze richting uitloopt en dan, bang geworden door het geroep en de omhooggestoken armen van de jonge ranger, rechtsomkeer maakt en verdwijnt.
Hier en daar is er een toerist die blij laat weten dat hij nog net een foto heeft kunnen maken. De oudere ranger die via de walkietalkie wordt opgetrommeld en ook nog eens een kijkje gaat nemen in het bos, vertelt ons dat het hier echt wel om een potentieel gevaarlijke situatie ging. We knikken beleefd, maar zijn eigenlijk op geen enkel ogenblik bang geweest.
De ranger vraagt waar we vandaan komen. Als hij ‘België’ hoort, doet dat vaag een belletje rinkelen. Hij weet zeker dat het in Europa ligt. Maar al dat buitenland interesseert hem eigenlijk niet zo. Als ik hem vraag of hij dan nog nooit buiten Amerika is geweest, zwaait hij breed naar het prachtige uitzicht om ons heen en zegt trots dat mensen die in een magnifiek land als Amerika wonen, waar letterlijk alles wat er bestaat te vinden is, toch gek zouden zijn om ergens anders op vakantie te gaan.
Als de ranger hoort dat we uit ‘België’ komen, doet dat vaag een belletje rinkelen. Hij weet zeker dat het in Europa ligt
Hij strijkt over de rand van zijn hoed en kijkt ons aan met een blik die ons uitdaagt om wat hij zegt tegen te spreken. Maar dat doen we niet, daarvoor hebben we immers te lang in Frankrijk gewoond, waar dat soort chauvinisme ook schering en inslag is.
Op een bepaalde manier kun je het de mensen ook niet kwalijk nemen dat ze zo vol zijn van hun eigen land. We zijn hier nu een tiental dagen en de verscheidenheid van adembenemende steden en prachtige landschappen die we gezien hebben, is overrompelend. En nu we New York, Washington en San Francisco achter ons gelaten hebben voor een bijna eindeloos lijkende reeks natuurparken en het Amerikaanse platteland, werpt ook de armoede die je in de steden overal ziet, geen smet meer op de voortdurende uitlatingen van de gemiddelde Amerikaan die zijn of haar land fantastic vindt.
De laatste dagen zijn we ook echte kilometervreters geworden met onze gehuurde SUV. Na Yosemite zetten we koers naar een opnieuw onwezenlijk mooi landschap op bijna vierduizend meter hoogte in de buurt van Mammoth Lakes. Als we op de Hooverdam uit de koele auto stappen, worden we omvergeblazen door een hitte van 47°C. De dag ervoor, in Las Vegas, was het om elf uur ’s avonds nog bijna 40°C.
Wij hebben maar een paar dagen last van die hoge temperaturen, maar die Amerikanen moeten er weken en maanden in leven en werken
Je vraagt je af hoe mensen dit klimaat overleven. Wij hebben maar een paar dagen last van die temperaturen, maar zij moeten er weken en maanden in leven en werken. Je ziet hier dan ook zelden iemand lopen zonder een liter-beker cola of limonade in de hand. “Water is voor de vissen”, wist een wat oudere dame op een bus ons te vertellen toen we vroegen of gesuikerde drankjes wel de ideale dorstlessers zijn bij dit weer.
Een van de dingen die ons opvallen als we Vegas naderen, zijn de gigantische reclamepanelen langs de snelweg, waarop tal van advocaten hun diensten aanbieden aan de bevolking, in het geval van een ongeval met lichamelijke schade. Ook dát is Amerika, vertelt de portier van ons hotel achteraf: geen miserie zo groot of je kunt er misschien toch zelf nog een cent aan verdienen.
Vandaar dat in hotels (of casino’s, wat Vegas betreft) overal grappige bordjes staan met waarschuwingen allerhande: een nogal hoge stoep waartegen je je teen zou kunnen stoten, het water uit de kraan waaraan je je zou kunnen verbranden. Als je gewaarschuwd bent, kun je het hotel immers geen proces meer aandoen, is de logica erachter. Als ik vraag of niemand de staat een proces wil aandoen omdat het hier zo moordend heet is, en dat die opwarming toch érgens vandaan komt, trekt de portier zijn wenkbrauwen op en zegt lachend dat ik hem misschien wel op een schitterend idee heb gebracht.
Meer van onze columnisten:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!