Koen
“Kleinkinderen zijn voor Ilse en mij nog een ver-van-ons-bedshow. Laat mij maar zo’n wijze grijze opa zijn”
Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.
Over het grootouderschap, vroeger en nu
De laatste tijd ontdek ik tussen mijn vrienden en collega’s een groeiend aantal grootouders. Kwinten is nog maar achttien, het grootouderschap is bij ons (hout vasthouden) dus nog niet meteen aan de orde. Ik heb opa-zijn altijd al geassocieerd met schommelstoelen en grijze haren. Tot je om je heen kijkt en merkt dat aardig wat van de mensen met kleinkinderen eigenlijk jonger zijn dan jezelf.
Een collega vertelt hoe het grootouderschap van vandaag aan de ene kant fantastisch leuk is, maar aan de andere kant ook complex. Want in onze razendsnelle wereld wordt er van haar als oma een pak meer verwacht dan toen ze zelf kind was en ‘bij de oma’ ging logeren.
Ik heb opa-zijn altijd al geassocieerd met schommelstoelen en grijze haren
Vroeger waren opa en oma een ‘aflever-adres’, waar je de kinderen naartoe bracht in het weekend, of tijdens vakanties, als er geen school was en beide ouders moesten werken. Nu de oma’s en opa’s steeds jonger worden, kunnen zij volop meedraaien in de dolle agenda’s van de kleinkinderen van vandaag. Zéker als die ook nog eens broertjes en zusjes hebben, waardoor de ouders nauwelijks kunnen volgen en de mama-papa-taxi’s het hele weekend doorrijden.
De collega lacht dat het bijzonder ironisch is: zelf heeft ze voor haar kinderen altijd de boot afgehouden, want ze moesten zélf zorgen dat ze op al hun sport- en spelnamiddagen konden geraken. Nu ja, op de openbare weg fietsen was toen ook nog geen Russische roulette, natuurlijk. Nu rijdt ze dus elk weekend een keer of drie met haar kleinkinderen naar hobby’s, verjaardagen of de bibliotheek. Het is zelfs zover gekomen dat zij en haar man een agenda zijn beginnen in te vullen voor hun eigen vrije tijd, want die begon er helemaal bij in te schieten.
Een van mijn beste vrienden beaamt dat verhaal. Hij en zijn vrouw moeten echt ver vooruit plannen om in het weekend een beetje tijd voor zichzelf vrij te houden, anders zijn de kinderen ermee weg. Hij relativeert met-een dat zij het natuurlijk heel graag doen, de kleinkinderen zijn immers hun oogappels. Maar toch. Ik grap dat ik nu plots begrijp waarom we de laatste tijd zo weinig afspreken.
Als ik er met Ilse over praat, zegt zij dat ze toch ook nee zou durven te zeggen als het de spuigaten uitloopt. Je blijft naast oma en opa immers ook nog altijd partner, en vrouw of man met een privéleven en een eigen vriendenkring. De tijd die je daaraan besteedt, is ook belangrijk.
Je blijft naast oma en opa immers ook nog altijd partner, en vrouw of man met een privéleven en een eigen vriendenkring
Ik lach. Als ze vraagt waarom, zeg ik haar dat ik haar ken, en dat ik me zo kan voorstellen dat op het moment dat er kleinkinderen komen, die meteen hét centrum van haar leven gaan worden. Je hoort het overal: je denkt dat de liefde voor je kinderen de grootste liefde is die je ooit voelde, tót je je eerste kleinkind in de armen houdt.
De collega op het werk knikt als ik het haar vertel en zegt dat ze er net hetzelfde over dacht als Ilse. Maar het lijkt wel alsof je lichaam een spelletje met je speelt als die kleinkinderen er komen: je smelt als sneeuw voor de zon en bent bereid om alles voor hen te doen. Daarbij komt nog dat je je kinderen ook boven alles graag ziet, en als je dus merkt dat die hun kinderen alleen niet kunnen bolwerken, dan spring je automatisch bij. Met als resultaat dat je het plots weer even druk krijgt, of nog drukker, dan toen je zelf een jonge ouder was.
Nu ja, ook beter zo dan dat je jaren naar kleinkinderen verlangt en dat er maar geen komen, weet een andere collega te vertellen. Zij is nog jong, maar samen met haar vriend willen ze nog wachten met kinderen. Helaas is dat buiten hun ouders gerekend, die ongeveer wekelijks informeren wanneer ze ‘eraan gaan beginnen’. Haar mama stuurde haar onlangs zelfs discreet een link door naar de website van een fertiliteitsdokter, hoewel er wat dat betreft helemaal niets mis is met hun beiden.
Als ik al die verhalen hoor, bedenk ik dat het z’n voordelen heeft dat kleinkinderen voor Ilse en mij nog een ver-van-ons-bedshow zijn. Laat mij later maar zo’n wijze grijze opa in een schommelstoel zijn, op wiens schoot de kleinkinderen altijd terechtkunnen voor een spannend verhaal.
Meer van onze columnisten:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!