Koen

Koens column: “Mijn oog valt op die malse lamsfilet en meteen waan ik me terug bij onze B&B-gasten in Frankrijk”

Koen Strobbe (58) is na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug in ons land.

Dit zijn de weken van het jaar dat ik de Zuid-Franse natuur het meest mis. Terwijl het hier nog koud, donker en in het beste geval wisselvallig is, keken we vanuit het keukenraam van ons vorig leven nu al uit op de wit-roze bloesempracht van de amandelbomen, en stond er met wat geluk ook al een geurige abrikozelaar in bloei. Er was geen mooier seizoen dan de prille Provençaalse lente.

Ilse en Kwinten denken er net zo over, en bij ons zaterdags ontbijt hebben we het er voor een zeldzame keer over dat we, hoe graag we ook in België zijn, Frankrijk toch missen. Even later loop ik met een doel door de supermarkt: naast de normale wekelijkse inkopen ga ik vandaag speciaal op zoek naar ingrediënten om de lente in huis te halen. Mijn oog valt op enkele malse stukken lamsfilet en meteen sta ik in mijn herinneringen terug bij de tafel met B&B-gasten op ons terras.

Geestdriftig vertel ik over de onovertroffen kwaliteit van het allerzachtste lamsvlees uit Sisteron dat op de borden ligt. Over hoe de lammetjes maandenlang op de hoger gelegen plateaus tussen de lavendelvelden gegraasd hebben, en dat je met wat verbeelding een hint van die blauwe aromapracht in het vlees kunt terugvinden. De gasten twijfelen tussen naar m’n verhaal te luisteren en me subtiel te laten weten dat ze nu écht wel in het sappige vlees willen happen.

Bij ons zaterdags ontbijt hebben we het er voor een zeldzame keer over dat we, hoe graag we ook in België zijn, Frankrijk toch missen

Ik weet dat we thuis nog een potje halfgrof zeezout met gedroogde lavendelzaden in de kast hebben staan. Ik ben van plan om het lamsvlees enkele uren in Tempus, een zoete dessertwijn die we ginds één keer hebben gemaakt, te marineren, om het dan droog te deppen en te paneren in een mengeling van met enkele druppels olijfolie bevochtigd broodkruim en het lavendelzout. In een rek verderop zie ik grote verse eieren. Met de rest van de zoete wijn kan ik een lekkere sabayon als dessert maken.

Mijn geluk kan niet op als ik op de groentestand ook verse vitelottes zie: kleine paarse aardappeltjes die heerlijk zijn als je ze voorkookt en dan in fijne schijfjes in de oven gratineert. En wat ernaast ligt, maakt de zaterdagse wonderinkopen compleet: de eerste groene asperges, ingevoerd pal uit de streek waar we vroeger woonden. Ze zijn zo vers en fijn dat je ze niet eens hoeft te schillen of te koken; ik ga ze klaarmaken zoals onze vroegere buurvrouw Amandine het me heeft geleerd: rechtstreeks bakken in hete olie, met enkel een vleugje zout en wat peper.

Als ik thuiskom, staat Ilse aan de voordeur klaar om de boodschappentassen te helpen binnendragen, en spullen in de koelkast te steken. Volgens mij merkt ze dat ik één bepaalde tas wel erg afscherm, maar ze vraagt er niet naar. ’s Middags maken we een lange wandeling door de natuur. Het pad ruikt nog helemaal naar winterse zwamgeuren vermengd met natte bosgrond. Als we thuiskomen, zijn we verkleumd en drinken we muntthee, om zowel onze handen als onze luchtwegen wat te ontdooien.

Als ze het lam, de vitelottejes en de asperges zien, springen Ilse en Kwinten net niet uit hun stoel

Ilse wil graag nog een aflevering van een van haar favoriete series op Netflix meepakken, en installeert zich knus in de sofa. Ik laat haar, met het excuus dat ik ‘eens ga kijken wat ik vanavond zal klaarmaken’. Vanonder haar dekentje roept ze wat later dat het al goed begint te ruiken. Tegen een uur of zeven komt Kwinten naar beneden en zitten moeder en zoon aan tafel te wachten op wat de pot schaft. Als ze het lam, de vitelottejes en de asperges zien, springen ze net niet uit hun stoel.

Kwinten zegt geestdriftig: “Net zoals thuis!” Dan herpakt hij zich en voegt eraan toe: “Allez, die van vroeger dan…” De geuren en smaken weken herinneringen los. Een resem oude bekenden passeert de revue en we zijn nieuwsgierig naar hoe het hen ondertussen vergaan is. Kwinten neemt zich vast voor om straks of morgen wat oude schoolmakkers te whatsappen. Als even later het geklop van de garde verraadt wat er als dessert aankomt, gaan moeder en zoon helemáál door het dak.

Op het einde van de avond nipt Ilse van haar glas rode wijn en zegt dromerig dat het avondmaal een leuke trip was. Dat je op deze manier eigenlijk niet hoeft te reizen, om plots toch terug een beetje ginder te zijn.

Lees meer van Koen Strobbe:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."