“Het leven is hier eenvoudiger, met minder prikkels. En dat geeft me rust. Ik loop hier steeds vaker met een brede glimlach rond”
De dag na een ingrijpende gebeurtenis, een grote verandering of een belangrijk inzicht, is er vaak één vol emotie… Heidi vertelt over de dag dat ze naar Oostenrijk verhuisde.
“Is dit het dan?”
Heidi (38): “Na een rit van 850 km kom ik eindelijk aan in de Oostenrijkse bergen. De vermoeidheid hakt erin en het is eerlijk gezegd niet meteen het idyllische plaatje dat ik voor ogen had. Als ik de laatste haarspeldbochten neem, begint het te regenen in Ehrwald. Zelfs de mooiste bergen hebben iets mistroostigs bij slecht weer. Na een nacht rijden groeit de twijfel. Is dit wel de plek waar ik moet zijn?
Aan het begin van de rit voelde ik me eenzaam, maar toen kwam er een onoverwinnelijke Heidi tevoorschijn
Ik was nochtans enthousiast over mijn plan. Dertien uur geleden kon ik niet wachten om bij het krieken van de dag naar Oostenrijk te vertrekken. Ik mocht de auto van mama lenen, en die was de afgelopen uren mijn veilige cocon. Aan het begin van de rit voelde ik me eenzaam, maar door goede muziek op te zetten, kwam er een soort van onoverwinnelijke Heidi tevoorschijn: kijk mij, ik doe het toch maar, in mijn eentje op avontuur naar de bergen! Het stuwde me vooruit, gaf me een prettig gevoel.
Maar tijdens de rit dacht ik ook aan de afgelopen vijf jaar. Die waren een absolute rollercoaster: ik ben getrouwd en gescheiden, en daarna is mijn ex overleden aan een vreselijke ziekte. Van de weeromstuit stortte ik me op mijn werk, en daarbuiten zocht ik naar verstrooiing – work hard, play hard, weet je wel. Ik had een hoge functie in de media en propte elke vrije minuut vol met festivals en reizen. Picture perfect voor de buitenwereld, maar eigenlijk ontzettend stuurloos.
Op den duur was ik zo onrustig en voelde ik me zo leeg, dat ik bij de huisarts belandde. Hij zei dat ik uitgeblust was en schreef me onmiddellijk rust voor. Het was een klein zoekertje op Facebook dat mijn aandacht kon trekken en me uiteindelijk weer een beetje zin in het leven gaf… Er stond in dat het Oostenrijkse familiehotel waar mijn ouders en ik vaak hadden gelogeerd, medewerkers zocht.
Terwijl de ietwat norse eigenaar me een rondleiding geeft in zijn Oostenrijks dialect, slinkt mijn zelfvertrouwen met de minuut
Ik volgde mijn buikgevoel en stuurde mijn cv op. Dat is zo typisch voor mij: grote beslissingen neem ik vaak nogal impulsief. Vanaf toen ging het heel snel: de hoteleigenaars kenden me nog en wilden me, ondanks mijn complete gebrek aan toerisme- en horeca-ervaring, een kans geven.
En nu sta ik hier dus. Nadat ik de rode Clio van mama wat verderop heb geparkeerd, bel ik aan bij het hotel. Ik zal een maand op proef achter de balie zitten en mijn verblijf is inbegrepen in mijn loon. Handig, want het maakt de verhuizing makkelijker. Ik word vriendelijk onthaald op mijn nieuwe werkplek en toch voel ik me alleen en onbeholpen. Ik ben doorgaans heel optimistisch, maar hier voel ik me het kneusje. Ik kan Engels en Frans, maar de taal hier is Duits. Zelfs de computers staan ingesteld in het Duits. Help!
Terwijl de ietwat norse eigenaar me een rondleiding geeft in zijn Oostenrijks dialect, slinkt mijn zelfvertrouwen met de minuut. Ik prent mezelf in: ‘Heidi, het is maar voor een maand. Echt, het is maar voor een maand’. Op mijn kamer bel ik mijn ouders en zeg ik dat ik goed ben aangekomen. Tegen mijn beste vriend ben ik eerlijker: ‘Holy f*ck, waar ben ik aan begonnen?!‘ Uiteraard weet ik ook dat de vermoeidheid en de nieuwe omgeving veel van me vragen, en dat ik mezelf nu even tijd moet geven…
En dan volgt voorzichtig een zachte wending: ‘s avonds schuif ik mee aan tafel, die stamtisch, waar ik tussen de familieleden en mijn collega’s van het hotel zit. De norse eigenaar blijkt een erg aimabele man en ook de vrouwen in het gezelschap – mijn rechtstreekse collega’s aan de receptie – zijn superlieve mensen. Het geeft me een warm gevoel. En toch, die eerste nacht slaap ik slecht, word ik meerdere keren wakker, overvallen door een gevoel van heimwee, en moet ik mezelf sussen: ‘Het is maar voor een maand, Heidi…’”
Zo ging het verder
“Tijdens de maand oktober werkte ik zes dagen per week aan de receptie, en omdat mijn tijd zo gevuld was met mijn job, hielp dat tegen het getob. In mijn vrije tijd pushte ik mezelf om naar buiten te gaan, om een bergwandeling te maken, een Kaiserschmarren (Oostenrijkse gekaramelliseerde pannenkoek, red.) te eten op de top, of om deel te nemen aan de festiviteiten in het dorp. Vaak stond ik daar eerst wat alleen te draaien, maar alles was beter dan op mijn kamer te zitten. Ik wilde sowieso zoveel mogelijk uit mijn maand halen.
Ik merkte dat de bergen me goed deden, dat het leven eenvoudiger was met minder prikkels en dat gaf me rust. Ik was omringd door lieve mensen, en mijn Duits werd alsmaar beter. Ik voelde me daar, ver van huis, minder alleen dan ik vroeger soms was, omringd door jan en alleman. Ik liep steeds vaker met een brede glimlach rond. Ik had mijn happy place, waar ik tijdens het weekend de receptie bemande.
In december zou ik terugkeren naar mijn geliefde bergen en mijn dierbare hotelcollega’s. Naar de rust en naar… de liefde
Toen die eerste maand erop zat, vertrok ik terug naar België – het was tussenseizoen en het hotel sloot dan ook de deuren. Maar ik had wel de intentie om terug te keren. Ik zegde in België mijn huurappartement op, sprak af met enkele vrienden om dan in december terug te keren naar mijn geliefde bergen en mijn dierbare hotelcollega’s. Naar de rust en naar… de liefde.
John-Pierre is de kok van het hotel, en hij en ik hadden al eerder samen bergwandelingen gemaakt. Er hing tussen ons van bij het begin een zekere spanning. Ik durf het bijna geen liefde op het eerste gezicht te noemen, want dat is zo cliché, maar dat was het wel. Hij reed eenzelfde parcours als ik: te veel stress en daardoor gevlucht naar rustigere oorden.
Mijn Oostenrijkse leven verloopt alsmaar beter en ik merk hoe goed het me doet dat mijn dagen hier gevuld zijn met regelmaat: overdag werken in het hotel, ‘s avonds samen eten met de hotelfamilie en dan met mijn lief naar onze woonst vertrekken. Mijn ouders komen om de zes weken langs en dan zien we elkaar als ik niet aan het werk ben.
Onlangs ben ik een trouwjurk gaan kiezen met mama. Want ja, John-Pierre en ik hebben ons verloofd. En we vonden in Ehrwald ook een eigen plek om te huren. Het gaat ineens erg snel, maar er is tegelijkertijd ook meer dan ooit rust in mijn hoofd en in mijn hart. Ik ben gelukkig, ja. En ik had nooit kunnen denken dat dit Oostenrijk-avontuur uiteindelijk zo’n wending zou nemen. Ik ben met nul verwachtingen naar hier gekomen, maar wat hebben de bergen me veel cadeau gedaan.”
Uit: Libelle 35/2022
Meer openhartige getuigenissen:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!