elektrisch rijden
© Ilustratie: Eva Neirynck

Redactrice Tine over haar elektrische auto

Ook al is vandaag nog maar 8 procent van de auto’s in België elektrisch, vanaf 2035 moetenwe allemáál overschakelen. Redactrice Tine deed het nu al, en bolde een heel nieuwe wereld binnen.

Fabio heet hij, mijn vinnige Italiaan. Hij is prachtig, zowel vanbinnen als vanbuiten, sterk en snel, maar tegelijk stil en discreet. Fabio is mijn midlife folieke, mijn elektrische Fiat 600, kleur sea of Italy, nummerplaat FBO, vandaar zijn koosnaam Fabio. Toen mijn Opel vorig jaar terminaal bleek te zijn, zei mijn man: “Ga nu maar voor een vinnige Italiaan, dan is dat al uit je systeem.” De lieverd weet hoe spijtig ik het vind dat ik, ondanks mijn grote hart voor Italië, nooit een Italiaans lief heb gehad. Een auto leek hem een prima alternatief, en bovendien net iets minder ontwrichtend voor het gezin. “Wel elektrisch,” zei hij nog, “jij moet zoveel op pad voor je interviews, we moeten aan het milieu denken.” Hmm. Met die Italiaan was ik het eens, maar elektrisch? Ik zag vooral veel gedoe: een laadpaal zetten, een andere manier van rijden aanleren, ijsberen langs laadpunten in regen en wind…

Bijna tegen de voorruit geplakt

Elke dag vond ik een ander argument om níét voor elektrisch te gaan. Het kostenplaatje-excuus werd snel van tafel geveegd. Wij kunnen opladen aan onze zonnepanelen, en ook: voor het verminderen van je ecologische voetafdruk moet je iets overhebben. Over naar mijn volgende – ik geef toe: redelijk out of the box – argumentatie dus: misselijkheid. Een vriendin vertelde dat zij voor een teambuilding in de Ardennen met de Tesla van een collega meereed. Ze was wagenziek toen ze in de Ardennen aankwam, en dat zou te maken hebben met die auto. Ze heeft het uitgezocht en je hebt inderdaad meer kans om misselijk en duizelig te worden in elektrische auto’s. Dat komt doordat ze sneller reageren op het gas- en rempedaal en je evenwicht daardoor vlugger moet inspelen op schommelingen. Als ik er meer over opzoek, vind ik dat het ook met de chauffeur te maken heeft. Hoe rustiger die rijdt, hoe kleiner het risico op wagenziekte. Ook voor collega Els was het remmen wennen: “Onze elektrische auto doet aan re-generatief remmen, wat betekent dat de auto afremt als je het gaspedaal los-­l­aat. Je moet je rem alleen gebruiken als je bruusk moet stoppen. Ik was in het begin zo bang om de rem te gebruiken, waardoor ik bijna eens ben gebotst. “

“Dichterbij merk ik dat alle ruiten openstaan. Daar heb je het, denk ik. twee dagen oud en Fabio begint al te flippen”

Hyperventileren in de Kennedytunnel

Een ander favoriet tegenargument van mij was het rijbereik. Ik las een artikel over range anxiety, de angst dat je ergens ten velde zonder batterij valt, en schoof het artikel onder de neus van mijn man: “Kijk! Range anxiety. Paniekaanvallen op de E40, hyperventileren in de Kennedytunnel, daar heb ik echt geen zin in.” Ik herinnerde mij het verhaal van collega Karolien: “Het zou een heerlijk ontspannen weekendje Middelkerke worden. Vriendin Eva zou rijden met haar elektrische bedrijfswagen. Zaterdagavond probeerden we voor de eerste keer aan een laadpaal vlak bij ons appartement. Werkte niet. Zondagochtend probeerden we een andere laadpaal. Werkte ook niet. De stress nam toe, want zonder laden geraakten we niet thuis. Eva vreesde dat er iets met haar kabel was, dus moesten we een snellader zoeken. Die hebben hun eigen kabels blijkbaar. Er stond eigenlijk een ontspannende strandwandeling op de planning, in plaats daarvan zijn we licht gestresseerd naar een snellader in Oostende moeten rijden. Daar lukte het wel, maar ondertussen was het half twaalf en had het geen zin meer om nog aan een wandeling te beginnen.”

De auto denkt voor jou

Maar heel eerlijk, ik vind níémand die ooit al eens is stilgevallen met een platte batterij. Collega Elke: “Ik dacht in het begin ook: hoe ga ik weten waar ik moet laden, maar wat zo fantastisch is aan elektrische auto’s, is dat die auto in jouw plaats denkt. De ingebouwde navigatie waarschuwt je op tijd wanneer je moet laden, waar dat kan en stuurt je er dan naartoe. Ik vind dat heel handig.” In België zijn er inderdaad vijftigduizend publieke laadpunten, dan moet je al heel hard je best doen om stil te vallen. Sommigen zien ook het romantische ervan in.

Collega Els: “Laden is het nieuwe roken, volgens mij. Om-dat je verplicht bent een tijdje stil te staan, raak je snel aan de praat. Zo hadden wij vorige zomer in Amiens een heel fijne ontmoeting met een groepje Amerikaanse tachtig-plussers die een roadtrip door Europa maakten. Zij hadden problemen met het laden, wij hielpen hen, en hadden ondertussen een inspirerende babbel. Bij een volgend laad-station, ontmoetten we een local die ons een tip gaf voor een lekker restaurant. De gesprekjes aan de laadstations hebben onze rit naar het Zuiden echt opgefleurd.”

“Geef nu toch gewoon toe dat jij bang bent voor nieuwe dingen, Tine?”, zegt mijn man, als ik uiteindelijk zonder tegenargumenten kom te zitten. Hij heeft gelijk. Voor mij moet een auto ook vooral gewoon rijden, warm zijn en een goede radio hebben.

“Fabio is proper op zichzelf, en hij moet maar één keer per jaar op onderhoud. Stukken makkelijker dan een echt Italiaans lief!”

De nieuwe Herbie?

Dus ga ik op een druilerige zaterdag in januari met man en kroost een testrit maken met een elektrische Fiat. Er blijkt niks moeilijk aan, alleen het touchscreen, een soort iPad vooraan in de auto, heeft wel héél veel functies. Om mezelf gerust te stellen, besluit ik dat ik nog altijd alleen de radio en de gps kan gebruiken en de rest negeren.

Een maand of twee later mag ik Fabio, mijn Italiaanse vinnig-aard, gaan halen. Die eerste week met een elektrische auto is als de eerste week met een baby. Alles is nog onbekend en reden voor paniekskes. Als ik bijvoorbeeld de oplaadkabel op een ochtend niet uit de auto krijg, zelfs niet na heel hard sleuren, ben ik bang dat ik de 35 kilometer naar de redactie te voet zal moeten doen. Blijkt de auto gewoon nog op slot te zitten, en dan kun je de kabel niet uittrekken. Maar de grootste paniek overvalt mij op de parking van de supermarkt. Met mijn kar vol boodschappen stap ik mijn Fabio tegemoet. Trots denk ik: wat een knapperd. En zo proper nog, je ziet amper dat er ruiten in zitten. Eens dichterbij, wordt duidelijk dat Fabio wel degelijk ruiten heeft, maar dat ze allemaal openstaan. Daar heb je het, denk ik. Twee dagen oud en Fabio begint al te flippen. Ik zie hem al Herbie-gewijs wild met z’n lichten flikkeren en in het midden van de nacht claxonneren. Maar ook dat blijkt achteraf gewoon paniek voor niets. Alle ramen open, dat is blijkbaar een functie op mijn autosleutel waar ik niks van wist en waarop ik onbewust had geduwd toen ik de supermarkt binnenging.

Alle vooroordelen weg

Nu Fabio zes maanden in mijn leven is, besef ik dat alle vooroordelen die ik tegen een elektrische auto had, voortkwamen uit onwetendheid. Ik ben nu vooral heel blij. Het is heerlijk dat hij zo stil is, en als ik nu in de file sta, heb ik niet meer het gevoel dat ik de lucht aan het vergiftigen ben. Laden doe ik meestal thuis, en dat wordt snel een gewoonte. En als ik het land rondrij voor interviews, laad ik ofwel aan snelladers langs de autostrade of aan openbare laadpalen. Ook dat is iets wat je gewoon één keer moet doen, en je bent mee. Verder is Fabio proper op zichzelf, de voorwielen hangen niet vol smeer zoals bij een auto met een verbrandingsmotor, en omdat hij maar één keer per jaar op onderhoud moet, vraagt hij weinig aandacht. Stukken makkelijker dan een echt Italiaans lief, denk ik, terwijl ik stil, vlotjes en milieuvriendelijk over de E19 bol.

Meer lezen:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."