“Pas door naar de plekken te gaan waar mijn grootouders zo hebben geleden, vóélde ik hoe groot het trauma was”
Evelien weet als kind al dat haar grootouders in concentratiekampen hebben gezeten. Nu haar eigen dochter Hera oud genoeg is, besluiten ze – samen met twee tantes – om een roadtrip te maken naar het verleden, hun aangrijpende familiegeschiedenis achterna.
Het is een hartelijk weerzien met Evelien (50). In een ver verleden waren we allebei redactrice bij Flair. Wat ik me van Evelien herinner, is dat zij heel direct en heel intelligent is, maar meer nog heb ik onthouden hoe helder zij over de onverwachte dood van haar mama kon vertellen. Hoe ze het telefoontje van haar broer kreeg over het auto-ongeluk, en hoe zij op haar beurt haar zus moest bellen. “Ik dacht: ik wacht nog vijf minuutjes, dan heeft ze nog even rust. Want eens ze de telefoon heeft opgenomen, gaat haar leven nooit meer hetzelfde zijn.”
Dat treffende inzicht dat ze ergens eind 2002 op een drukke Flair-redactie deelde, ben ik nooit vergeten. Over diezelfde mama heeft Evelien nu een podcast gemaakt en een boek geschreven, of beter: over de héle familie van haar mama. Haar grootouders, haar Poolse babcia en dziadzia, hebben allebei in de concentratiekampen gezeten, haar grootmoeder omdat haar eerste man in het verzet zat, haar grootvader omdat hij zelf in het verzet zat. In de podcast en het boek, ‘Roadtrip naar Auschwitz’, gaat Evelien samen met haar veertienjarige dochter Hera en haar twee tantes, Misha en Wanda, op zoek naar hun verleden.
Je boek begint heel ontroerend met de dood van je moeder 22 jaar geleden. Werd daar de kiem gelegd voor de roadtrip die je hebt gemaakt?
Evelien: “Toen mijn moeder stierf, besefte ik onmiddellijk: ik maak iets mee wat niet terug te draaien valt, dit is definitief. Er zullen geen verhalen, geen herinneringen meer bijkomen. Na de schok en het verdriet ben ik twee jaar later in mijn eentje naar Auschwitz gereden. Nu had ik geen moeder of grootmoeder meer: als ik zou willen weten hoe mijn verleden in elkaar zat, zou ik er zelf naar op zoek moeten. In Auschwitz voelde ik een soort verbondenheid over generaties, over de tijd en de dood heen. Ik zag waar mijn grootmoeder op 5 oktober 1943 uit de trein was gestapt. Waar nazidokter Jozef Mengele haar lichaam monsterde en haar vervolgens niet naar de gaskamers stuurde. Dat je een optelsom bent van iedereen die voor je is geweest, dat je niet uit het niets ontstaan bent, dat besefte ik nooit harder dan daar. Ik maakte een belofte aan mijn moeder en mijn grootmoeder. “Als ik ooit een dochter kreeg, zou ik terugkomen zodra ze oud genoeg was om het te begrijpen.”
Hera, die dochter ben jij. Je mama wilde je met de roadtrip ‘de geschiedenisles van je leven’ geven. Wat vond jij daarvan?
Hera: “Ze heeft het wel niet met díé woorden gezegd, dat zou me misschien hebben afgeschrikt. Ze zei heel simpel: ‘We gaan op roadtrip’, en dat idee sprak mij aan. Ik wilde graag meer weten over de familie van mama’s kant. Ik wist dat mijn grootmoeder in een auto-ongeluk is overleden en dat mijn overgrootmoeder in Auschwitz heeft gezeten, maar dat was het. Dat mama mijn twee groottantes ook meevroeg, vond ik heel gezellig. We hebben lang samen in de auto gezeten, en zo kreeg ik de kans om hen beter te leren kennen.”
“Ik stond in het kamp en voelde: hier is mijn mama geboren, hier heeft ze haar eerste maanden geleefd. Die energie is er blijven hangen”
Het was een emotionele trip. De eerste krop in de keel kreeg je al op jullie eerste stop: het vluchtelingenkamp in Duitsland waar je grootouders elkaar vlak na de oorlog leerden kennen. Had je dat zien aankomen?
Evelien: “Nee, je kunt nooit op voorhand voorspellen hoe je je gaat voelen op een bepaalde plek. Ik heb voor mijn boek ook met auteur Jeroen Olyslaegers gepraat en hij vertelt dat je op sommige plekken voelt dat de energie van lang geleden is blijven hangen. De geschiedenis is op die plekken bijna tastbaar. Dat heb ik daar ervaren. Ik stond er en dacht: hier in dit vluchtelingenkamp, waar duizenden mensen verward en uitgeput werden opgevangen als oorlogsslachtoffers, hebben mijn grootouders elkaar leren kennen, hier is mijn mama geboren en heeft ze haar eerste maanden geleefd.”
Er zitten veel ontroerende momenten in het boek, maar wat greep jou het meeste aan, Hera?
Hera: “Ik vond Auschwitz een heel duistere plek. Het regende hard toen we er waren, en dat maakte het allemaal nog triester precies. Het bezoek duurde te lang, ik had honger en wilde er vooral zo snel mogelijk weg. Ik denk dat ik beter terugga als ik ouder ben.”
Evelien: “Je merkt dat dat puberbrein met andere dingen bezig is dan met het verleden. Zo was Hera toch vooral gefocust op waar en wanneer we konden eten. (lacht) Ik denk dat Hera alles in fases gaat ontdekken.”
Zo was het bij jou ook. In jouw boek schrijf je: “Mijn grootmoeder had een tatoeage op haar rimpelige linkerarm: 64544. Vage, uitgelopen cijfers in blauwe inkt. Het duurt lang voor ik besef dat niet alle grootmoeders een nummer hebben.” Wanneer begon je te beseffen dat hun verleden traumatisch was?
Evelien: “Net zoals Hera was ik te jong om de zwaarte van de info die ik kreeg te kunnen inschatten. Het oorlogsverleden van mijn grootouders was voor mij als kind een fait divers. Het stond op hetzelfde niveau als ‘We hebben een nieuw konijnenhok gezet’, of ‘We gaan naar zee’. De echte reikwijdte dringt pas door als je ouder bent, als je het lijden van anderen goed hebt leren inschatten. En pas op: ook al wist ik als volwassene wel hoe groot hun trauma moet zijn geweest, ik heb het nú pas echt gevoeld. Voordien waren het feiten. Pas door naar de plekken te gaan waar zij zo hebben geleden, kwamen er emoties bij. Het voorbije jaar ben ik bij momenten overvallen door immense droefheid. Alsof ik nu pas inzie hoe groots het is.”
Er was niet alleen de gruwel van Auschwitz die je oma traumatiseerde, er was ook het verdriet om haar eerste gezin. In 1941 had zij een man en drie kinderen, tot die man voor haar ogen werd doodgeschoten en zij werd opgepakt. Zij moest haar drie kinderen achterlaten. Maar ook daarover sprak je grootmoeder niet.
Evelien: “Babcia zat vaak stil aan de keukentafel, te roken en te dagdromen. Ging zij dan in gedachten naar dat leven van voor de oorlog, naar dat gezin? Er is niemand die het weet. Er werd in die tijd niet gesproken over pijn. Wij zijn een bevoorrechte generatie, wij hebben geen oorlog, geen echt lijden meegemaakt, waardoor er bij ons ruimte is om verdriet te beleven, uit te spreken. Als je in een periode leeft waarin de ene na de andere ramp gebeurt, is er gewoon geen tijd of ruimte voor verwerking. Mijn grootmoeder heeft haar hele leven afgezien, maar heeft dat nooit zo uitgesproken. Wat er in haar omging, dat wist niemand echt.”
“Tijdens onze trip vonden we aanwijzingen dat de baby die mijn grootmoeder had moeten achterlaten, misschien toch nog zou leven”
Evelien
Want haar kinderen uit dat eerste gezin heeft zij zo goed als haar hele leven moeten missen, toch?
Evelien: “De twee jongens waren acht en vier toen ze werd opgepakt, het meisje nog een baby. De drie kinderen werden opgevangen door haar schoonbroer, maar het was pas na de oorlog dat babcia nieuws kreeg over haar kinderen. Zij durfde niet terug naar Polen, dit keer uit schrik voor Stalin, die inmiddels een communistisch regime had geïnstalleerd in Polen. Ex-oorlogsgevangenen waren in zijn ogen verraders die de dood verdienden. Ze zag haar zonen dus pas terug toen ze al jongvolwassen waren, en het contact is altijd vrij moeizaam geweest. En van het meisje, baby Marisha, werd verteld dat ze gestorven was, maar tijdens onze trip vonden mijn tantes en ik aanwijzingen dat zij misschien toch nog zou leven. In het boek lees je daar alles over.”
Hera, hoe voel jij je bij dat verhaal?
Hera: “Dat babcia in de keuken staat, de nazi’s ziet binnenkomen en haar man voor haar ogen ziet doodgeschoten worden, dat vond ik verschrikkelijk. En dat zij dat baby’tje heeft moeten achterlaten… Hoe erg.”
Ik ben met papa in de tuin gaan zitten, en heb hem alles gevraagd over mama en haar leven. dat zou iedereen moeten doen
Evelien
Evelien, in jouw boek schrijf je: “Hadden we maar meer aan tafel gezeten en gezegd: ‘vertel eens.’ ” Praten met je familie, écht praten, is dat iets wat je iedereen zou aanraden?
Evelien: “Met mijn mama kan het niet meer, maar ik heb het wel met mijn papa gedaan. Ik ben met een opnametoestel met hem in de tuin gaan zitten en heb hem een uur lang alles gevraagd: over mijn mama, over hun leven, over haar dood. Ik had natuurlijk die mooie kapstok van mijn podcast en het boek, maar eigenlijk zou iedereen die moed moeten hebben. Want hoe ouder je wordt, hoe nieuwsgieriger je wordt naar je afkomst. En de mensen die de antwoorden hebben, gaan er niet voor altijd zijn.”
Hoe heeft deze roadtrip jou en je familie veranderd?
Evelien: “Er zit veel trauma in mijn bloedlijn, en ik geloof erin dat dat trauma van generatie op generatie kan worden doorgegeven. Door te graven in mijn familiegeschiedenis en zo veel bespreekbaar te maken, denk ik dat er dingen geheeld zijn. Er is veel bovengekomen. Ik heb in de auto veel tijd gehad om mijn tantes vragen te stellen. Dat ging soms over banale dingen, bijvoorbeeld over hoe hun avonden er in de jaren vijftig uitzagen. Opeens herinnerden zij zich dingen die ze lang vergeten waren, en soms werd er dan ook gehuild. De roadtrip heeft dus op z’n minst helend gewerkt. ‘Je bent dingen aan het herstellen’, zo benoemde Jeroen Olyslaegers het. Ik ben er optimistisch in: dit hoeft niet nog generaties na mij een vernietigend effect te hebben. Alleen raakt het mij als ik eraan denk dat er nu weer mensen zijn die getraumatiseerd worden, zoals in Oekraïne of het Midden-Oosten. Maar ik geloof in de sterkte van het menselijke ras. Er zal altijd trauma zijn, en het zal worden doorgegeven, maar het zal ook weer stoppen.”
Wat heeft de trip voor jou betekend, Hera?
Hera: “Ik heb mijn twee groottantes leren kennen, en ben zo blij dat zij er zijn. Mijn oma heb ik nooit gekend en nu hebben tante Misha en tante Wanda haar rol overgenomen. Ik ben normaal gezien introvert, maar bij hen had ik dat niet. Ik voel mij nu ook meer thuis in de Poolse gemeenschap. Ik heb mijzelf nooit Pools gevoeld, nu ben ik mij daar meer bewust van.”
Door te graven in mijn familie-geschiedenis en zo veel bespreekbaar te maken, zijn er dingen geheeld. Er is veel bovengekomen
Evelien
Er is in je boek ook een kleine rol voor Libelle. Op een wikkel die in de jaren tachtig rond Libelle zat, vond je notities van je moeder.
Evelien: “Mijn mama was een Libelle-fan. Zij las de verhalen graag en scheurde het weekmenu uit. Alleen de mode vond ze te duur. Ik hoor haar nog zeggen: ‘1000 frank voor een broek, wie betaalt dat nu?!’ (lacht) Toen mijn moeder na de dood van mijn opa zijn Poolse oliebollen probeerde na te maken, noteerde ze het recept op de Libelle-wikkel. Elke keer bracht ze kleine verbeteringen aan in het recept, die ze dan ook weer op die wikkel schreef. Het lijkt onbenullig, het is máár een wikkel met data en receptuur, maar ook hier zit zo veel geschiedenis achter. En liefde.”
Benieuwd naar het boek en de podcast?
Roadtrip naar Auschwitz, zijn we niks vergeten?, door Evelien Rutten. Uitgeverij Pelckmans, € 24,50. De podcast (8 afl.) is o.a. te beluisteren op Spotify.
Nog meer lezen:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes