“Ik wilde Marcs dochter zijn. Meer nog: ik wilde dat hij op een dag de opa van mijn kinderen zou zijn”
De biologische vader van Eveline (35) leeft nog, maar een band heeft ze met hem nooit gehad. Anders is het met Marc, haar pluspapa, die op haar dertiende in haar leven kwam. Op haar 27ste werd Eveline door hem geadopteerd.
Eveline: “Op 19 april 2016 wandelden mijn kersverse papa Marc en ik, samen met mijn man en mijn mama het gerechtsgebouw in Gent buiten. Een rechter had net officieel gemaakt wat al jaren zo aanvoelde: dat Marc mijn vader is en ik zijn dochter. We doken het eerste koffiebarretje binnen dat we konden vinden en toostten daar op het einde van een tijdperk, en op een nieuw, onvoorwaardelijk en ‘voor altijd’-begin.”
“Ik heb een biologische vader, maar hij heeft er lang geleden al voor gekozen om geen rol in mijn leven te spelen. Mijn mama en hij waren heel jong toen ze mij kregen, amper achttien, en ze hadden een turbulente relatie. Ik denk dat mama heeft geprobeerd er iets van te maken, want na mij is mijn broer er nog gekomen, maar na zijn geboorte is mijn vader definitief vertrokken. Hij kreeg snel een nieuwe relatie en een nieuw kind, en heeft nooit meer achteromgekeken.”
Harde tijden
“Mama stond er op haar 21ste helemaal alleen voor met mij en mijn broer. Ze heeft keihard geknokt. Studeren was geen optie, dus ging ze in de frituur werken, terwijl mijn broer en ik bij mijn grootouders terechtkonden. Chapeau voor wat zij allemaal heeft gedaan om ons een goed leven te geven… Zeker nu ik zelf twee kleine kinderen heb, denk ik: mama, hoe heb jij dat eigenlijk allemaal klaargespeeld?”
“Mijn vader heb ik op enkele korte bezoekjes na nooit gezien, en toch heb ik als kind vaak gehoopt dat hij alsnog zou opduiken. Dat hij alsnog een vader zou willen zijn. Op grote momenten, bijvoorbeeld toen ik afstudeerde, dacht ik: wie weet is hij er nu…?”
Een teken van leven is er nooit gekomen van de grootouders van mijn vaders kant. Na een tijdje stop je met hopen.
“Ik herinner mij dat ik rond mijn twaalfde overal heb gezocht naar een bepaald type lappenpop. Die had ik als kleuter gekregen van mijn grootmoeder langs papa’s kant, maar was ik kwijtgeraakt. Ook met mijn vaders ouders was de band verbroken, en die pop proberen terugvinden, was een manier om nog ergens een lijntje open te houden, verbinding te zoeken. De pop heb ik nooit gevonden, een teken van leven is er nooit gekomen, dus na een tijdje leer je dat hopen af. Uit zelfbescherming.”
Altijd aan de zijlijn
“Mijn moeder leerde ondertussen een andere partner kennen, kreeg mijn halfbroer met hem, maar ook deze keer had ze pech. De relatie mislukte. Het waren geen makkelijke jaren voor ons gezin, want ondertussen waren er drie kinderen. Maar toen ik dertien was, verscheen Marc op het toneel. Mama leerde hem kennen via mijn tante, en na hun eerste date is hij eigenlijk niet meer vertrokken.”
“Marc woonde honderd kilometer verderop, had nooit een gezin gehad, maar op een manier die heel naturel aanvoelde, begon hij voor mijn moeder en voor ons te zorgen. Hij reed met mijn broers naar de voetbal en stond voor mij aan de zijlijn van het tennisveld te supporteren.”
Marc is met een ongelooflijke vanzelfsprekendheid in ons gezin en in zijn vaderrol gestapt.
“Marc is met een ongelooflijke vanzelfsprekendheid in ons gezin gestapt. Hij heeft nooit bewust gezegd: ‘Vanaf nu neem ik de vaderrol op.’ Dat is organisch zo gegroeid. Hij straalde uit dat we altijd bij hem terechtkonden. Tegen de vorige partners van mama rebelleerde ik, tegen Marc niet. Ik denk omdat ik aanvoelde dat ik hem kon vertrouwen, dat hij niet zou weggaan.”
“Dat gevoel dat hij het meende, werd nog versterkt toen hij met mama een kind kreeg, mijn halfzus Marie. Hij heeft ons nooit het gevoel gegeven dat we minder zijn kinderen waren dan Marie. Altijd liet hij blijken dat het gezin op de eerste plaats kwam. Zo was Marc een militair en moest hij in het begin nog regelmatig op missie. Dat was elke keer moeilijk. Mama stond er weer alleen voor, het voelde alsof we weer een eenoudergezin waren. Dus wat deed Marc? Geen missies meer.”
Een andere voor- én achternaam
“Ik werd steeds hechter met Marc, en dat, in combinatie met het ouder worden, zorgde voor een shift in gevoel tegenover mijn biologische vader. Ik besefte dat er voor hem nog maar weinig vaderrol over was om op te nemen. De hoop dat er nog een teken van leven of liefde zou komen, sloeg om in een soort daadkracht. Ik was dat gevoel van in de steek gelaten te zijn beu. Het was me te passief. Ik wilde iets dóén, iets zelf in handen nemen.”
“Ik besloot om te beginnen met mijn voornaam te laten veranderen. Ik heet Eveline, dat was de naam die voor mij gekozen was en die ook zo op mijn doopsuiker stond. Maar om de een of andere reden heeft mijn vader mij aangegeven als Evelien, met ‘ien’ dus. Ik heb dat pas ontdekt toen ik op mijn twaalfde mijn paspoort kreeg en daar mijn officiële naam zag staan. Dat heeft veel pijn gedaan. Ik dacht dat ik Eveline was, ik schreef het al jaren zo op al mijn toetsen.”
Het klopte voor mij niet dat ik de achternaam droeg van iemand die niets betekende in mijn leven.
“Waarom mijn vader mijn naam verkeerd heeft doorgegeven, weet ik niet. Rebellie, je-m’en-foutisme? Geen idee, maar voor mij voelde het alsof hij een stuk van mijn identiteit had verpest. Ik wilde dat rechtzetten, en gaandeweg kwam daar het idee bij om ook mijn familienaam te laten veranderen. Het klopte voor mij niet dat ik de naam droeg van een man die niets heeft betekend in mijn leven, ik wilde dát stuk van hem ook kwijt.”
“Omdat mijn grootouders mij voor een stuk mee hebben opgevoed, was mijn eerste idee om voor de achternaam van mijn mama te kiezen. Maar de band met Marc was ondertussen zo hecht dat zíjn achternaam krijgen nog veel logischer was. En zo rolde ik vanzelf in dat idee van de adoptie.”
“Alleen Marcs achternaam aannemen, zou al veel betekenen, maar juridisch zou ik nog altijd zijn dochter niet zijn. En ik wílde Marcs dochter zijn. Meer nog: ik wilde dat Marc op een dag de grootvader van mijn kinderen zou worden. De enige manier om dat wettelijk in orde te maken, was adoptie. Ook gevoelsmatig was dat voor mij het enige scenario dat klopte, de enige juiste keuze.”
Naar de rechtbank
“Om de adoptieprocedure in gang te kunnen zetten, moest ik het uiteraard eerst met Marc bespreken. En nee, dat ging niet zoals in de film met tranen en violen op de achtergrond. (lacht) Ik heb het gevraagd toen ik op een avond bij mijn ouders binnensprong, letterlijk tussen de soep en de patatten: ‘En, Marc, wil jij mij adopteren?’ “
“De vraag raakte hem, en mijn mama ook, maar er zijn geen grote woorden gevallen. Ik denk omdat het zo logisch was. Ik ben evenveel zijn dochter als hij mijn vader, dat voelde al jaren zo. Dat laten bekrachtigen, zou fundamenteel niks veranderen.”
Mijn biologische vader liet via zijn advocaat weten dat hij geen toestemming gaf voor de adoptie, maar mijn dossier was ijzersterk.
“De adoptie moest voor de familierechtbank komen: een rechter moest oordelen of ze gerechtvaardigd is. Mijn dossier was ijzersterk. Ik kon perfect motiveren waarom Marc mijn vader mocht zijn. Mijn biologische vader liet via zijn advocaat weten geen toestemming te geven voor de adoptie, maar kon niet uitleggen waarom niet, en was ook niet op de zitting.”
“Daartegenover stond mijn dikke stapel motivatie, dus voor de rechter was het snel duidelijk: de adoptie kon doorgaan. Ze gaf mij er nog een extra cadeautje bij: in het vonnis is de verandering van mijn voornaam ook opgenomen. Ik moest er dus geen aparte en kostelijke procedure voor opstarten.”
Geboortekaartjes en doopsuiker
“Omdat de adoptie voor mij voelde als een kantelpunt in mijn leven, heb ik geboortekaartjes laten maken met in het Engels de boodschap ‘Adoptie: een gezin opbouwen met toegewijde, blijvende liefde in plaats van biologische banden’. Ik verstuurde ze trots naar familie en vrienden, mijn mama zorgde voor nieuwe doopsuiker, theelichtjes. Iedereen was blij. En hoewel mijn broer niet voor een nieuwe achternaam of adoptie koos, respecteerde hij wel mijn keuze.
Mijn verdriet is er nog, maar mijn dankbaarheid voor Marc is zoveel groter.
“Sinds die nieuwe start is er stabiliteit en rust en gekomen. Mijn verdriet is er nog. Het gevoel dat een ouder je niet graag ziet, is zo’n fundamenteel gevoel van niet goed genoeg zijn, daar helpt geen enkele therapie tegen. Maar mijn dankbaarheid voor Marc is zoveel groter. Ik ben dat kleine meisje dat niet gezien is, maar evengoed die jonge vrouw die wél onvoorwaardelijke liefde voelt.”
“Het kan tegenzitten in het leven, je kunt traumatische dingen mee-maken, maar dat kan ook goedgemaakt worden. Als tiener was mijn chatnaam op msn ‘people always leave’, mensen gaan altijd weg. Zo voelde het voor mij. Maar Marc is gebleven en dat heeft mijn vertrouwen in mensen hersteld. Marc heeft mij geleerd wat onvoorwaardelijkheid is, en net omdat er geen biologische band is tussen ons, is dat voor mij nog extra waardevol.”
Samen naar de camping
“Marc zelf is niet de man van de grote woorden. ‘Ik ben er’ of ‘Ik ga er altijd zijn’, dat zegt hij wel, maar verder hoeft er niet gepraat te worden. Toen mijn man en ik vorig jaar trouwden, ben ik hem na de openingsdans gaan halen en hebben we op ‘Father and Son’ van Cat Stevens gedanst. Ik zie en voel dan dat hij aangedaan is.”
“Maar het zijn vooral zijn daden die boekdelen spreken. Wat hij doet voor mijn twee zoontjes, daar smelt ik van. Twee dagen per week gaat hij hen van school halen en dat is altijd dolle pret. Ook voor mijn moeder zorgt hij als de beste. Zij is altijd bezig, en hij is diegene die zegt: ‘Stop, we gaan even genieten en uiteten.’ “
“Elk jaar gaan we met z’n allen naar dezelfde camping in Spanje. Marc en mijn moeder zijn er al eerder dan wij en als we toekomen, hoor ik van iedereen dat Marc trots heeft aangekondigd dat zijn kinderen en kleinkinderen komen. Soms gebeurt het dat iemand zegt: ‘Amai ja, je ziet goed dat jullie vader en dochter zijn!’ Wij lachen daar dan om, maar stiekem blinken we van trots.”
Nog meer openhartige verhalen lezen?