Roze hart met fiets © Getty Images/iStockphoto

“Met mijn project wil ik mensen bewust maken over wat leven met kanker is. Ik heb intussen zelf een fiets gekocht: een knalroze!”

Ruth heeft acute leukemie, maar fietst eind augustus met het project van Kom op tegen Kanker een Franse col op

Ruth (35): “Als alles volgens plan verloopt, sta ik op zaterdag 24 augustus ’s morgens aan de voet van de Col des Saisies in de Franse Alpen, samen met zeventien vrienden, familieleden en collega’s. Het zou fantastisch zijn als ik samen met hen de steile rit van 35 kilometer kan afmaken, maar dat is niet mijn ultieme doel. Ik wil vooral mee aan de start staan, deel uitmaken van het team, niet gewoon van aan de zijlijn toekijken. Het is voor mij een symbolische daad. Tegen dan ben ik, na 28 lange weken, eindelijk klaar met mijn behandelingen. Als alle medicatie goed is aangeslagen, zit mijn kankerparcours erop. Hoop ik….

‘Je bloed is niet goed’

Ze zeggen soms over slecht nieuws: het was een donderslag bij heldere hemel. Bij mij was dat echt zo. ’s Ochtends zat ik bij de huisarts omdat ik moe was en aften had die niet genazen, in de late namiddag hoorde ik van diezelfde dokter: ‘Je bloed is niet goed, er is een vermoeden van leukemie.’ Suze, onze dochter van twee zat bij mij op de schoot, mijn vriend Christophe naast me. Compleet surrealistisch voelde dat. Het was een doodgewone woensdag, een paar dagen voor kerst, ik was in de namiddag nog bij mijn mama langsgegaan, had nog met Suze gespeeld.

Je hoopt nog ergens dat het oververmoeidheid is, of iets anders onschuldigs dat het slechte bloed verklaart, maar er was al een afspraak gemaakt voor een beenmerg-punctie de dag erna, dan weet je dat het écht niet goed is. Terug thuis heb ik veel geweend, veel mensen gebeld, en die nacht bijna geen oog dicht gedaan. Suze werd nog regelmatig ’s nachts wakker, en wij probeerden haar dan altijd in haar eigen bedje te laten liggen. Die nacht niet. Zonder aarzelen heb ik haar dicht bij mij genomen. Ik had dat nodig.

Mijn hoofd stond maar naar één ding: overleven. Onmiddellijk ben ik mijn valies beginnen te maken


Een paar uur na de beenmergpunctie de volgende dag, kreeg ik al telefoon: ‘Het is acute leukemie,
en je moet zo snel mogelijk met een behandeling beginnen.’ Er was een kans op stollingsproblemen en dus levensgevaarlijke bloedingen, ik moest diezelfde dag nog in het ziekenhuis opgenomen worden. Die keer heb ik geen 10 minuten geweend, mijn hoofd stond maar naar één ding: overleven. Onmiddellijk ben ik mijn valies beginnen te maken. Ze hadden mij met een helikopter mogen komen halen, ik wilde dat het opgelost werd. Nú.

Eenmaal in het ziekenhuis, werd ik onmiddellijk in isolatie geplaatst en werd er chemo opgestart. Ik had geen tijd om stil te staan bij wat mij overkwam. Zo zag ik Suze wekenlang niet, alleen via facetime, maar mijn focus lag op overleven. Om mij bezig te houden in mijn kamertje, begon ik met Lego. Ik maakte van die grote bloemen, dat leidde mij af. Ik schreef ook elke dag updates voor de dichte vrienden op Instagram. Ik was zo bruusk uit het normale leven gerukt, dat digitaal contact was nodig om connectie met de buitenwereld te behouden.

Ruthie’s route

Na vier weken mocht ik naar huis, en ik was uiteraard blij dat ik weer bij mijn gezin was, maar ik voelde me ook nutteloos en eenzaam. Ik had van mijn lieve familie en vrienden puzzels, kleurboeken, potloden, schilderen op nummer, diamond painting en noem maar op gekregen. Superlief, maar alleen daarmee vul je je dagen niet. Ik wilde opnieuw iets nuttigs doen, ergens deel van uitmaken, maar hoe? Mijn behandeltraject startte, ik zou vaak naar het ziekenhuis moeten en moe zijn.

Het antwoord kwam via Instagram. Ik volgde Kom Op Tegen Kanker en las een post over hun project ‘De col op’, een sportief evenement in de Franse Alpen. Het ging door op 24 augustus, net op het einde van mijn traject. Hoe symbolisch! Het was iets sportiefs, en er zou geld worden ingezameld voor kankeronderzoek. Ik voelde direct: dat is iets voor mij! Christophe verklaarde mij gek. Een col opfietsen terwijl je kanker hebt, dat klonk te tegenstrijdig. Maar bewegen is net goed, en het project zou mij een nieuw doel geven. Bovendien zou ik samen met anderen fietsen, zo zou ik mij verbonden blijven voelen.

Christophe ging erin mee, dus schoten we in actie. We kozen een naam voor het project, ‘Ruthie’s route’, en vroegen wie er mee wilde fietsen. Je moet 2000 euro inschrijvingsgeld betalen, dus wij zouden al tevreden zijn als er 8 man meedeed, maar het werden er 18! Ondertussen hebben we een website, een logo, zijn er tal van activiteiten georganiseerd om geld in te zamelen en heb ik een fiets gekocht. Een knalroze! Dit project doet me goed. Het houdt me bezig, leidt me af, en dwingt me om te fietsen. Als het gaat tenminste, want ik ben vaak moe van de behandelingen.

Ik wil mensen bewust maken over wat leven met kanker is. Er zijn nog zo veel misverstanden


Het enthousiasme en de inzet voor mijn project ontroeren me. Dat we met z’n 18 die berg gaan opfietsen, had ik nooit verwacht. Het heeft geholpen dat ik altijd open ben geweest over mijn ziekte, denk ik. Ik heb altijd updates gestuurd, ben nooit een gesprek of vraag uit de weg gegaan. Zo is het voor mijn omgeving ook laagdrempeliger om er voor mij te zijn. En voor mij geeft het delen me het gevoel iets te kunnen betekenen.

Ik wil mensen bewust maken over wat leven met kanker is. Er zijn nog zo veel misverstanden. Ik verlies bijvoorbeeld mijn haar niet. Ik wist niet dat dat kon, kanker hebben en er nog hetzelfde uitzien. Net zomin als ik wist hoeveel mentale impact de ziekte heeft. Of dat de medicatie niet alleen inwerkt tegen de kanker, maar ook serieuze bijwerkingen heeft, zoals die vermoeidheid.”

Wat als-scenario’s

Ik weet niet hoe het verder zal gaan na de beklimming. Als de behandeling gewerkt heeft, is het scenario eerst bekomen, en dan om de zoveel maanden op controle. Ik hoop dat ik in januari opnieuw mag gaan lesgeven, al zal dat in het begin maar 40% zijn.

Als het niet oké is, dan moet ik een beenmergtransplantatie ondergaan, maar daar heb ik nog niet veel uitleg over gekregen. Ik wil dat ook niet, ik wil me geen zorgen maken over ‘wat als’-scenario’s. Dat is niet altijd makkelijk. Soms word ik bang en denk ik: wat staat er achter het hoekje te loeren? Iedereen heeft weleens doem-scenario’s in z’n hoofd, en ik weet dat ze soms uitkomen. Dat het kán dat je het ene moment met je dochter aan het spelen bent en een uur later hoort dat je een levensbedreigende ziekte hebt. De kunst is om de angst je niet te laten verlammen.

Als ik me goed voel, probeer ik in het moment te blijven. Het is raar om te zeggen, maar dat lukt me nu beter dan voor de diagnose

Ik ga naar een psychologe en zij helpt mij daarbij. Als de paniek mij naar de keel grijpt, laat ik die toe, anders komt het er op een ander moment toch uit. En als ik me goed voel, probeer ik in het moment te blijven. Het is raar om te zeggen, maar dat lukt me nu beter dan voor de diagnose. Ik had graag de controle, was altijd bezig met ‘wat als’. Ik wilde altijd eerst de living aan de kant, alles in orde voor school. Als ik nu met Suze in bad ga en ze begint te pletsen, doe ik gewoon mee. Als zij springt in de zetel, spring ik harder.”

Kleine gelukjes

De laatste tijd durf ik ook steeds vaker te hopen op een goeie afloop. Alle testen waren tot hiertoe goed, de dokters hebben me zelf gezegd dat de kans groot is dat het goedkomt. London Grammar komt op 1 november naar Vorst Nationaal en ik heb tickets gekocht. Dat had ik een paar maanden geleden niet gedurfd. Ik ga ervan uit dat ik Suze in september naar school kan brengen voor haar eerste dagen in het klasje. Dat zou zo tof zijn. Al die kleine dingen ben ik hard gaan waarderen. Soms kijk ik van in de living naar buiten, waar Christophe met Suze aan het spelen is, en dan denk ik: het is te hopen dat ik hier nog lang mag zijn. Want je man met je dochter kunnen zien spelen, dat is alles.

Maar eerst dus: die col bedwingen. Ik ga proberen zoveel mogelijk te trainen met mijn roze, splinternieuwe fiets, maar als dat niet lukt, dan is met z’n allen genieten van Frankrijk ook goed. We verblijven met een groot deel van de groep in één chalet die we hebben gehuurd, dat wordt heel gezellig.”


Wil jij Ruths project steunen? Surf naar ruthiesroute.be.

Meer openhartige verhalen:

“Toen ik het moeilijk had, waren zij er voor mij. Dat ik nu voor hen zorg, vind ik maar normaal”
Mijn verhaal: Lidy was mantelzorger voor haar buurman en nu ook voor haar buurvrouw
“Midden in de nacht reed ik naar het ziekenhuis. Daar zagen ze de holte in mijn long. Ik had tuberculose…”
Mijn verhaal: Marie ontdekte op reis dat ze tuberculose had

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."