“Op geen enkel sms’je krijg ik antwoord. Tenzij: Laat me met rust, ik heb je niet nodig”
Ouderverstoting, zo heet het als een kind na de scheiding weigert om nog naar z’n vader of moeder te gaan. Sandra maakt het mee: haar dochter vertrok twee jaar geleden.
“Na dertien jaar was het huwelijk tussen Ben en mij op. We maakten geen ruzie, dat niet, maar we deden ook niks samen. Hij zat altijd in zijn werkhuis te prutsen, ik stond alleen in voor de opvoeding van onze dochter Stella. School, hobby’s, vriendjes… het kwam allemaal op mijn schouders terecht.
Een paar maanden voor ik definitief vertrokken ben, kreeg ik een zware allergische reactie op medicatie. Ik had een nekblessure opgelopen na een val van mijn paard en kreeg hiervoor injecties, waar ik slecht op bleek te reageren. Ik kreeg een paniekaanval, en het bleef niet bij één. Plots durfde ik niet meer alleen te blijven in huis, ik durfde de wagen niet meer in… Ik ben hulp gaan zoeken en heb me zes weken laten opnemen om die angstaanvallen onder controle te krijgen. Toen werd me pijnlijk duidelijk dat ik moederziel alleen was in ons huwelijk. Hij kwam me niet bezoeken, kwam me niet oppikken aan het station toen ik weer naar huis mocht. Vroeger zou ik me erover gezet hebben, want zo was Ben nu eenmaal. Maar ik kon het niet meer, het was op. Enkele maanden na die eerste paniekaanval, ben ik bij hem weggegaan.
Stella was heel boos op mij: ík was weggegaan, ík had papa pijn gedaan. Terwijl er zoveel meer achter zat
Ben was in shock door mijn beslissing. Hij wilde het nog opnieuw proberen, heeft me gesmeekt hem nog een kans te geven. Maar ik stond al veel verder in mijn proces, ik wilde mijn leven weer oppikken. En dus bleef Ben wonen in ons huis en huurde ik een huisje iets verderop. Voor Stella werkten we een regeling in co-ouderschap uit. Zij was toen elf en heel kwaad, vooral op mij. Ze wilde geen kind zijn van gescheiden ouders, ze was boos omdat ik papa zoveel verdriet deed. En ze speelde ons ook uit tegen elkaar, dat hadden Ben en ik allebei snel door. In het begin wilde ze niet naar papa, want die had geen tijd voor haar, zei ze. Ik heb toen nog op haar ingepraat en gezegd dat het zou beteren, dat papa tijd zou maken voor haar. En dat deed hij ook. Eigenlijk ging het best oké, Ben en ik maakten samen afspraken en daar hielden we ons aan. Het ging, niet makkelijk, maar het ging.”
Mishandeld met de paardenzweep
“Tot ik iemand anders leerde kennen. Ben was ervan overtuigd dat ik hem al bedrogen had tijdens ons huwelijk. Hij maakte er zijn eigen verhaal van: deze man had zijn relatie kapotgemaakt. En ook Stella begon steeds moeilijker te doen. Ze wist dingen waar kinderen van haar leeftijd niet mee bezig moesten zijn, ze moeide zich met dingen waar ze geen zaken mee had, zoals de financiële kant van onze scheiding, wat we zouden doen met het huis. Ze was altijd een kind geweest dat exclusieve aandacht opeiste en heel snel kwaad werd als er haar dingen werden opgelegd. En dat werd nu erger, ze werd steeds bozer. ‘Jíj bent weggegaan, jíj hebt papa pijn gedaan’, verweet ze me. Ik merkte ook dat Ben veel over mij praatte – niet per se tegen haar, maar wel tegen andere mensen als zij in de buurt was. Ze ving veel dingen op die ze maar half begreep, fantaseerde er ook woorden en verhalen bij.
Een paar maanden na de scheiding is het echt misgelopen. Ben liet me op een dag doodleuk weten dat hij met Stella naar de psycholoog geweest was omdat ze het moeilijk had met onze breuk. Ik zei hem dat hij dat niet kon zonder mijn toelating, maar stemde uiteindelijk wel in met een volgend bezoek, ook al vond ik het niet oké dat ik hierbuiten was gehouden. Na enkele sessies met Stella werd ik apart uitgenodigd voor een gesprek. De psycholoog zei me: ‘Uw dochter vertelt me dat u haar mishandelt met de paardenzweep’. Ik wist niet wat ik hoorde. ‘Stella zegt dat?! Hoezo?’ ‘We geloven haar niet hoor, dus u hoeft zich geen zorgen te maken.’ Maar ik maakte me wél zorgen: mijn kind ging vertellen dat ik haar mishandeld had? Ik snapte écht niet wat er gebeurde. Ik heb Ben ermee geconfronteerd bij diezelfde psycholoog. ‘Wil je zeggen dat mijn kind liegt?’ vroeg Ben mij. ‘Wil je zeggen dat ík haar mishandel?’ antwoordde ik. Gelukkig geloofde de psycholoog Stella’s verhaal niet. Aan Ben gaf ze de raad om zich anders op te stellen tegenover mij, want Stella had duidelijk partij gekozen voor hem, ze was tegen haar moeder. Het was de laatste keer dat Ben bij die psycholoog is geweest met haar.
Buiten mijn weten om was Ben met Stella naar een psycholoog geweest. Daar had ze verkondigd dat ik haar mishandelde
Een paar weken later – ik had Stella niks gezegd over haar aantijging – heeft ze op een avond na een banaal conflict naar Ben gebeld. Wat er gebeurd is, weet ik niet, maar ze raakte helemaal overstuur en Ben stond iets later voor de deur. Ik dacht dat we met ons drieën aan tafel zouden gaan zitten om te praten, maar ze zijn de auto in gestapt en weggereden. En dat is de laatste keer dat ik haar bij me gehad heb, nu bijna twee jaar geleden. De volgende dag ben ik naar Ben gereden, en toen zei Stella: ‘Ik wil niet meer naar jou komen.’ En Ben voegde eraan toe: ‘Stella blijft hier.’”
Koetjes en kalfjes
“Ik ben meteen naar een advocaat gestapt die de zaak voor de rechtbank heeft getrokken. Alle partijen zijn gehoord – Stella, ik, Ben, en die is natuurlijk meteen begonnen over die mishandelingen. Ik besefte dat ik machteloos stond, want hoewel de psycholoog zei dat er niks van aan was, kon ik niet veel doen. Stella was geen kleuter meer die je oppakt en in de wagen duwt. Ze was elf, ik kon haar toch niet dwingen om naar haar moeder te komen? Dat wilde ik niet, niet voor haar, niet voor mij, niet voor Ben. De rechter stelde contactherstel voor via het CAW (centrum voor algemeen welzijn, n.v.d.r.). Stella en ik zouden een aantal gesprekken hebben om de toenadering te bevorderen. Ze hadden me op het hart gedrukt er geen zware gesprekken van te maken, maar ervoor te zorgen dat het vooral leuk was. Dus maakten we slijm samen, speelden spelletjes, praatten over koetjes en kalfjes… Dat ging allemaal goed. Maar als ik zei: ‘Ik heb je gemist’, dan zei ze niks terug. En als ik vroeg of ze eens iets samen wilde doen, zoals een ijsje gaan eten, reageerde ze niet. De begeleidster in het CAW heeft mij toen na enkele gesprekken gezegd: ‘Hoe fijn het hier ook is, je geraakt nergens. Ben staat lijnrecht tegenover je, net als Stella. Ze wil je niet zien.’ Ook toen is Ben aangesproken op zijn gedrag tegenover mij, en ook toen heeft hij de gesprekken stopgezet.
Ik ben opnieuw naar de rechter gestapt, die ouderbemiddeling in groep voorstelde. ‘Ik heb hier geen ervaring mee’, zei ik hem eerlijk, ‘maar als u denkt dat het ons dichter bij elkaar kan brengen, dan doe ik dat.’ Uiteindelijk wilde Ben niet. Er werd een vonnis uitgesproken dat het contact ‘in onderling overleg’ moest gebeuren. Wat natuurlijk niet gebeurt, want noch Ben, noch Stella wil me zien of horen.”
Communie in een andere kerk
“Die uitspraak kwam net voor de feestdagen, nu een dik halfjaar geleden. Ergens wist ik dat dit zou gebeuren, maar toch: die gesprekken bij de rechter, de verzoeningspogingen bij het CAW… Ik had gehoopt dat het goed zou komen. En ik zag Stella tenminste nog om de zoveel weken, nu was ze definitief weg.
Na het vonnis kwamen alle emoties van de voorbije maanden boven – ik was op, verdrietig, boos ook. Overal in huis zag ik haar lege plek – de lege stoel aan de feesttafel met kerst, haar bed dat onbeslapen bleef. Toen ik in januari veertig werd, kreeg ik geen telefoontje van haar, geen sms, niks. Toen ben ik echt ingestort. Ik ben drie weken thuis gebleven van het werk en heb hulp gezocht bij een psycholoog. Maar dat was niks voor mij, zo praten over mijn verdriet – Stella kwam er niet mee terug. Ik heb toen wel besloten haar elke twee weken een berichtje te sturen.Gewone dingen, zoals ‘We hebben een hond gekocht’, ‘Hoe was de vakantie?’ of ‘Ik mis je’. Maar ze reageert niet, en als ze antwoordt, stuurt ze iets als ‘Laat ons gerust’.
De dag dat Stella haar communie deed, ben ik gaan kijken in de kerk. Toen ik haar nergens zag en een schoolvriendinnetje aansprak, zei die: ‘Stella heeft gisteren in een andere parochie haar communie gedaan.’
Afgelopen lente was het communie hier in de parochie. Ik was uiteraard niet uitgenodigd, maar ik ben die dag toch gaan kijken in de kerk. Ik zat helemaal achterin zodat Stella me zeker niet zou kunnen zien. Ik wilde haar dag niet verpesten of keet schoppen, ik wilde haar gewoon even zíén, weten welke kleren ze droeg. Maar toen ik haar nergens in de kerk zag en een schoolvriendinnetje aansprak, zei die: ‘Stella heeft gisteren in een andere parochie haar communie gedaan.’ Toen ben ik woedend geworden. Ik heb iedereen een sms gestuurd: Ben, zijn ma, pa, zijn broer… Ik heb hen gezegd: ‘Hoe zouden jullie je voelen als je je eigen kind niet meer mag zien?’ En ook naar Stella heb ik een sms gestuurd, dat ik in de kerk zat en het heel erg vond dat zij de dag ervoor haar communie al had gedaan. Toen heeft ze me wel geantwoord: ‘Ik heb nu het perfecte leven met papa, laat ons met rust en stop met papa zwart te maken. Jij bent vertrokken. Ik snap dat je het erg vindt dat je mij niet meer ziet, maar dan had je maar moeten nadenken voor je begon.’”
Alles of niks
“Stella is nu dertien. Ze wordt stilaan een puber, een vrouw. Maar ik zie het niet meteen goedkomen. Iedereen die Ben aanspreekt op zijn gedrag tegenover mij, zet hij aan de deur. Het enige waar ik op kan hopen, is dat zijn emmer op een dag overloopt – Stella is de baas daar thuis hoor ik, ze krijgt alle aandacht van hem. Misschien ontploft de bom als ze goed en wel begint te puberen en staat ze op een dag weer aan mijn deur? Of misschien komt Ben een lieve vrouw tegen die hem op andere gedachten kan brengen? Maar zolang Stella onder Bens vleugels zit en alleen maar negatieve dingen te horen krijgt, komt het niet goed, daar ben ik zeker van.
Ondanks de leugens die ze verteld heeft, voel ik me niet verraden door mijn dochter. Ik heb haar tijdens een van onze CAW-sessies weleens geconfronteerd met wat ze over mij had verteld, over die mishandeling. Toen ik haar vroeg waarom ze dat gedaan had, zweeg ze. Maar die blik in haar ogen… Later heeft ze toegegeven aan een CAW-begeleider dat ze zich die mishandeling niet meer herinnerde, en ik geloof haar. Ik denk dat ze niet bewust loog, maar dat ze écht haar eigen leugens gelooft. En nee, waarom ze me dit aandoet, dat snap ik niet. Stella was geen makkelijk kind, nooit geweest. Ze zei vroeger al dat ze werd gepest op school, dat ze niet gelukkig was. Maar dan nodigde ik thuis vriendjes uit en had ze de tijd van haar leven. Of ze kon de ganse avond met kinderen uit de buurt spelen, uitzinnig van vreugde. Maar ging er één ding mis, was er één akkefietje, dan wilde ze die nooit meer zien. Zo is Stella altijd geweest: het was alles of niks. Hoge pieken, diepe dalen.”
Laatste troefkaart
“Ik heb geen idee wat de toekomst brengt. Elke dag twijfel ik wat ik ga doen. Ik zou geld geven om nog eens een ijsje met haar te gaan eten, of haar gewoon nog eens te zíén. Ik heb schrik voor de dag dat ik op straat mijn eigen dochter voorbijloop omdat ik haar niet meer herken, dat zou ik verschrikkelijk vinden. Soms ben ik heel strijdvaardig en denk ik: ik stap opnieuw naar de rechtbank. Maar op andere momenten denk ik dat het beter is om het zo te laten. Ik wil niet meer trekken aan Stella, want zo duw ik haar alleen maar verder weg. Ik heb contact gehad met een vrouw die als kind haar vader had verstoten en die zei me: ‘Ik was zó blij dat mijn vader stopte met aandringen.’ Die vader had wel niks meer laten horen, dat kan ik niet. Dus ik blijf haar elke twee weken een sms sturen.
Ik hoop dat ze later zal beseffen dat ik niet de slechte ben, dat ze voor zichzelf zal nadenken. Want zolang ze onder Bens vleugels zit, komt het niet goed, dat weet ik zeker
Ik hoop dat ze later, als ze oud en wijs is, gaat beseffen dat ik niet de kwaaie in dit verhaal ben. Misschien over tien jaar, als ze weg is bij haar papa, of een vriendje heeft, of als ze zelf een kindje krijgt… Dan hoop ik dat ze zélf nadenkt over alles wat wij samen hadden. En dan komt ze er wel uit… Ik heb nog een hele mooie brief van Ben van net na de scheiding, waarin hij toegeeft dat hij snapt waarom ik ben weggegaan. Als Stella die brief zou lezen, zal ze misschien snappen waarom ik ben weggegaan. Het is een troefkaart die ik achter de hand hou, voor later.
Natuurlijk heb ik heel vaak aan mezelf getwijfeld. Heb ik het zo slecht gedaan als moeder? Die periode van mijn paniekaanvallen, dat moet moeilijk geweest zijn voor Stella. En we zijn allebei nogal opvliegend, misschien is ze weleens bang geweest van mij? Het is ook wat mensen denken natuurlijk: een dochter die haar moeder niet wil zien, daar zal wel iets heel ergs zijn misgegaan in de opvoeding. Ik snap dat. Ik heb tien jaar op een personeelsdienst gewerkt, ik vormde ook mijn mening over mensen. Ik troost me met het idee dat mijn nieuwe vriend twee kindjes heeft die om de week bij ons wonen, en die vinden het hier wel fijn. Zo slecht doe ik het dus toch niet als moeder. En ik blijf hopen dat we op een dag weer allemaal samen hier aan tafel zitten. Toen we dit huis kochten, waren er twee kinderslaapkamers. De kinderen van mijn vriend wilden elk één slaapkamer, maar dat kreeg ik niet over mijn hart. Dus slapen zij samen. En als Stella ooit komt binnenstormen hier, is er een slaapkamer vrij voor haar.”
Uit Libelle 31/2018.
Meer openhartige verhalen:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!