“Het thuisonderwijs putte me helemaal uit, maar mijn zonen eindelijk zien openbloeien, gaf me kracht”
Brigitte gaf thuisonderwijs aan haar drie zonen, nadat ze de diagnose autismespectrumstoornis kregen. Nu, twintig jaar later, helpt ze andere gezinnen als autismecoach in haar eigen praktijk.
Een groot gezin
Brigitte (55): “Als vierde kind in een rij van zes wilde ik zelf ook een groot gezin. Gelukkig trof ik een man die er net zo over dacht. Twee jaar na ons huwelijk kregen we een zoon; Jannick. Daarna volgden nog dochter Sarah en tweeling Arne en Leander. In die tijd werkte ik als secretaresse, maar met vier jonge kinderen in huis zette ik mijn job tijdelijk on hold. De eerste problemen met Jannick ontstonden in de kleuterschool. Voor de juf was hij een droom, hij was rustig en deed consequent wat van hem gevraagd werd, maar hijzelf kon niet aarden.
En ook thuis zag ik gedrag dat ik niet kon plaatsen. Hij was een teruggetrokken kind dat heel veel huilde. Als er bezoek kwam, verstopte hij zich onder tafel of achter de gordijnen. Hij wilde mensen niet begroeten, keek ze zelfs niet aan. Eten was een ander pijnpunt. Jannick kon de structuur van bepaalde voeding in zijn mond niet verdragen. ‘Breng hem maar bij ons,’ reageerden mensen in mijn omgeving vaak, ‘dan zal hij wel leren eten.’ Dergelijke opmerkingen kwetsten me. Ze gaven me het gevoel dat ik tekortschoot als moeder.
Ik werd verteerd door schuldgevoelens, ik had mijn jongens zo vaak en lang geforceerd om dingen te doen die ze niet aankonden
“Toen vielen de puzzelstukjes op hun plaats”
Met het ouder worden beterde het niet. Jannick naar school brengen werd een regelrechte uitdaging. Vriendjes had hij niet, de leerstof boeide hem niet. Schooluitstappen zorgden voor zoveel stress dat hij bleef overgeven tot ik hem weer ophaalde. Hoe ik ook zocht naar manieren om het leven draaglijker voor hem te maken, ik vond ze niet. Vaak huilde ik mezelf ’s nachts in slaap of lag ik urenlang te piekeren. Ik begreep niet wat er met hem aan de hand was. Uiteindelijk was het de kinderarts die me adviseerde om Jannick te laten testen. Daaruit bleek dat hij een ernstige vorm van autismespectrumstoornis had. Met die diagnose vielen de puzzelstukjes op hun plaats. En ook al was het geen fijne boodschap om te horen, het luchtte op. Eindelijk werd bevestigd dat het niet aan mijn opvoeding lag.
In onze tweeling herkende ik veel van het gedrag van de oudste. Dat zij in het tweede leerjaar eveneens werden gediagnosticeerd met ASS verwonderde mij dus niet. In diezelfde periode werd ik voor een ultimatum gesteld op mijn werk: voltijds terugkeren of volledig stoppen. Ik deed mijn werk graag en miste mijn collega’s, maar tegelijkertijd zag ik hoe het bergafwaarts ging met mijn kinderen. Ze vermagerden zienderogen van de stress die school teweegbracht en sliepen nog nauwelijks. Dat had ook een zware impact op mij. Urenlang praatte ik met hen om hen gerust te stellen, maar zelf was ik continu ongerust.
Geen sociaal leven meer
Daarnaast werd ik verteerd door schuldgevoelens, ik had mijn jongens zo vaak en lang geforceerd om dingen te doen die ze niet aankonden. Na lang wikken en wegen besliste ik om mijn job op te geven en hen thuis te onderwijzen. Ik wilde hen niet nog meer schade berokkenen. Vanaf dat moment veranderde mijn leven compleet. Mijn dagen werden opgeslorpt door de zorg voor de jongens. Een sociaal leven had ik niet meer. Tijd om daarbij stil te staan was er niet, dat kon ook niet want dan zou ik het niet hebben volgehouden. Ik cijferde mezelf volledig weg. De enige me-time die ik had, was tijdens het joggen. Dat deed ik vier keer per week. Het gaf me de kans om mijn hoofd leeg te maken, om er weer een paar dagen tegenaan te kunnen. Maar de meeste kracht putte ik uit het zien openbloeien van mijn jongens, ze weer te zien lachen.
Als ik zie wat mijn vier kinderen hebben bereikt, dan zwel ik van trots
Ondertussen zijn we twintig jaar verder. Alle drie hebben ze met succes universitaire studies gedaan. Toen ze stilaan hun weg begonnen te vinden en mij minder nodig hadden, voelde ik hoezeer de jaren van inzet hun tol hadden geëist. Mijn lichaam was op. Ik was intens moe. Maar ik weigerde eraan toe te geven. Integendeel, ik stond te trappelen om weer aan de slag te gaan, ditmaal voor mezelf.
Terug tijd voor mezelf
Omdat ik iets wilde doen met mijn inzichten, lag het volgen van een opleiding tot autismecoach voor de hand. Ik raasde er in sneltreinvaart doorheen en richtte een coachingspraktijk op: Autica. In mijn praktijk wil ik kinderen en jongeren samen met hun ouders ondersteunen in het omgaan met hun autisme. Liefst van al wil ik gezinnen begeleiden in hun thuissituatie, maar ik merk dat niet iedereen daarvoor openstaat. Daarom heb ik nu een praktijkruimte gehuurd.
Ik hoop snel met effectief begeleiden te kunnen starten. Dat vooruitzicht geeft me energie. Mijn hoofd barst van de plannen en de ideeën. Het mooie is dat ik die kan aftoetsen bij mijn eigen zonen. Dit keer zijn zij degenen die mij vooruit helpen. Mijn jongens zijn van mening dat ik mezelf heb opgeofferd voor hen en daar zijn ze me dankbaar om, maar zelf ervaar ik dat niet zo. Ik heb ook niet het gevoel dat ik van alles moet inhalen. Wel neem ik nu bewust tijd voor mezelf om te genieten van dingen die ik leuk vind. Vaak samen met mijn dochter. Mijn gezin blijft voor mij het allerbelangrijkste. Als ik zie wat mijn vier kinderen hebben bereikt, dan zwel ik van trots. Mocht ik opnieuw kunnen beginnen, dan nam ik zonder twijfel weer exact dezelfde beslissing.“
Uit: Libelle 42/23 – Tekst: Renate Kerkhofs
Meer openhartige verhalen
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!