© Getty Images

Mijn verhaal: de man van Gaby overleed bijna aan een wespensteek

“Die ene wesp heeft ons leven veranderd. De angst om gestoken te worden, is er altijd”

De man van Gaby overleed bijna aan een wespensteek

Gaby (60): “2 juli, vorig jaar. Een prachtige zondag. Ik was de woonkamer beginnen te poetsen, mijn man Jan was achteraan in de tuin aan het kippenhok aan het werken. Op een bepaald moment bracht hij een oud wespennest binnen. Dat zat tussen het hout achteraan. ‘Dat zullen de kippen lekker vinden’, zei hij. Nooit is hij bang geweest van wespen of bijen. Als hij al eens gestoken werd, trok hij de angel uit zijn arm en deed hij gewoon verder.

Niet veel later ging ik buiten eens kijken hoe het met het kippenhok was. ‘Alles goed, al heeft er me wel net een wesp gestoken. Hier, in mijn rechterbovenarm.’ Hij maakte er geen probleem van, dus ik ging terug naar binnen. Plots hoorde ik: ‘Gaby, ik voel me niet goed!’. Ik liep naar de achtertuin en zag Jan nog net bewusteloos vallen. Net op tijd ving ik hem op, ik had geen idee wat er aan de hand was. Een hartaanval? Een hersenbloeding? Toch niet die stomme wespensteek? Ik wilde de ziekenwagen bellen, maar mijn man was net even bij bewustzijn en wuifde mijn bezorgdheid weg. ‘Maar Gaby toch, dat is toch niet nodig.’ Waarop hij terug flauwviel én ik zag dat zijn broek nat was.”

1000 steken tegelijk

“In mijn paniek kon ik niet op het noodnummer komen en belde ik naar 911, zoals in de Amerikaanse series waar ik graag naar kijk. Gelukkig werd ik toch doorverbonden en stuurden ze zo snel mogelijk een ambulance. ‘Maar we sturen meteen ook een mug’, zeiden ze me. Tegen dan begon Jan te zweten, op te zwellen en rood te worden en ook hevig over te geven.

Iedereen bleef zeggen dat het goed was dat ik gebeld had. Bij mij drong het nog niet helemaal door

De hulpverleners van de eerste ziekenwagen, die intussen gearriveerd was, zeiden dat zijn bloeddruk maar blééf dalen. Toen de mug arriveerde, ploften de dokters een spuit met adrenaline in hem, met de woorden: ‘Hopelijk zijn we niet te laat.’ Iedereen bleef zeggen dat het goed was dat ik gebeld had. Bij mij drong het nog niet helemaal door. Toen Jan stabiel was, wilde ik hem nog andere kleren aandoen, maar de dokters hielden me tegen. ‘Mevrouw, we moeten NU weg.’ Met de sirenes aan vlamden ze weg.


In het ziekenhuis was Jan na enkele uren weer helemaal de oude. Behalve wat vermoeidheid kon je niets meer aan hem zien. We kregen een voorschrift voor een epi-pen en een afspraak bij allergologie. Tot dan wist ik niet eens dat zo’n dienst bestond! We konden het niet geloven. Hoe kon het dat Jan, die al vaker gestoken was, nu pas zo’n reactie had gekregen? Maar uit onderzoeken bleek dat het kon kloppen: de steek had iets getriggerd waardoor één wespensteek bij hem vanaf nu gelijk staat aan 1000 steken. Dodelijk dus.

De steek had iets getriggerd waardoor één wespensteek bij hem vanaf nu gelijk staat aan 1000 steken

We leerden allemaal in ons gezin met een epi-pen werken. Door de broek heen steken, dan meteen de ambulance bellen, en daarna nog een spuit zetten. Niet aarzelen, maar doen. Wat ik het vaakst heb gehoord in het ziekenhuis en van de dokters, was dat het goed was dat ik niet gewacht heb om de ziekenwagen te bellen. Als het gif in zijn bloed was gekomen, was het anders afgelopen. ‘Een halfuur later en hij was er niet meer geweest’, zei de dokter. Dat besef is nu wel doorgedrongen.

Wat volgde, was een vreselijke zomer. De hele dag was ik ongerust. Vanop het werk belde ik elk uur naar mijn man om te vragen of alles oké was. Of hij geen wesp gezien had. Of hij wel voorzichtig was. Ook Jan was getraumatiseerd. Waar hij vroeger nooit bang was, durfde hij de eerste maanden geen hout meer te halen voor onze kachel. Tussen dat hout zwermen vaak wespen en hij durfde het risico niet meer te nemen. Los van de angst moest hij ook meteen beginnen met immunotherapie. Acht weken lang moest hij elke week een spuit met wat gif van de wesp krijgen in het ziekenhuis, om er immuun voor te worden. Maar van die spuiten werd hij ziek en was hij drie dagen uitgeput.”

Bang van de zomer

Die ene wesp heeft ons leven veranderd. Vroeger zaten we graag op een terras en wuifden we die beesten weg als ze ons kwamen lastigvallen. Nu vertrekken we meteen als we er één zien. We houden zo van de zomer, maar de angst is sindsdien altijd aanwezig. Het is heel vreemd, hoe zo’n klein beestje van twee centimeter een man van bijna twee meter klein kan krijgen. Maar dit is nu ons nieuwe leven. Jan zei onlangs dat hij eigenlijk nog eens gestoken zou willen worden. Om te zien of die immunotherapie eigenlijk wel werkt. Maar mijn antwoord is duidelijk: liever niet. Ik ben hem al één keer bijna kwijt geweest, ik wil dat niet meer meemaken.”

Meer openhartige verhalen:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."