Sara
Groeten uit Zweden: “Ik wil gezond eten als voorbeeld voor de kinderen, maar soms lijkt het averechts te werken”
In een ander land opnieuw beginnen met je hele gezin: we dromen er misschien allemaal weleens van, maar Sara dééd het gewoon. Hier lees je haar column over het leven met kinderen zoals het is, in Zweden.
Wie is Sara? 43, getrouwd met Phil en mama van twee karaktervolle kids, Elias (15) en Stina (13). Ze ruilden hun Hasseltse stadswoning in voor het lagom leven in Småland, Zweden.
Een snelle blik op de weerapp: er stond me een grijze week te wachten met temperaturen waar je ook al niet vrolijk van wordt en hier en daar een stevige wind. Ik ga er niet over liegen: bij dit soort weer vind ik het erg moeilijk om mezelf te motiveren om voldoende buiten te komen. Geef me dan maar de lokroep van een heerlijk krakende laag verse sneeuw of die eerste lentezon die je lichaam en geest verwarmt.
Ik zag het somber in, maar nam me voor toch elke dag een korte wandeling in te plannen. Het leek alsof ze me hierboven beloonden met een schouderklopje voor moed en motivatie, want even later brak de zon dan toch even door het dichte wolkenveld. Ik wist wat me te doen stond: alles laten vallen, dikke jas en schoenen aan en naar buiten!
Gezond eten als levensstijl
Toen ik zag dat ik de nieuwste aflevering van mijn favoriete podcast Zonder Zever – ook een schouderklopje voor jullie, dames! – nog niet had beluisterd, maakte mijn hart een spreekwoordelijk sprongetje. Het laatste beetje motivatie dat ik nodig had kwam van Rudy Proesmans, de gast van de dag, die het over gezonde voeding had.
Ik leerde gezonde voeding als kind kennen dankzij de natuurvoedingswinkel in de familie. Ik hield van de geur, van de bio kaas, van het zuurdesembrood en de verse vleesvervangers…
Nog voor ik het bospad bereikte, bevond ik me in een soort hyperfocus. Mijn aandacht zat enkel en alleen bij wat de dokter te vertellen had. Het klinkt ook allemaal zo logisch wat hij zegt, maar af en toe heeft een mens een reminder nodig. Niet het veroordelende vingertje, maar iemand die zachtjes op je schouder tikt en vriendelijk fluistert ‘niet vergeten, hé’.
Gezond eten is altijd een dingetje geweest, zelfs – onbewust – toen ik kind was. Je zou kunnen stellen dat het er met de paplepel ingegoten is. Mijn tante en meter hadden namelijk de allereerste natuurvoedingswinkel in het dorp waar ze woonden. Er was toen geen hype rond superfoods of geen urge om minder vlees te eten, maar die winkel bleek achteraf gezien van groot belang. Ik hield van de geur, van de biologische kaas die ik af en toe zelf mocht snijden, van het heerlijk zuurdesembrood met zo’n hostie-achtig label bovenaan en van de verse vleesvervangers vol peulvruchten.
Fanatiek vs fika
Ik doe echt m’n best om gezond te eten en schrap al sinds mijn vijftiende vlees uit het menu, maar wil mezelf geen fanatiekeling noemen. Een goed stuk chocolade, een kaneelbol als het fikatijd is of een pizza op vrijdagavond, het gaat er goed in. Tijdens mijn studentenjaren dronk ik graag een pintje en liet me zelfs af en toe verleiden door een vlezig hapje van de frituur.
Ook al eet ik nu helemaal geen vlees meer en drink ik amper nog alcohol, toch blijf ik fan van het principe dat je af en toe eens mag zondigen. Gaat het niet allemaal om evenwicht, denk ik terwijl ik in de verte een kruising zie en besef dat ik het pad door het bos dat ik wilde nemen gemist heb. Mijn oorspronkelijk bedoelde korte wandeling zou wat langer uitvallen, maar dat is oké, dokter Proesmans blijft namelijk heerlijk verder vertellen. En aangezien ook beweging cruciaal is, neem ik die omweg er graag bij.
Practice what you preach. Of werkt dat niet bij rebelse pubers die gezonde voeding liever niet op het menu zetten?
Evenwicht dus. Dat is exact wat ik mijn kinderen wil bijbrengen en ik heb het gevoel dat ik daar nog een lange weg in af te leggen heb, als ik de vleesconsumptie bekijk van onze intussen puberende kinderen. Vlees is nooit een verboden product geweest, alleen stond het bij ons niet op tafel. Intussen zijn ze groot genoeg om af en toe zelf een potje te koken en dat is veel minder gezond dan ik zou willen. Vlees speelt een grote rol voor de zoon die van krachttraining houdt, en de dochter profiteert maar wat graag van de kipfiletjes die hij klaarmaakt. Fruit gaat er gelukkig vlotjes in, groenten hebben wisselend succes, maar als de maaltijd té gezond wordt, trekken ze simultaan hun neus op.
Werkt de practice what you preach-aanpak hier niet? Of gaat het hier om de rebelse puber die gezonde voeding liever niet op het menu zet en zich maar wat graag afzet tegen de ouders, zéker als daar een lekker stukje vlees mee gepaard gaat?
Meer verhalen uit Zweden:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!