Interview met spoedarts Tania Desmet van UZ Gent
Spoedarts Tania Desmet: “Een kind niet kunnen redden, is zó heftig. Ik hoor de stem van elke moeder nog in mijn hoofd”
Van dronken student tot een reanimatie die je je hele leven bijblijft: als spoedarts moet Tania Desmet altijd op álles voorbereid zijn. Ze vertelt over haar job en de aspecten waarmee ook zij het soms moeilijk heeft.
Stressbestendig, dat moet je zijn als je een goede spoedarts wilt zijn, maar dr. Tania Desmet vertrouwt me toe dat ze toch wel wakker gelegen heeft van dit interview. Veel liever loopt ze rond in haar doktersjas, helpt ze mensen in nood of geeft ze haar kennis door aan andere artsen in de opleiding urgentiegeneeskunde.
Waarom heb je voor de specialisatie spoedarts gekozen?
Tania Desmet (38): “Oorspronkelijk dacht ik eerder aan gynaecologie of endocrinologie, maar tijdens je basisopleiding heb je zeven jaar de tijd om een beeld te krijgen van wat de mogelijkheden allemaal zijn. Mijn stage bij spoedgevallen was zo meegevallen dat het ineens wél een optie werd. Ik besefte toen ook al dat consultaties doen niet echt mijn ding was. Op spoed is elke dag anders, rustig is het hier maar zelden. Ik weet dat de spoeddienst een hoog cowboy-gehalte heeft, maar voor mij draait het vooral om het gevoel een verschil te kunnen maken. Alle mensen die hier komen, hebben een probleem of voelen dat toch zo aan. Het is aan de spoedarts om hen op te vangen en gerust te stellen.”
Van een gebroken teen tot een hartaanval: een spoedarts moet van alle markten thuis zijn.
“Dat klopt, daarom duurt de opleiding urgentiegeneeskunde zes jaar, een van de langste specialisaties. Als spoedarts doen we in eerste instantie zo weinig mogelijk beroep op andere disciplines en lossen we zo veel mogelijk zelf op. Vroeger was de spoedarts meer een soort van ‘verdeelcentrum’ naar andere artsen toe. Je keek wat er aan de hand was en belde de juiste specialist op. Nu lossen we heel veel dingen zelf op, uiteraard in nauw contact met de andere specialisten, en net dat maakt het zo’n fijne en boeiende job.”
Stressbestendig zijn
Ik denk dat je toch uit een bepaald soort hout gesneden moet zijn. Heel stressbestendig zijn, om te beginnen?
“Mmm, ik denk niet dat ik zo stressbestendig ben. Ik denk zelfs dat té stressbestendig zijn een valkuil kan zijn. Je mag in deze job niet afvlakken, je moet de juiste balans zien te vinden tussen koelbloedigheid en empathie. Empathie is héél belangrijk in onze discipline. Om begrip te hebben voor de patiënt en zijn probleem, maar ook om een familie te woord te staan die helemaal in paniek is omdat er een familielid ziek, gewond of erger is.
“Het is al gebeurd dat ouders hun kind zien sterven, en dat is horror. Ook als arts vreet dat aan je”
Spoedarts Tania Desmet
Ik kan mijn beroep niet als iets puur technisch zien; elke reanimatie van een kind raakt mij tot op het bot. Anderzijds telt in onze job natuurlijk wel elke minuut en moet je je focus houden op het medische. Daar worden spoedartsen echt op gedrild. We oefenen heel erg op onze ‘protocols’, een soort van stappenplan van wat we allemaal precies moeten doen in welke omstandigheden. Reanimatie, bijvoorbeeld, is zo’n protocol. Trauma-opvang, hoe om te gaan met iemand na een val of zo, is een protocol. Iedereen weet op zo’n moment wat hij of zij moet doen. Bijna militaristisch.”
Je haalde het zelf al even aan: hoe koelbloedig blijf je als het om een kind gaat?
“Bij de reanimatie van een kind staat er vaak een ouder bij die in paniek is en dan moet je toch je focus kunnen behouden op je patiëntje. Iemand ontfermt zich dan over de ouders, want die sturen we op dat moment niet weg. Het is belangrijk dat ze met hun eigen ogen kunnen zien dat we echt alles doen voor hun kind. Ook als het niet goed afloopt. Maar het is dus al gebeurd dat ouders hun kind zien sterven en dat is horror. Ook als arts vreet dat aan je.”
Praat je achteraf dan met die ouders? Hoort dat er ook bij, voor een spoedarts?
“Op het moment zelf moet je je ding doen en alles op alles zetten, natuurlijk, maar daarna maken we tijd voor opvang. Van de ouders in de eerste plaats, maar ook van het team. Een overlijden hakt er stevig in. Ik hamer daar ook op bij spoedartsen in opleiding. Het emotionele is evenzeer een deel van de opleiding als het leren reanimeren en breuken herkennen. Al leer je dat vooral in de praktijk, hoe hard zoiets is en wat je op zo’n moment kunt betekenen voor ouders. Dat is elke keer hartverscheurend. Ik lees zelf ook heel veel over dat onderwerp, omdat het zó belangrijk is.”
Security-team op de campus
Ik kan me voorstellen dat hier ook vaak mensen terechtkomen die onder invloed zijn van alcohol of drugs, en dat zal met de feestdagen niet anders zijn. Heb je ooit al gevaarlijke situaties meegemaakt?
“Zeker potentieel gevaarlijke situaties. Dagelijks, denk ik. Agressie is alomtegenwoordig op spoed, meer dan vroeger. Het is ook moeilijk om op patiënten in te praten op dat moment, net omdat ze onder invloed zijn. Elke dag wordt er op onze dienst geroepen, worden we uitgescholden. Omdat ze het idee hebben dat ze niet snel genoeg geholpen worden. Omdat ze vinden dat ze hier niet moeten zijn, als ze door de politie naar hier gebracht zijn. Omdat ze geen onderzoeken willen krijgen… Om allerlei redenen die niks met ons te maken hebben. Fysieke agressie maken we minstens elke week mee. Er wordt hier al eens een deur ingetrapt, een monitor op de grond gegooid, kabels losgetrokken…
Ik zeg het liever niet, maar het hoort er haast bij en het maakt onze job niet zo simpel. In andere sectoren zou dit probleem allang aangepakt geweest zijn, denk ik, maar hier kan dat niet. We móéten die mensen helpen, en die verslaving is net de reden waarom ze hier zijn. Maar de politie komt hier elke dag en we hebben ook een security-team op de campus.”
Lachen moet ook eens kunnen
Zijn er patiënten of situaties die je als arts bijblijven?
“Veel. En om heel veel redenen. Er zijn prachtige verhalen natuurlijk. Maar jammer genoeg soms erg schrijnende. De reanimatie van een kind, bijvoorbeeld. Ik kan niet beschrijven hoe heftig dat is, hoe erg ik dat vind. Ik hoor nog de stem van elke moeder in mijn hoofd. Ik kan mij elk kind nog herinneren, en dat geldt voor het hele team. Daarvoor doe je deze job niet, maar tegelijk kun je dan het grootste verschil maken.
Ik heb zelf drie kinderen en wil eigenlijk niet weten dat dat kan, je kind verliezen. Zelfs als je een kind erdoor haalt en het goed afloopt, dan nog. De onbeschrijflijke angst die je voelt bij de ouders. Tja… dat zou niet mogen gebeuren.” (stil)
Wordt er ook weleens gelachen op spoed?
“Zeker. We hebben dat ook echt nodig, om het leefbaar te houden. Het is hier vaak zo druk, we zien zoveel verschrikkelijke dingen… Mensen denken soms: ik zit hier met mijn miserie en er wordt hier gelachen, maar als we heel gestresseerd zouden rondhollen, helpt dat ook niemand vooruit. Het blijft een job, en de mensen moeten de dag nadien ook nog willen komen werken. We proberen dus af en toe om er iets luchtiger mee om te gaan.
Er komen ook leuke patiënten langs, en als je wat tijd kunt maken, komen daar soms bijzondere verhalen uit. Er is hier een seizoen van het tv-programma ‘Spoed 24/7’ opgenomen en achteraf zagen we dan wat die mensen allemaal vertelden, over hun traject, hun beroep… Ik vind het jammer dat ik niet meer tijd heb om bij de mensen te gaan zitten en te luisteren naar hun verhaal. Mochten we op specifieke momenten in het jaar voor de ingang een tafeltje kunnen zetten met warme chocomelk en de mensen een babbeltje aanbieden, dan denk ik dat we veel minder aanmeldingen zouden hebben.”
“We zien vaak eenzaamheid. Als iemand die al jaren rugpijn heeft, nét op kerstdag naar spoed komt, weet je hoe laat het is”
Spoedarts Tania Desmet
Binnenkort is het eindejaar. Is het dan extra druk op de afdeling?
“We krijgen dan een ander soort patiënten binnen. Als iemand die al jaren rugpijn heeft, daar net op kerstdag mee naar spoed komt, dan draait het niet om die pijn, hé. Hoe vreselijk is het als je die dag nergens anders liever bent dan hier? Dat je geen andere plek hebt om naartoe te gaan? We vergeten vaak dat de kerstperiode voor heel wat mensen net een heel moeilijke periode is. Eenzaamheid is een groter drama dan rugpijn. Ik leer dat ook aan de artsen in opleiding.
Het kan misschien frustrerend zijn als iemand hier ’s nachts of op een feestdag aankomt met een probleem dat duidelijk niet urgent is, maar als die mensen niemand in hun omgeving hebben om naar hen te luisteren of raad te geven, dan zegt dat iets over wat zij doormaken. Ik ben gezegend met een fijn gezin en entourage en kan mij dat niet inbeelden. Maar ik zie het hier elke dag opnieuw.”
En met oudjaar? Wanneer er veel gefeest wordt?
“Dan hebben we inderdaad altijd iets meer patiënten. Omdat ze dronken van hun fiets vallen. Of mensen zijn ongerust, omdat iemand te veel op heeft en die persoon niet meer wakker te krijgen is. Wat we ook nogal eens zien, zijn ongelukken met brandversnellers. Mensen krijgen het vuur van hun barbecue niet meteen aan en gebruiken een brandversneller, maar dat is levensgevaarlijk, ook in de winter.
En omdat we een brandwondencentrum hebben, zien we hier ook wel wat vuurwerkincidenten. Veel minder dan vroeger, gelukkig. Nu het verboden is, is het moeilijker om eraan te geraken en de media hebben daar ook goed werk verricht. Iedereen weet nu wel hoe gevaarlijk vuurwerk is. Ik huiver ervan, zelfs die schijnbaar onschuldige glinstersterretjes komen bij mij niet in huis. Vuurwerk lijkt me tegenwoordig ook wat minder hip te zijn en dat moeten we absoluut zo houden. Als we nu nog alcohol wat minder hip kunnen maken…”
Eén glas kan al te veel zijn
De gevolgen van drinken en rijden zien jullie elke dag op de dienst?
“Mensen dénken vaak dat ze nog wel kunnen rijden, maar al na één glas zijn je reflexen vertraagd. Denk eens aan dat kind dat onverwacht de straat oversteekt, dat wil je toch niet op je geweten hebben? Alcohol is een van de grootste problemen en voor alle duidelijkheid: niet enkel tijdens de feestdagen. En het gaat niet alleen over mensen die alcohol een keertje verkeerd inschatten. Dat is vaak het verhaal bij studenten. Die zijn aan het fuiven, laten zich beïnvloeden door de verkeerde en voordat ze het weten, hebben ze te veel binnen en komen ze bij ons terecht. Met wat geluk hebben ze dan hun les geleerd en zien we hen niet meer terug.
Het grootste probleem zit ’m bij de mensen, vaak van middelbare leeftijd, die al jarenlang een probleem hebben. Wij hebben vaste klanten die we élke dag over de vloer krijgen met een alcoholintoxicatie of een combinatie van alcohol en kalmeermiddelen of andere geneesmiddelen. Het enige wat we dan kunnen doen, is hen helpen en hopen dat ze er vroeg of laat iets willen aan doen.”
Iets lekkers voor de feestdagen
Werk je zelf met eindejaar?
“Ik sta paraat op kerstdag, en met plezier. De dienst wordt in de aanloop naar de feestdagen discreet versierd, net genoeg om wat sfeer te creëren. Op de feestdagen zelf wordt telkens iets lekkers voorzien. Sommige medewerkers brengen iets mee, het ziekenhuis en de dienst voorzien ook een extraatje. Het is fijn om het tussen het hollen door samen nog even gezellig te kunnen maken.”
Een heftige job heb jij. Hoe kom je los van je werk?
“Dat is een moeilijke vraag. Het is een cliché en misschien melig om te zeggen, maar als je veel miserie hebt gezien, is het fijn om thuis te kunnen komen bij je gezin, te waarderen dat zij er zijn. Zeker op dagen dat je op het werk mensen hebt gezien die een kind of partner verloren hebben, of die een ernstige diagnose gekregen hebben en van wie het leven nooit meer hetzelfde zal zijn. Ik geniet nu nog bewuster van mijn thuis. Van mijn man en drie empathische zonen die na een heftige dag dingen zeggen als: ‘Je bent nu thuis, mama, ga maar eventjes in de zetel zitten.’ En mij een dikke knuffel geven.”
Meer verhalen:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!