“Onze lieve Isobel, die grappige windhond met de ellenlange neus en scheve tanden is er niet meer”
Onze columniste Anne pendelt tussen de redactie in Brussel en het Engelse Dorset. Ze deelt lief en leed met de echtgenoot, de honden en de drie kinderen.
Ze is op
En toen was er nog maar één… We wisten het al een tijdje, dat Isobel de Spaanse windhond letterlijk op haar laatste poten liep. Ze was dan ook al veertien, of misschien vijftien, dat wisten we nooit precies, en al mankeerde ze nooit echt iets, ze begon angstwekkend mager te worden.
De dierenarts vond haar te oud om onder verdoving allerlei testen te doen, en daar waren we het wel mee eens. Ze had zo nu en dan een aanval, waarbij ze in elkaar zakte en dan hijgend in haar mand moest bijkomen. In het begin riepen we de dierenarts erbij, later wisten we dat het weer zou overgaan – of niet – en dat er weinig aan te doen was. Verder was ze nog blij met het leven.
Ik wil Isobel nog een weekend geven, zodat we langzaam afscheid kunnen nemen
En dan komt de nacht dat ik net in bed lig en een raar geluid hoor, uit de richting van de kamer waar de honden slapen. Ze moeten er soms even uit, ’s nachts, en ik mopper dat ze dat wel eerder hadden kunnen bedenken. Maar als ik de gang opga, ligt Isobel daar, en ze kan niet meer overeind, in allerlei viezigheid omdat ze de deur niet meer haalde.
Ik help haar in haar mand, en maak haar voorzichtig schoon, en de echtgenoot blijft bij haar zitten, terwijl ik de kamer te lijf ga met een zwabber en veel sop. Paco ligt erbij te kijken, en het wordt héél laat voor we eindelijk weer in bed liggen. Waar we niet slapen. “Het wordt tijd”, zegt de echtgenoot verdrietig. En ja, het is duidelijk: Isobel is op. Je kunt het voelen, als een hond niet meer verder wil, en wat ze nu meemaakt, is letterlijk geen leven voor haar.
De echtgenoot, die dit al zo vaak gevreesd heeft, wil de volgende dag de dierenarts al bellen, maar ik wil haar nog een weekend geven. Om langzaam afscheid te nemen. Ze mag nog een keer mee naar het strand, en ik zal kip voor haar kopen, en we gaan haar verwennen en vertroetelen.
Ze wil niet meer eten, ze wil geen koekje, ze wil alleen nog maar slapen. En we beseffen dat nog een weekend wachten alleen maar egoïstisch zou zijn van ons
Haar laatste reis
De volgende ochtend maak ik een klein wandelingetje met haar, naar de overkant van de straat. Maar ze blijft staan, stokstijf, en ze wil niet meer. Ze wil niet eten, ze wil geen koekje, ze wil alleen nog maar slapen. En we beseffen dat nog een weekend wachten alleen maar egoïstisch zou zijn van ons.
We bellen de dierenarts, en vragen of hij thuis kan komen om haar te laten inslapen. Dat kost veel, maar Isobel is altijd al doodsbang geweest van de dierenarts en we willen niet dat ze gestrest aan haar laatste reis begint. En we hebben geluk bij al het ongeluk: hij kan vandaag komen, met een verpleegster.
En zo vertrekt Isobel, de grappigste, meest eigenwijze van onze Spaanse windhonden, met haar ellenlange neus en haar scheve tanden. Die zes weken niet kon stappen toen ze gered werd in Spanje, maar die met haar eeuwig zwaaiende staart altijd de eerste was om bezoekers te begroeten. Isobel, die de lieveling van de echtgenoot was, slaapt in zonder zelfs nog maar te bewegen en het is vredig en goed.
Ik heb het een beetje gehad, met alle verdrietige, moeilijke gebeurtenissen van de laatste tijd. Maar we moeten erdoor.
En Paco, die het hele proces met interesse gevolgd heeft vanuit zijn mand, wordt nu de enige hond in huis en we hopen maar dat hij het aankan. Zodra de dierenarts en de verpleegster zijn vertrokken met Isobel, nemen we Paco mee naar buiten. Het park in, even wandelen en verdriet hebben zonder dat iemand het ziet. Paco, die normaal rondrent en zo nu en dan even terugkomt om te kijken of we er nog zijn, blijft angstvallig bij ons in de buurt. Thuis springt hij op zijn bed en wil van niets of niemand meer weten. Hij treurt, en mist zijn vriendin.
Ik heb het een beetje gehad, met alle verdrietige, moeilijke gebeurtenissen van de laatste tijd. Maar we moeten erdoor. En de volgende dag, als ik wakker word, is de echtgenoot gaan wandelen naar de hoek van de straat, met Paco. Met twee honden lukte dat nooit, maar nu, voor het eerst sinds zijn herseninfarct, kan hij die vroege ochtendwandeling maken die hij zo miste. “Dat doe ik vanaf nu vaker”, zegt hij trots. En ik bedenk dat er ook uit de meest verdrietige dingen altijd wel wat goeds voortkomt.
Nog meer columns lezen?
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!