“Jos ontkende altijd dat er een andere vrouw was. Hij zwoer het op het hoofd van onze kleindochters”
Nelly (64) schreef naar Libelle omdat ze nog altijd moeilijk kan geloven wat haar is overkomen. Dat haar man misschien al twintig jaar lang iemand anders heeft, haalt haar helemaal onderuit.
Al in de jaren 90 zag ik veelbetekenende blikken tussen Jos en Tania, maar hij zei altijd: ‘Jij ziet spoken, Nelly’
Ze noemt hem tijdens het interview nog ‘mijn man’. ‘Macht der gewoonte,’ zegt ze, ‘ik ga dat tijdens ons gesprek gewoon blijven zeggen. Ex-man, dat krijg ik zo moeilijk over mijn lippen.’ 46 jaar waren ze getrouwd, Nelly en Jos, totdat uitkwam dat Jos iemand anders had, vermoedelijk al twintig jaar. De scheiding is pas sinds een paar maanden rond, te vers om ‘mijn man’ af te leren. Nelly vecht regelmatig tegen haar tranen, maar wil graag haar verhaal kwijt. ‘Ik heb mijn hele leven in de zorg gewerkt, anderen helpen zit me in het bloed. Wie weet kan mijn verhaal een andere vrouw ergens tot steun zijn. En misschien vind ik wel lotgenoten.’ Ze is nog altijd een beetje in shock, zal tijdens het interview blijken. Omdat ze nog altijd niet begrijpt wat haar is overkomen.
‘Het ligt niet aan jou, maar aan mij’, dat is de enige verklaring die ik ooit heb gekregen van Jos. Het is te weinig voor mij, ik kan niet verder met alleen die woorden. Ik wil weten waarom, ik wil weten welke stukken van ons leven samen gemeend waren en welke niet. Zolang ik geen antwoord krijg, blijf ik ervan overtuigd dat de laatste twintig jaar een leugen waren. En zo’n besef, daar ga je aan kapot. Je kunt verlaten worden, je kunt weduwe worden, en alle respect voor de pijn van wie dat meemaakt, maar twintig jaar belogen worden, dat is alsof er een hap uit je leven wordt genomen.
Jos en ik waren gelukkig samen. Of ja, dat denk ik toch. Wij hadden twee dochters, en allebei een job. Elke avond aten we samen, Jos vond dat ik goed kon koken. Ik had mijn vaste afspraak met Thuis, daarna keken we samen een film. Natuurlijk waren er verschillen: Jos was minder sociaal dan ik, en ik hield ook iets meer van cultuur. Ik maakte graag een citytrip, terwijl Jos daarvoor niet uit zijn zetel kwam. Maar dat deed ik dan met vriendinnen. Jos z’n passie was fietsen, dus ging hij op fietsvakantie. Allebei tevreden. Dacht ik tenminste… Misschien vond hij me een te grote piekeraar, ik heb de neiging om mij snel zorgen in m’n hoofd te steken, maar of dat nu een reden is om iemand jarenlang te bedriegen?
Ik was in shock toen een privédetective foto’s had van Jos en Tania. Hand in hand, kuierend door Gent
Enkel vermoedens
De eerste keer dat ik vermoedde dat er iets speelde tussen Jos en Tania, was al eind jaren 90. Jos en zij werkten in hetzelfde bedrijf, en kwamen direct goed overeen. Ik leerde Tania ook kennen, want volgens Jos zat zij in een slecht huwelijk en kon ze wel wat vriendschap gebruiken. Omdat onze kinderen dezelfde leeftijd hadden, ging zij zelfs mee op vakantie met ons. Gedurende die jaren zag ik blikken tussen hen die volgens mij betekenden dat er meer aan de hand was, maar bewijzen kon ik het niet. Er waren soms wel gekke situaties.
Op een keer was Jos zijn boterhammen vergeten, en viel ik onverwacht zijn bureau binnen. Dat was vreemd genoeg op slot, en toen hij opendeed, was zij er ook. Het was een ongemakkelijke situatie. Toen ik Jos er over aansprak, zei hij: ‘Jij ziet spoken, Nelly.’ Zo is er nog iets waarmee ik in mijn maag blijf zitten. Ik volgde ooit een handwerkcursus samen met Tania, en op een keer was zij er niet. Toen ik naar haar thuis belde, vertelde haar zoon dat ze enkele dagen naar zee was. Zij had me daar niks over gezegd, en net op dat moment was Jos ook op fietsvakantie. Iets in mij fluisterde: zij is mee. Maar bewijzen kon ik het niet, en van die vermoedens alleen werd ik zo onzeker dat ik besloot Jos te geloven: ik zag spoken.
De jaren gingen voorbij, Tania werkte ondertussen niet meer bij Jos, en ik zag haar niet meer. Ik vertrouwde haar niet. Of Jos en zij elkaar die jaren nog zagen, heb ik nooit zeker geweten, maar ik bleef met een raar gevoel zitten. Ik kon het alleen niet bewijzen. Ik snuffelde soms in Jos’ gsm, maar vond niks. Het enige rare was dat Tania’s nummer er niet in stond. Later zou blijken dat Jos en zij elk een tweede telefoon hadden om elkaar te bellen. Hij bewaarde die van hem op het werk. Had ik het verdachter moeten vinden dat hij haar nummer niet had? Misschien wel, maar een tweede telefoon, wie denkt daar nu aan? Ik niet, althans.
Vijftig jaar was ik samen met Jos, sinds mijn veertiende. Ik heb geen ander leven gekend dan met hem
De envelop
Vorig jaar ontdekte ik een envelop in zijn auto, er zat een factuur in met Tania’s naam op. Van een hotel. Een overnachting op het moment dat ik met vriendinnen op reis was. Dan is één en één twee, toch? Maar ook hier stootte ik op ontkenning en verontwaardiging. Nee, hij was niet met haar op hotel geweest, ze waren gewoon iets gaan drinken. Die uitleg was uiteraard niet voldoende voor mij, dus belde ik haar. Zij beweerde bij hoog en bij laag dat zij die overnachting geboekt had voor een event van het werk. ‘Bel dan naar het hotel, zij gaan bevestigen’, zei ze. En weer dacht ik: spoken, Nelly, je ziet vast weer spoken. Ergens wil je het ook niet geloven. Of er blind voor zijn. Mijn doel is altijd geweest om mijn gezin samen te houden, ik kon dat niet kapot laten gaan voor iets waar ik niet 500% zeker van was.
En dan kwam toch dat moment dat ik de waarheid onder ogen moest zien. Een tijdje nadat ik die envelop had gevonden, kreeg ik telefoon van Tania’s man: ‘Ik heb een privédetective ingeschakeld. Ik heb de bewijzen dat Tania en Jos iets hebben.’ In shock ben ik naar Tania’s man gereden, hij toonde foto’s van hen twee, hand in hand, kuierend door Gent. Hij vertelde ook dat Tania al jaren meeging op Jos’ fietsvakanties. Op dat moment weet je dat het doek over je huwelijk gevallen is, maar je hoopt nog altijd op een verklaring. Ik dacht: laat er alsjeblieft een logische uitleg zijn. En ja, Jos deed het weer: ontkennen. Hij zwoer op het hoofd van onze kleindochters dat het niet waar was. Dat Tania’s man leugens vertelde.
Jos geloven zou het minst ontwrichtend geweest zijn, maar ik kon niet meer. Er zit een grens aan de wil om je huwelijk bij elkaar te houden. Ik heb Tania’s man gebeld en gevraagd: ‘Bewijs mij zwart op wit dat Tania meeging op fietsreis.’ En meteen waren daar de uittreksels van de betalingen voor de reizen. Ze ging al mee sinds 2016. Toen Jos dát bewijs onder ogen kreeg, is hij bij een vriend ingetrokken. Erover praten, ging niet. Jos kreeg elke keer paniekaanvallen wanneer ik om uitleg vroeg.
Mijn gezin bij elkaar houden, dat was altijd mijn doel. Maar ik kon echt niet meer
Gekmakende eenzaamheid
Ik was 46 jaar getrouwd en 50 jaar samen met Jos. Sinds mijn veertiende. Ik heb geen ander leven gekend dan met hem, en plots bleek dat leven een leugen. Dat kun je niet aan. En toch was dat opeens mijn realiteit: Jos verhuisde, ik bleef achter in het huis waar we 35 jaar samen hadden gewoond. Ik had en heb pijn die ik niemand toewens. Ik ben mijn beide ouders verloren, maar die rouw is niet te vergelijken met wat ik nu meemaak. Toen zat ik volop in mijn gezin, nu zijn mijn kinderen het huis uit en is er alleen gekmakende eenzaamheid. Dit is ook geen eenduidige rouw, niet van: je verliest iemand, en er is verdriet. Hier zijn te veel vraagtekens.
Want ondanks alle bewijzen doorheen de jaren en het feit dat Tania nu ook gescheiden is en zij en Jos samen zijn, blijft hij zeggen dat het géén twintig jaar aan de gang is. Dat kwetst het meest. Want door te ontkennen, minimaliseert hij niet alleen mijn pijn, ik kan ook niet aan de verwerking beginnen. Als je iets niet begrijpt, hoe krijg je dat ooit geplaatst? Ik weet niet waarom hij zo lang iemand anders naast mij nodig had, ik weet niet welke herinnering van de laatste twintig jaar echt is en welke niet.
Soms was Jos stil als hij ’s avonds in de zetel zat. Dacht hij dan aan haar? Tijdens die mooie gezinsreizen die we hebben gemaakt en waar zij bij was, is daar toen ooit iets gebeurd? Als ik probeer te praten, als ik berichten stuur met vragen, is het antwoord: ‘Stop ermee, je maakt me zo overstuur dat ik geen lucht meer krijg.’ Wat voor mij onbegrijpelijk is, is het feit dat hij pas vertrokken is toen de bewijzen op tafel lagen. Dan vraag ik mij af: als het niet zwart op wit was bewezen, was hij dan wel gebleven? En ook: waarom is hij twintig jaar geleden niet vertrokken? Dan was ik 44 en had ik nog zó veel meer kansen om nog iets moois van mijn leven te maken.
Erover praten is nooit gelukt. Jos kreeg elke keer paniekaanvallen wanneer ik om uitleg vroeg
Laat het achter je…
Er zijn mensen die zeggen: ‘Zet hem uit je hoofd.’ Alsof ik een knopje heb dat ik aan of af kan zetten. Ik zal nooit meer met mijn hele gezin aan tafel zitten, en ik weet niet waarom. En ik heb uiteraard mijn dochters nog, maar onze band is veranderd. Ook voor hen is dit een moeilijke situatie. Zij vinden het verschrikkelijk wat Jos heeft gedaan, maar het blijft hun vader, dus helemaal meegaan in mijn verdriet kunnen ze niet. Dat zou voor hen als een soort verraad voelen, denk ik. En dus probeer ik hen te sparen, en niet te veel te zeggen over mijn pijn.
Maar er zijn dingen die kwetsen, ja. Als ik hoor dat zij hem bijvoorbeeld geholpen hebben bij zijn verhuis. Dan ben ik kwaad. Niet op hen, maar op wat van mij is afgenomen. De droom die ik nu op mijn 64ste moet laten gaan. Een vriendin zei me laatst: ‘Vroeger is vroeger, laat het achter je.’ Maar het zijn vele jaren om achter mij te laten, hé. Veel meer dan ik nog voor me heb.
Ik ben in behandeling bij een psychologe en zij zegt dat ik moet proberen om dag per dag te leven en vooral dingen te zoeken die mij plezier geven. Ik probeer dat echt. Mijn hondje is bijvoorbeeld een lichtpuntje, want voor hem móét ik buitenkomen. En ik heb gelukkig heel goede vriendinnen en broers en een zus die een oogje in het zeil houden. Mijn ene broer heeft die eerste periode dag en nacht bij mij gezeten.
Weet je? Ik heb opnieuw een doel nodig. Ik heb altijd veel vreugde gehaald uit voor anderen zorgen: voor Jos en mijn dochters, en op mijn werk deed ik ook hele dagen niks anders. Nu is Jos weg, mijn dochters hebben hun eigen gezinnen en ik ben met pensioen. Ik heb zingeving nodig. Ik ga binnenkort opnieuw halftijds werken, en ik hoop dat ik ooit nog iemand tegenkom voor wie ik mag zorgen en die voor mij zorgt. Iemand om leuke dingen mee te doen, iemand die oprecht vraagt hoe het gaat. Maar misschien wel een latrelatie, mij echt volledig aan iemand geven, dat kan ik niet meer, denk ik.”
Ik wil weten waarom. Zolang ik dat antwoord niet krijg, blijf ik onze laatste twintig jaar samen als een leugen zien
Jarenlang bedrog verwerken, hoe doe je dat?
Doe de mooie momenten die er waren niet af als waardeloos, ook al was er een ander in het spel
Nelly voelde jarenlang dat er iets niet pluis was. Hoe ernstig moet je zo’n gevoel nemen?
Relatietherapeute Rika Ponnet: “Heel ernstig. Zelfs bij koppels waarvan de ene zegt: ‘Het kwam als een donderslag bij heldere hemel, ik heb nooit iets gemerkt’, blijkt nadien altijd dat er onderweg toch tekenen aan de wand waren. De tweede relatie – ik gebruik die term liever dan ‘affaire’ – is vaak niet de eerste leugen. En met leugen bedoel ik: dingen die je gedacht en gevoeld hebt, maar die je uit de relatie gehouden hebt, waar je het niet over hebt gehad.
Dat kan van alles zijn: dat je je soms eenzaam voelt, dat je verbinding mist, dat er misschien een seksueel verlangen sluimert naar iets of iemand anders. Het zijn vaak pleasende of conflictvermijdende mensen die die dingen niet bij hun partner durven aan te kaarten. Ik veroordeel dat niet: signalen verdringen, is soms makkelijker dan dat grote zwarte gat onder ogen te moeten zien. Maar als je dus een niet-pluis-gevoel hebt, ís het ook vaak niet pluis.”
En als het dan toch waar blijkt te zijn, komt dat zwarte gat toch. Of zoals Nelly het beschrijft: alles voelt dan als een leugen…
“Dat is geen onlogische gedachte: als bedrog uitkomt, is je vertrouwen beschadigd. Jíj hebt je partner niet juist kunnen inschatten, en dat gevoel trek je door over de hele lijn: je kunt niks meer juist inschatten. Maar dat is te kort door de bocht. Je moet er wel op durven te vertrouwen dat wat je jarenlang samen met je partner gevoeld en meegemaakt hebt, klopt. Er zullen zeker ook fijne momenten zijn geweest, en die zijn echt. Doe ze niet af als waardeloos, ook al was er een andere vrouw.
Hoe raar het misschien klinkt: mensen kunnen op twee adressen graag zien. Als je die twintig jaar alleen maar ziet door de bril van het bedrog, dan wijs je alles af wat je in die twintig jaar zelf hebt ervaren. En dat ondermijnt je zelfbeeld en eigenwaarde volledig. Krijgen je herinneringen een andere kleur? Zeker, maar kijk er genuanceerd naar. Een relatie was nooit één grote leugen, zo zit dat niet in elkaar.”
Is bedrog makkelijker om te verwerken als de ander er open over is?
“Nelly wil weten: wanneer, hoe vaak, waar… Maar dat is de essentie niet, en het erge is dat het haar ook geen stap vooruit zou helpen. Waar het over gaat, is dat haar ex-man voor iemand anders gekozen heeft en dat die afwijzing heel veel pijn doet. Eigenlijk doet dat tweede verhaal er niet zo veel toe, het gaat erom: wat hadden wij als basis? Hoe waren wij als koppel?
Nelly kan ook voor zichzelf proberen te erkennen: ‘Ik heb onderweg signalen gekregen dat er iets niet klopte, maar ik heb mijn eigen redenen gehad om daar niets mee te doen, en dat is oké.” Dat genuanceerde verhaal maakt dat je veel sneller tot acceptatie komt. Een mens heeft een verhaal nodig om verder te kunnen. Nelly rekent daarvoor op haar ex, maar ze zal voor zichzelf de puzzel moeten durven te leggen: wat was het verhaal van míjn huwelijk?”
Hoe kom je hieruit?
“Wat Nelly meemaakt, noemen we ‘versteende rouw’, rouw die vastzit, en die blokkeert elke vooruitgang. Om verder te kunnen met je leven, moet je erop vertrouwen dat wat goed voelde in de relatie, ook goed was, dat de jaren wél waardevol waren. Hoewel het soms zo kan voelen: het leven is niet voorbij na een relatiebreuk. De andere kan de belangrijkste figuur zijn in je leven, maar is nooit je héle leven.
Wat ook helpt bij zo’n groot verdriet, is vriendschap. Merken dat er wel mensen zien die je graag hebben, kan zo goed doen. Het is een andere vorm van liefde, maar het is wel liefde. En misschien kun je ook een vriendschap met een man aangaan, en zo langzaam opnieuw zelfvertrouwen opbouwen? Het is moeilijker dan het klinkt, maar naar buiten gaan, jezelf openstellen, opnieuw verbinding toelaten, daarin zit het begin van herstel.”
Uit: Libelle 04/2024
Meer openhartige verhalen:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!