Karen
“Met al die regen van afgelopen weken zit mijn zomergeluk in een potje ijs met twee bolletjes”
Hoofdredactrice Karen is 48 en gelukkig getrouwd met Koen. Er is bij haar thuis altijd leven in de brouwerij, met haar drie kinderen Oliver, Noor en Anthony, én hond Goemmer.
Regen, regen, regen
De afgelopen weken leken eerder november dan mei. In Limburg viel de regen met bakken uit de lucht, alsof de weergoden hun kraan wijd open hadden gezet. De ene dag hadden we waterschade aan een muur door een overvolle goot, de andere dag stond er water in onze kelder, omdat de waterpomp het niet meer aankon. Dat allemaal tijdens maanden waarin we met z’n allen eigenlijk iedere avond buiten op een terras zouden willen zitten. Mijn hele lichaam schreeuwt om zon. Ik ben een lente- en zomerkind, iemand die in de donkerste maanden snakt naar licht en warmte.
Aangezien de zon dus meer niet dan wel van de partij was, begon mijn lichaam om andere dingen te schreeuwen. Plots kreeg ik een onweerstaanbare trek in… ijsjes. Zo op een doodgewone avond, ergens rond een uur of acht, na het eten. En ik bleek niet de enige te zijn. Anthony was net een boek aan het lezen voor school: ‘De waanzinnige boomhut van 13 verdiepingen’, en het ging over een verdieping waar de hoofdpersonages Andy en Terry eindeloos veel ijsjes konden maken, zelfs een ijskanon hadden. Hij had ook meteen zin in een ijsje.
Plots kreeg ik onweerstaanbare trek in ijsjes. Zo op een doodgewone avond, ergens rond een uur of acht
Het duurde dan ook geen minuut of Noor had op haar gsm opgezocht of er in Hasselt en omstreken nog een ijssalon open was en Koen sprong zowat in de auto om er naartoe te rijden, met een paraplu in z’n hand voor die ene meter tussen de auto en onze voordeur. Even later zaten we met z’n allen binnen, met ‘twee bolletjes’-potjes in de hand, terwijl de regen tegen onze ramen kletterde. Dat ijsje maakte die natte avond ineens weer draaglijk.
Plots borrelden er heel wat ijs-herinneringen in m’n hoofd op. Eerst kwamen onze vakanties in Oostduinkerke voorbij, toen ik nog een jong kind was. Goed of slecht weer aan onze Belgische kust, een ijsje zorgde steevast voor vakantiegevoel. Dan kwamen de herinneringen aan de ‘discussies’ tussen mama en papa over welk ijssalon het beste ijs serveerde. In Lier had je toen ‘Negrita’ en volgens mama was dat fijner, gastronomischer ijs, terwijl papa steevast voor ‘Jerome’ ging en daar altijd een hoorntje bestelde met slagroom in en een bolletje vanille bovenop. Het liefst van al had ik ‘de Jean’, want die kwam thuis langs met een heuse ijskar die zijn komst aankondigde met een herkenbaar muziekje: tamtam-da-dam.
Daar zaten we dan, in een ijssalon in Hasselt, terwijl de regen tegen de ramen kletterde. Dat ijsje maakte die natte avond ineens weer draaglijk
Ook later waren er herinneringen aan ijsjes, zoals die keer dat Oliver een supergrote bol had gekregen en die pardoes op de grond liet vallen. Dat ene ijsje maakte dus veel los. Een dag later waren mijn collega’s op de redactie druk bezig met de verkiezing van het beste ijssalon van Vlaanderen.
Ik kon vrijwel meteen al mijn beste adressen opnoemen, als zaten ze klaar in m’n hoofd: in Nieuwpoort in de winkelstraat, in Godsheide bij die vriendelijke jongedame, en uiteraard in Lier. Met al die regen van de afgelopen weken, zit mijn kleine zomergelukje in een bolletje ijs. Tja, als de zon niet mee wil, moeten we het ergens anders gaan zoeken, nietwaar?
Meer columns lezen?
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!