Karen
“Deze keer gaan we het écht volhouden, hé Karen”, zegt Steven, mijn diëtist, elke keer vol enthousiasme”
Hoofdredactrice Karen is 49 en gelukkig getrouwd met Koen. Er is bij haar thuis altijd leven in de brouwerij, met haar drie kinderen Oliver, Noor en Anthony, én hond Goemmer.
Hopeloos
Vorige week zat ik samen met mijn man, Koen, op een heerlijk herfstterrasje in Hasselt. Een wijntje en een hapje, dat is voor ons genieten met hoofdletter G. Tot mijn blik plotseling werd getrokken naar een bekend gezicht aan de andere kant van het terras. Jawel, daar zat hij, Steven – dé Steven, mijn diëtist.
Begrijp me niet verkeerd: Steven is een schat van een man. Altijd vriendelijk, immer stralend, en het soort diëtist dat bij de aanblik van een wijnglas in mijn hand niet fronst. Toch voelde ik me betrapt. Ik zag het aan zijn blik: een mengeling van begrip en een vleugje amusement. Hij kende dit tafereel. Sterker nog, hij had het al veel vaker gezien. Ik vrees dat ik ondertussen in zijn schuif ‘hopeloze klanten’ terecht ben gekomen.
Steven is het soort diëtist dat niet fronst wanneer hij me betrapt met een wijnglas in de hand op een terrasje
“Karen,” zegt hij altijd enthousiast als ik weer een keer bij hem langsga, “we gaan het nu dit keer écht samen volhouden, hé!” Steevast begin ik dan vol goede moed, aangestoken door zijn enthousiasme. Met engelengeduld probeert hij me over te halen om simpele dingen te doen, zoals meer water drinken uit een hippe drinkfles. En ja hoor, hij voorziet me van een hele encyclopedie aan gezondere alternatieven voor mijn geliefde koekjes en chocolade. Of hij laat me meer bewegen, want ik wandel en fiets wel in het weekend, maar ik haal niet voldoende stappen in een drukke week.
En toch, iedere keer weer, ergens tussen de drukte van werk, gezin en sociale verplichtingen, begin ik alles weer los te laten. Eerst een beetje, dan een beetje meer, tot de kilo’s er allemaal weer bij zijn. De afspraken met Steven worden dan eerst wat vager, soms sla ik een keertje over. Ook in die fase blijft hij nog steevast vriendelijk supporteren. “Je hebt ook zo’n hectisch leven”, begint hij mij dan te verontschuldigen.
Laatst kreeg ik echter een nieuwe motivatie, sterker dan ‘wat slanker zijn’, want dat hoeft voor mij duidelijk niet. Onze huisarts belde: ze hadden een cyste op m’n bijnier gevonden. Geen reden tot paniek, gelukkig, maar wel iets dat we in de gaten moeten houden. Een BMI op het randje tussen overgewicht en obesitas doet er natuurlijk ook niet goed aan. Ondertussen heeft ook de (peri)menopauze haar intrede gedaan. Die brengt dan weer een opgeblazen buik met zich mee…
Onze huisarts belde: ze hadden een cyste op m’n bijnier gevonden. Geen reden tot paniek, maar toch. En mijn BMI doet er ook geen goed aan…
Het lijkt er dus op dat dit ‘hopeloze geval’ opnieuw aan de slag moet. Gezondheid, da’s iets anders. Steven verzekerde me meteen dat ik nog een hele reeks sessies bij hem tegoed had. “Misschien na de feestdagen?” zei hij voorzichtig, alsof hij wist dat ik niet bestand ben tegen de verleiding van een feesttafel. “Dit keer vinden we echt een manier om door te zetten”, zei hij op het einde nog.
Ik wil hem graag geloven. Misschien is het tijd om het anders aan te pakken, al weet ik zelf nog niet hoe. Mochten jullie tips hebben of wil je dat ik iets uittest, laat het me weten. Ik ga me de komende weken rustig mentaal voorbereiden, op een gezellig terras, met – ik heb nog tot januari – een drankje en een bitterbal.