Karen
“Onze poetsvrouw was tegen de brievenbus gereden. Een prachtexemplaar in Ardense steen…”
Hoofdredactrice Karen is 49 en gelukkig getrouwd met Koen. Er is bij haar thuis altijd leven in de brouwerij, met haar drie kinderen Oliver, Noor en Anthony, én hond Goemmer.
Hoop stenen
Laatst was het zo’n grijze, regenachtige dag. Het was erg druk geweest met vergaderingen via het computerscherm, onze poetsvrouw-uit-de-duizend die van boven naar beneden liep en de kinderen die aan het studeren waren en af en toe iets nodig hadden – wat uitleg, een koekje, een schouderklopje. Ik stopte met werken en riep naar Koen dat we samen zouden aperitieven. Zo krijgt zo’n grijze dag toch een beetje kleur. Ik had net onze Libelle-wijn Belle Madam ontkurkt, twee glaasjes ingeschonken en borrelnootjes in een kom gedaan, toen ik een oorverdovende knal hoorde.
Mijn eerste gedachte ging naar de kinderen. Was er iemand gevallen? Had iemand iets kapotgemaakt? Maar Koen, Oliver, Noor en Anthony waren nog in perfecte staat en kwamen zelf aangestormd om te kijken wat er was. Al snel stonden we met z’n allen op de oprit. Bleek dat onze geweldige poetsvrouw tegen de brievenbus was gereden. Dat prachtige oude exemplaar van Ardense steen was gesneuveld door een samenzwering van regen, een ongelukkig uitgevallen bocht, en een tikje te veel haast. In een mum van tijd omgevormd tot een hoop stenen die veel weg had van een archeologische opgraving.
Plots was er een luide knal. Al snel stonden we met z’n allen op de oprit. Onze poetsvrouw was tegen de brievenbus gereden…
Nu moet je weten, achter onze brievenbus zit een verhaal. En ik hou van verhalen. De eerste bewoner van ons huis was een architect uit Wallonië. Die Ardense stenen zijn hier en daar in ons huis verwerkt om zijn roots te eren. Toen de kinderen na het voorval enthousiast uitriepen: “Dat wordt een nieuwe!”, voelde dat dus meteen helemaal verkeerd. Nee, deze brievenbus was niet vervangbaar, hij hoorde bij dit huis en moest en zou dus hersteld worden. “Je gooit toch geen geschiedenis weg?”, probeerde ik onze kroost uit te leggen.
Ze keken naar die hoop stenen en haalden hun schouders op, alsof ze meteen doorhadden dat deze discussie geen zin had. Koen suste en zei dat hij wel zou bellen naar een klusjesman die dit kon oplossen. Ook die vakman deelde mijn liefde voor erfgoed niet. Hij toonde me meteen allerlei foto’s van nieuwe postbussen op zijn gsm. Grijze, strakke exemplaren en meer glanzende modellen met zelfs ruimte voor pakketjes. “Neenee,” lachte ik het misverstand weg, “deze moet gemaakt worden, opnieuw gemetst met de oude stenen.” Hij keek me aan alsof ik mijn gezond verstand had verloren, maar zei wel dat hij een offerte zou maken.
Neenee, ik wil geen grijze, strakke nieuwe brievenbus, maak ik de klusjesman duidelijk. Ik wil terug mijn oude stenen exemplaar!
Intussen blijft het een trieste aanblik, die brievenbusruïne op de oprit. De postbode heeft nu ook gevraagd een provisorisch plastic bakje neer te zetten bovenop die stenen hoop, om onze brieven in te gooien. En ik zie ook wel de nieuwsgierige blikken van sommige voorbijgangers. Je hoort ze bijna luidop denken: waarom zetten ze niet snel een nieuwe brievenbus neer? Maar ik hou voet bij stuk. De offerte is er vooralsnog niet, of misschien ging ze wel verloren tussen die stenen. Maar al moet ik nog honderd dagen wachten of er zélf een metselboek bij pakken, bij dit huis hoort die oude brievenbus in Ardense steen.