Karen

“ ‘Doe alsof je klas er zonder kleren zit’, probeerde ik nog. Foute tip. ‘Mama, dat is echt raar’ ”

Hoofdredactrice Karen is 49 en gelukkig getrouwd met Koen. Er is bij haar thuis altijd leven in de brouwerij, met haar drie kinderen Oliver, Noor en Anthony, én hond Goemmer.

Spreekbeurt

Afgelopen week moest Anthony een spreekbeurt geven. Als er iets is dat gegarandeerd stress veroorzaakt bij hem, dan is het dat wel. Anthony is net zo’n paniekvogel als zijn zus Noor als het op zo’n spreekopdracht aankomt. Ze beginnen zich al op te winden nog voor het eigenlijke werk begonnen is, puur omdat ze weten dat het een stressbom wordt. Noor sliep er weken slecht van. Hun grote broer Oliver daarentegen, was helemaal anders. Hij kon vaak laat de avond voordien aan zo’n opdracht beginnen en stond zonder blikken of blozen voor de klas om vol zelfvertrouwen te verkondigen wat er op dat moment in hem opkwam.

Maar nu was het dus Anthony’s beurt. Het onderwerp leek eenvoudig: je mooiste vakantieherinnering. Klinkt makkelijk, toch? Fout. Anthony slaagt erin om werkelijk elke stap van een spreekbeurt zwaar aan te pakken. De eerste horde was het kiezen van de herinnering. “Wat moet ik kiezen?” zuchtte hij dramatisch. “Bij vakantie is toch alles altijd leuk.” Paniek in zijn ogen. Om hem te helpen begon ik opties op te sommen: die keer dat we met brede-banden-steps van een berg reden, het uitje naar dat pretpark, die dag op de boot of dat moment dat we gingen ziplinen.

Anthony moest een spreekbeurt geven. Het onderwerp leek eenvoudig: je mooiste vakantieherinnering. Maar er kwam een dramatische zucht

Bij het woord ziplinen lichtten zijn ogen eindelijk op. “Ja, dat ziplinen, dat kan ik wel nemen.” Eindelijk, het begin was gemaakt. Daarna kwam het schrijven van de tekst. Een uitdaging op zich. Hij zat minutenlang gefrustreerd naar een leeg blad te staren. “Ik weet niet wat de juf precies bedoelt met een ‘goede tekst’ “, herhaalde hij alsof het een mantra was. Op het opdrachtblad stond nochtans duidelijk: inleiding, midden en slot. Wie, wat, waar, wanneer.

Tien regels

Ik probeerde hem op weg te helpen, maar zijn eerste resultaat was een tekst van hooguit tien regels. “Anthony, dat is te kort, hoor.” Hij reageerde meteen verontwaardigd: “Hoe lang moet die tekst dan zijn? Hoe weet ik nu of dit twee of drie minuten duurt?” Ik haalde er m’n gsm bij met zo’n stopwatch erop, om de tijd op te nemen terwijl hij het luidop las. Uiteindelijk kreeg hij het toch voor elkaar. Zijn tekst stond piekfijn op papier. Toen richtte zijn stress zich op iets anders. “Waar is dat evaluatieblad? Dat moet ik morgen meenemen!” Na een hele zoektocht bleek het – natuurlijk – gewoon op zijn kamer te liggen.

‘Kijk naar Stef Wauters of Wim De Vilder,’ zei ik, ‘die lezen het nieuws altijd rustig’. Maar Anthony wilde er zo snel mogelijk vanaf zijn

En toen moest het hoogtepunt van de hysterie nog komen: zijn tekst luidop zeggen voor de hele klas. “Doe alsof je klas er zonder kleren zit”, probeerde ik. Foute tip. “Mama, dat is echt raar.” Toen hij zijn tekst te snel begon op te dreunen, stelde ik voor: “Kijk naar Stef Wauters of Wim De Vilder. Die lezen het nieuws altijd rustig en duidelijk.” Maar Anthony had maar één doel: er zo snel mogelijk vanaf zijn.

De volgende dag zat ik zelf met klamme handen op het werk, benieuwd hoe hij het zou aanpakken. Toen ik ’s avonds thuiskwam, vroeg ik meteen: “En? Hoe ging het?” Hij haalde zijn schouders op. “Ik ben niet aan de beurt gekomen. Morgen pas.” En toen begreep ik het pas echt: die spreekbeurt was niet alleen een stresstest voor hem, maar ook voor mij.

Nog meer columns lezen?

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."