Karen

“Oliver ging op stap in Leuven. Toen hij ’s ochtends niet thuis was, ging mijn moederbrein in overdrive”

Hoofdredactrice Karen is 49 en gelukkig getrouwd met Koen. Er is bij haar thuis altijd leven in de brouwerij, met haar drie kinderen Oliver, Noor en Anthony, én hond Goemmer.

Wat studenten doen

Afgelopen maandagavond kondigde onze oudste zoon Oliver aan dat hij een avondje op stap zou gaan in Leuven. Niets bijzonders voor een twintigjarige student, zou je denken. Zijn plan leek simpel: hij zou met de fiets naar het station in Hasselt rijden en daar de trein nemen naar Leuven. Ik vond tien uur wel wat laat om nog naar Leuven te vertrekken, maar dat werd snel afgedaan met: “Dan begint het daar pas.”

Eerst ging m’n moederinstinct naar de lichten en de reflectoren op zijn fiets. Je zag hem toch goed genoeg, zo laat op de fiets? Liefst van al had ik hem van onder tot boven in een fluohesje gewikkeld. Die donkerblauwe jas en jeans waren niet opvallend genoeg. Helaas, dat bleek onmogelijk en ik moest tevreden zijn met de lichtjes op de fiets. Ik kon hem nog net “Voorzichtig, hè!” naroepen, gevolgd door de onvermijdelijke vraag: “Wanneer ben je terug?” “Met de eerste trein morgenvroeg”, zei hij. Hij zou zeker thuis zijn voor wij naar het werk vertrokken.

‘Met de eerste trein morgenvroeg kom ik naar huis’, roept Oliver na. Voor wij naar het werk vertrekken, zou hij zeker thuis zijn

Later die avond lag ik al in bed toen de telefoon rinkelde. Jawel, Oliver. Hij dacht dat hij zijn fietssleutel op zijn fiets had laten zitten. Aan het station. Of wij misschien even konden gaan kijken? Ik lag half slapend in bed en Koen voelde zich wat grieperig en zag het helemaal niet zitten om nog het huis uit te gaan. Hij mompelde iets over verantwoordelijkheid dragen en dat Oliver zelf maar een nieuwe fiets moest bekostigen als deze werd gestolen. De fiets zou er dus zonder slot blijven staan.

De volgende ochtend werd ik al vroeg wakker, rond een uur of halfvijf. Snel liep ik naar Ollie’s kamer en wierp een blik naar binnen. Leeg. Niet veel later, na het douchen, keek ik opnieuw. Nog steeds leeg. Ook tijdens het ontbijt ging de voordeur niet open. Tegen 8 uur hield ik het niet langer uit en greep naar mijn telefoon. Geen antwoord. Nog een keer proberen. Weer nam hij niet op.

De volgende ochtend was Ollie er niet. De verhalen van studenten die in een vijver belanden of worden aangereden, flitsten ongevraagd voorbij

Langzaam begon mijn moederbrein in overdrive te gaan. Natuurlijk wist ik dat in negenennegentig procent van de gevallen er niets aan de hand was. Hoogstwaarschijnlijk had hij bij een vriend op kot geslapen en was hij dat van die eerste trein compleet vergeten. Toch bleef die ene procent door mijn hoofd spoken. De verhalen van studenten die na een nachtje stappen ergens in een vijver belanden of fietsers die in het donker worden aangereden, flitsten ongevraagd voorbij.

Om 10.56 uur kreeg ik eindelijk een berichtje. Hij was inderdaad bij een vriend blijven slapen en had zijn wekker gezet, maar had er simpelweg overheen geslapen. Opgelucht haalde ik adem. Die avond begreep hij m’n bezorgdheid niet. “Jaaa, ik zal volgende keer een berichtje sturen. Maar mama, je wist toch dat ik bij een vriend was? En zeg, goed dat mijn fiets er vanochtend nog stond, hè?”, zei hij nonchalant, terwijl hij een stuk brood in zijn mond stopte. Ach, hoe zalig, die onbezorgdheid van de jeugd. In fel contrast met de onvermijdelijke bezorgdheid van mama. Die avond viel ik meteen in een diepe slaap.

Nog meer columns lezen?

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."