Koen
“De vrouw kijkt op en steekt een eendenborstfilet onder mijn neus. Of ik even naar de datum kan kijken…”
Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.
Over zijn zwak voor oudjes
Ik heb altijd een zwak gehad voor oudjes. Misschien komt het omdat ik mijn beide grootmoeders jong verloor en mijn grootvaders nooit heb gekend. Of omdat ik er graag een beeld bij schets van wat ik later zelf hoop te worden: een charmante grijsaard waar mensen van zeggen ‘die is nog scherp’, en ook ‘goedhartig’.
Hoe dan ook, ik kan het niet laten: deur openhouden, boodschappentassen helpen dragen, vriendelijk groeten, een praatje maken. Het kost niks en doet veel, vind ik. Vriendelijkheid is nooit een verspilling.
Ik weet niet waarom, maar als iemand mij iets persoonlijks vertelt, voel ik een soort onevenwicht
In de supermarkt staat ze voorovergebogen over een bak met afgeprijsde vleeswaren. Haar jas is rafelig, haar schoenen hebben betere dagen gekend, en haar blik is vastberaden. Ze heeft het soort gezicht waartegen je automatisch ‘mevrouw’ zegt, omdat het een zekere waardigheid heeft, ondanks hoe ze eruitziet.
Ze kijkt op, ziet me en steekt meteen een vacuümverpakte eendenborstfilet onder mijn neus. Of ik even naar de datum kan kijken, want ze schrijven alles toch zo klein tegenwoordig. Ik neem het pakje aan en draai het rond. Als ik haar vertel dat het nog vier dagen houdbaar is, lichten haar ogen op. Perfect! Dat is precies wat ze nodig heeft.
Ze vertelt dat ze zich voorbereidt op een bijzonder etentje. Haar zoon en haar drie kleinkinderen komen langs. Ze komen maar één keer per jaar allemaal samen. Het moet dus speciaal zijn. Maar ja, speciaal mag dan ook weer niet te duur worden, met een klein weduwepensioen moet je creatief zijn. Ze lacht schamper, alsof ze zichzelf een beetje uitlacht met haar lot.
Balans herstellen
Ik weet niet waarom, maar altijd als iemand mij zoiets persoonlijks vertelt, voel ik een soort onevenwicht. Alsof ik ook iets van mezelf moet delen om de balans te herstellen. Voor ik het goed besef, sta ik haar een beknopte samenvatting te geven van mijn jaren in Frankrijk, waar Ilse en ik wijn maakten.
Ze luistert geïnteresseerd, maar zodra ik het woord ‘wijn’ laat vallen, grijpt ze mijn arm en troont me mee naar het wijnschap. Niemand beter dan een ex-wijnboer om haar de beste koopjes te helpen ontdekken. Haar toon wordt een beetje ongeduldig, bijna zakelijk. Ik wijs haar op een paar flessen die er met een goede prijs-kwaliteitsverhouding bovenuit springen. Ze pakt er twee. Dat moet genoeg zijn, de kinderen drinken sowieso liever cola.
Misschien heeft haar zoon wel een reden om afstand te houden
Terwijl ik toekijk hoe ze zorgvuldig haar keuzes maakt, voel ik een mix van bewondering en medeleven. Deze vrouw moet na een leven lang werken zoveel wikken en wegen om eens iets speciaals klaar te maken. Maar het is ook prachtig hoe ze weigert zich daarbij neer te leggen en er, door goed te rekenen, toch iets moois van maakt.
Ondertussen sluimert in mijn achterhoofd het medelijden, omdat ze haar zoon en kleinkinderen zo weinig ziet. Maar ligt dat alleen aan die zoon en zijn drukke leven? Er is iets in haar stem, in haar manier van spreken, dat ruw aanvoelt. Misschien is ze bemoeizuchtig of veeleisend. Misschien heeft haar zoon wel een reden om afstand te houden. Maar is dat mijn oordeel om te vellen? Het is januari, een tijd van nieuwe kansen, en ik besluit haar het voordeel van de twijfel te geven.
Misschien vertrouwt deze dame op een engeltje op haar schouder
Bij de kassa zie ik hoe ze zorgvuldig haar bonnetjes en kleingeld ordent, alsof ze een puzzel probeert op te lossen. Daarna stopt ze alles in twee grote boodschappentassen en een doos voor achter op de fiets. Buiten zie ik haar klungelig de tassen aan haar stuur hangen.
Mijn hart slaat een slag over als ze zich zonder kijken van de parkeerplaats lanceert, recht het smalle fietspad op. Een tegenligger met een bakfiets belt hard, maar zij laveert kalm en trefzeker langs hem heen. En ineens realiseer ik me dat mijn medelijden misschien misplaatst is.
Deze vrouw heeft geen behoefte aan mijn compassie; ze heeft haar eigen, onwrikbare manier van overleven. Misschien weet ze heel goed wat ze doet. Of misschien ook niet, en vertrouwt ze gewoon op een engeltje op haar schouder. Maar hé, als dat engeltje haar leven bewaakt zoals zijzelf haar budget, zou ik dat engeltje graag eens willen leren kennen.
Meer columns van Koen lezen? Je ontdekt ze hier.