Koen
“Nieuwsgierig vraagt de kassierster of mevrouw misschien ook aan het hamsteren is gegaan”
Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.
Over hamsteren
In de kleine supermarkt in het dorp sta ik achter een vrouw met een onwaarschijnlijk arsenaal tomatensaus in haar winkelkar. Ik denk aan de waarschuwingen voor allerlei oorlogsdreigingen die je tegenwoordig zo vaak in de media ziet. De kassierster lijkt mijn gedachten te lezen en vraagt nieuwsgierig of mevrouw misschien ook aan het hamsteren is gegaan.
Maar de dame begint te lachen en stelt de kassierster gerust: ze slaat gewoon graag een voorraadje in omdat die saus vaak uitverkocht is.
Een man vertelt dat het begin jaren tachtig nog veel erger was, met al die antirakettenbetogingen in Brussel
Iedereen lijkt elkaar hier te kennen, want in de andere rij beginnen mensen te grinniken en opmerkingen te maken over de bangmakerij in de media. Een man van ergens in de dertig met een kleuter in z’n kar zegt dat al die dreiging gewoon een handige truc van ‘Brussel’ is om de economie wat aan te zwengelen.
Angst verkoopt immers goed, van bliksoep tot batterijen, en alles daartussenin. Mensen gniffelen en knikken instemmend. Een beginzeventiger met een grote zak aardappelen onder de arm vertelt dat het eind jaren zeventig, begin tachtig nog veel erger was, met al die antirakettenbetogingen in Brussel.
Het leek toen alsof de Amerikanen en de Russen over onze hoofden heen de wereld gingen platbombarderen. Die dreiging was iets van elke dag, en hij herinnert zich nog goed hoe bang hij zich soms voelde als hij naar het tv-journaal keek. ‘En toch staan we hier nu, met onze tomatensaus en aardappelen’, grapt hij. ‘We hebben het overleefd!’
Bezorgdheid met humor
Ik luister geamuseerd, zoals ik de afgelopen weken vaker de discussies over die dreigingstoestand heb gevolgd. Thuis hadden we het er ook over, toen er tijdens een nieuwsbericht weer zo’n hamsterverhaal aan bod kwam.
De negentienjarige Kwinten zat aan tafel, keek bezorgd op van zijn telefoon en vroeg, half grappend, half serieus, of wij misschien ook maar een voorraad blikjes, rijst, pasta en waterflessen moesten aanleggen.
De manier waarop hij zijn bezorgdheid met humor probeerde te verdoezelen, was aandoenlijk. Maar hij kon de onderliggende echte schrik niet helemaal verbergen. Ten huize Strobbe zijn de kasten vooralsnog niet overvol, maar geef toe: wie van ons heeft de laatste tijd niet al op z’n minst overwogen om toch al iets meer dan nodig in te slaan van bepaalde producten?
Voor Kwinten voelt de wereld nu fragieler dan ooit, maar gelukkig zijn we sterker dan we denken
Op het werk praten we er ook over. Ergens vind ik het fascinerend hoe wij mensen op dreiging reageren. De een schiet in ‘overlevingsmodus’ en begint te hamsteren, de ander bekijkt het geheel met een ironische glimlach.
En allemaal hebben we een soort collectieve reflex ontwikkeld: als we bang beginnen te worden van de actuele toestand, vergelijken we graag met vroeger, toen de tijden misschien nog angstaanjagender waren en de ene helft van de klas antioorlogsstickers op de boekentas plakte terwijl de andere helft rondliep met plakkers waarop stond: ‘Liever een raket in m’n tuin dan een Rus in m’n keuken.’
Maar voor Kwintens generatie is die potentiële dreiging iets nieuws dat ze niet zomaar kunnen plaatsen. Het is een soort achtergrondruis die hen eraan herinnert dat hun perfecte wereld van smartphones en streamingabonnementen zomaar bedreigd zou kunnen worden door een of ander uit de hand lopend conflict in een wereld die ver weg lijkt.
En zijn generatie beschikt nog niet over de recul die mensen van pakweg middelbare leeftijd hebben om de huidige toestand te relativeren. Een grap maken in de wachtrij van de supermarkt, de situatie van nu met die van vroeger vergelijken of gewoon beginnen te rekenen hoeveel tomatensaus je nodig hebt om je door een crisis heen te slaan: het kan best troostend werken.
En die zeventiger heeft gelijk: de aarde heeft wel vaker aan de rand van rampspoed gestaan, en toch zijn we er nog. Misschien is dat het voordeel van ouder worden, dat je dingen makkelijker een plaats kunt geven. Terwijl ik naar huis rij, denk ik aan Kwinten. Voor hem voelt de wereld op dit ogenblik fragieler dan ooit, maar met wat geluk zal ook hij ontdekken dat we sterker zijn dan we soms denken. Vooral als we genoeg spaghetti in huis hebben.
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!