Koen
Over eenzaam zijn, of net niet
“Dat hij veel minder eenzaam is alleen, dan toen hij getrouwd was, laat Ludovic weten tijdens zijn tocht”
Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zijn zoon Kwinten terug naar ons land.
Over eenzaam zijn, of net niet
Er komt een bericht binnen van Ludovic, een oude vriend uit onze tijd in Frankrijk. Hij is weer eens onderweg naar Santiago de Compostela. Elk jaar trekt hij er een drietal weken op uit om een stukje van het traject af te leggen. Dit jaar is speciaal, want via het laatste deel van zijn weg is het zijn plan om Compostela deze keer effectief te bereiken. We communiceren eigenlijk niet meer zo vaak, maar als hij op Facebook weer eens laat weten dat hij vertrokken is, beginnen we altijd spontaan te chatten.
Hij schrijft dat hij het leuk vindt om de dingen die hij tijdens de dag gezien of beleefd heeft, met iemand te delen. Ludovic is nooit iemand geweest die veel vrienden had, of er makkelijk maakte. Toen we hem leerden kennen, was hij een jaar of vijftig. Na zijn scheiding was hij uit zijn thuisstad Toulouse vertrokken en had hij een klein huisje bij ons in de buurt gekocht. Kinderen had hij niet. Hij woonde wat verderop in onze straat en als hij met zijn twee honden ons huis voorbijwandelde, bleef hij altijd even staan voor een babbel.
Ludovic is een oude vriend. Hij is weer eens onderweg naar Santiago de Compostela, en ’s avonds chatten we
Al die tijd heeft hij nooit een voet bij ons binnengezet. Hij bleef liever wat kletsen aan de haag. Hij leek mij iemand die graag op zichzelf was en niet veel sociaal contact nodig had. Vandaar dat Ilse en ik het ook niet raar vonden dat hij er vaak moederziel alleen op uittrok, voor lange voettochten in de natuur rondom ons, en één keer per jaar dan echt lang, richting Compostela.
De chatgesprekken tijdens zijn tocht zijn altijd diepzinniger dan de gesprekken die we ‘live’ voerden. Het zal wel met de omstandigheden te maken hebben: een hele dag wandelen, ’s avonds aankomen in een pelgrimshuisje en dan, na het avondmaal en een goed glas wijn, op de telefoon beginnen te tokkelen. Wijn maakt niet alleen de tongen losser, maar in Ludovics geval ook de tikkende vingers. Hij wordt dan vaak filosofisch. Wanneer ik hem vraag of hij de eenzaamheid van zo’n tocht goed aankan, stelt hij meteen een tegenvraag: wat ik onder ‘eenzaamheid’ versta? Het is niet omdat hij alleen is, dat hij daarom ook eenzaam is.
Niet triestig
Eenzaamheid is ook zo’n beladen begrip, voegt hij eraan toe. De meeste mensen vinden het een deprimerend woord. Maar als je, zoals hij, gráág alleen bent, is daar helemaal niks triestigs aan. Ik antwoord dat ik hem begrijp, maar dat ik er zelf toch wel moeite mee zou hebben om de hele tijd enkel in mijn eigen gezelschap te verkeren.
Ik denk aan enkele oudere mensen die ik ken, die alleen zijn. De meesten hebben hun partner verloren en hebben het alleen-zijn dus niet zelf gekozen. Ik antwoord Ludovic dat niemand van die mensen die ik ken echt blij lijkt te zijn om alleen te zijn. Dat zij hun partner, of gezelschap tout court, missen. Hij riposteert meteen dat zijn eigen staat van alleen-zijn hem duizend keer blijer maakt dan toen hij nog getrouwd was.
Ik zeg dat ik er zelf toch wel moeite mee zou hebben om de hele tijd enkel in mijn eigen gezelschap te verkeren
Wanneer ik zeg dat het waarschijnlijk een essentieel verschil maakt om dat alleen-zijn zelf te kiezen, eerder dan ertoe gedwongen te worden, wordt hij al helemaal filosofisch. Allereerst, vindt hij, moet je jezelf natuurlijk graag zien om met jezelf alleen te kunnen zijn. En aan jezelf-graag-zien, daaraan moet je werken, net zoals koppels dat moeten doen aan hun relatie. Hij blijkt nu een stuk minder eenzaam dan tijdens de laatste jaren van zijn getrouwd leven, toen elke dag met ruzie begon en eindigde, en er thuis om het hardst gezwegen werd. Hij heeft zich nog nooit zo eenzaam gevoeld, als toen met twee.
Nadien, toen hij echt alleen was, merkte hij hoe goed dat hem deed. Hoe hij eindelijk kon nadenken over wat hij verder wilde doen met zijn leven en hoe dat denkproces hem deed groeien. En als de eenzaamheid toch eens begint te wegen, zijn er nog altijd de sociale media. Uiteindelijk zijn we nu een even goed gesprek aan het voeren als dat we dat in levenden lijve zouden doen, besluit hij zijn dagelijks bericht, en voegt er een duimpje aan toe. Ik ben blij voor hem en hef het glas op het extra stukje innerlijke groei dat hij hopelijk zal bereiken als hij straks in Compostela aankomt.