Koen

“We liggen in een deuk wanneer Kwinten praat
over die verre, primitieve tijd:
zijn kindertijd”

Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.

Teletijdmachine

Het is een zin waarmee ik natuurlijk een enorme open deur intrap, maar toch: de tijd staat niet stil. Dat wordt nog maar eens duidelijk als we met Kwinten een restaurantje doen en Ilse liefdevol begint te vertellen over zijn geboorte en prille kindertijd. Dat was in 2005, voor ons dus bij wijze van 
spreken ‘gisteren’, maar niet voor zonemans. Want als Kwinten kinderherinneringen ophaalt, dan is het alsof hij met een teletijdmachine teruggaat naar de prehistorie. 
Vaak liggen Ilse en ik in een deuk als we hem horen praten over die verre, primitieve tijd.

En dan merk ik dat ik 
helemaal vergeten was hoe ik als opgeschoten tiener zélf naar de wereld keek. Best confronterend om te beseffen dat, terwijl ik mezelf nog altijd een jonge spring-in-’t-veld vind, Kwinten mij waarschijnlijk vooral vereenzelvigt met de 
‘oud’ in ‘ouder’. Want dat deed ik zelf op die leeftijd ook met iedereen die pakweg de dertig voorbij was.

In de humaniora waren er leraars die misschien vier of vijf jaar ouder waren dan de zeventienjarige ik, maar toch vond ik hen al oude knarren. Zodra je zelf ouder wordt, vervaagt die notie van leeftijd. Nu heb ik in mijn vriendenkring zowel mensen die tien jaar ouder als vijftien jaar jonger zijn. Maar als kind vond ik mijn ouders, die toen dertigers waren, al vanaf 
mijn prilste herinneringen ‘oud’. Nu ik zelf aan die kant sta, zou ik dus maar wat graag eens in Kwintens hoofd kunnen kruipen om mezelf en Ilse door zijn ogen te zien, haha.

Een collega schudt lachend haar hoofd als ik zeg dat ik nauwelijks veranderingen zie tussen het leven in 2005 en nu


Wanneer ik het thema bij collega’s aansnijd, merk ik meteen dat iedereen zo zijn eigen kijk heeft op de vooruit ijlende tijd. Eén collega schudt lachend haar hoofd als ik haar vertel dat ik nauwelijks veranderingen zie tussen het leven in 2005 en nu. Zij begint ostentatief op haar vingers te tellen, terwijl ze direct een aantal grote verschillen opsomt. Beginnen doet ze bij haar telefoon. Wat in Kwintens geboortejaar nog een simpele gsm was, waarmee je kon bellen en sms’en (en misschien zelfs wat eenvoudige foto’s maken) is nu een smartphone met meer rekenkracht dan de computers van toen. Ook liepen wij toen nog altijd bij
de videotheek langs, of kochten we massaal dvd’s en cd’s. Terwijl het nu al Netflix en Spotify is wat de klok slaat. 


Uiteindelijk vraagt ze me lachend of ze misschien ook nog over de online belastingbrief, doktersconsultaties en het online te volgen energieverbruik moet beginnen. Of over de sociale netwerken, de manier waarop het nieuws vandaag bij de mensen komt, enzovoort. Als ik naar Kwinten kijk, heeft die collega wat dat laatste betreft zeker gelijk. De weinige keren dat hij naar het tv-journaal kijkt, doet hij dat gewoon om even gezellig bij ons in de sofa te zitten.

Voor het overige krijgt hij zijn nieuws via zijn smartphone en pc binnen. Een film of een tv-show bekijken doet hij nooit, maar dan ook nooit, live: alles verloopt alweer via zijn pc of smartphone. Van een gedrukt treinticket (of welk ticket dan ook) heeft hij bij wijze van spreken nog nooit 
gehoord. “Daarvoor heb je toch QR-codes, papa…” Die domme papa toch, hè.

Kwinten zucht dat onze generatie maar half beseft welk geluk we hebben gehad om op te groeien in een tijd zonder angst


Wat mij ook opvalt, is de nostalgie waarmee hij naar vroeger kijkt. Geef toe, voor ons was 2005 al vrij complex in vergelijking met onze jeugdjaren. Hij ziet daarentegen een tijd waarin alles eenvoudig en ‘heel’ was. Natuurlijk denkt hij daarbij aan wat er nu in Oekraïne of Palestina en Israël gebeurt. Hij verbaast me als hij zucht dat onze generatie maar half beseft welk geluk wij hebben gehad om op te groeien in een tijd zonder angst. Wij waren vredeskinderen en beschouwden de harmonie in onze wereld als vanzelfsprekend. Terwijl hij en zijn leeftijdsgenoten bang zijn, zowel voor het heden als voor de toekomst.

We praten over de angst die hij en zijn vrienden hebben, omdat er in deze troebele tijden plots weer over verplichte legerdienst wordt gepraat. Ik lach dat hij dan misschien gewoon achter de pc in zijn kamer een drone zal moeten besturen. Maar hij weet dat het maar een groen lachje is. Het meest heeft hij aan de vaderlijke knuffel die ik hem erbij geef.

Meer columns lezen?

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."