Koen

Over dat duiveltje op zijn schouder

“Zal er een dag komen dat ik niet meteen aan het ergste denk als ik een ambulance zie?”

Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw en zoon Kwinten terug naar ons land.

Over dat duiveltje op zijn schouder

Iedereen met kinderen weet dat je als ouder soms instinctief bang kunt worden, zonder dat je die angst echt kunt verklaren. Vandaag heb ik weer eens zo’n moment. Zoon Kwinten heeft net zijn eerste jaar universiteit afgewerkt en is met de fiets op pad naar vrienden. Het is een prachtige zomerdag en ik ben onderweg in de auto om wat boodschappen te doen.

Plotseling zie ik in de verte een ambulance met blauw licht en sirene naderen. In een flits bekruipt me een onbehaaglijk gevoel. Het stemmetje in mijn hoofd, dat ik meestal probeer te negeren, fluistert: “Wat als er iets met Kwinten is gebeurd?”

Dat vaderinstinct, die constante drang om te beschermen, lijkt toch nooit helemaal weg te gaan.

Er zijn altijd redenen genoeg om ongerust te zijn: in de euforie van de vakantie is hij misschien minder oplettend, mensen rijden tegenwoordig als zotten, dat soort dingen. Ik kan de gedachte niet loslaten, hoe hard ik mezelf ook probeer te overtuigen dat mijn ongerustheid belachelijk is. Hoeveel fietsers rijden er wel niet rond op dit ogenblik? Dus hoe klein is de kans dat die ambulance ook echt voor Kwinten zou zijn? Toch blijft dat onheilspellende gevoel hangen.

Als ik thuiskom, besluit ik om eventjes subtiel te checken of alles oké is, en bel Kwinten met een smoesje. “Hey zonemans, ik ben bij het boodschappen doen vergeten een ui voor de risotto van vanavond te kopen en vraag me af of je toevallig niet nog langs een winkel komt?” Er volgt een korte stilte, gevolgd door zijn herkenbare lach. “Papa, alles is prima, maak je geen zorgen. Maar goed, die ui komt eraan.” Het gevoel van opluchting dat me overspoelt, is intens. Tegelijkertijd voel ik me natuurlijk een beetje onnozel. Waarom was ik zo bezorgd? Kwinten is volwassen, verantwoordelijk en meer dan in staat om voor zichzelf te zorgen. Toch lijkt dat vaderinstinct, die constante drang om te beschermen, nooit helemaal weg te gaan.

Ik herinner me nog steeds dat eerste valpartijtje, de eerste schooldag, de keren dat hij ziek was, en hoe Ilse en ik er altijd voor hem wilden zijn.

Wat is dat toch met ons, vaders en moeders, als het om onze kinderen gaat? Zelfs als ze volwassen zijn, blijven we hen met dezelfde bezorgdheid en liefde omringen als toen ze hun eerste stapjes leerden zetten. Ik herinner me nog steeds dat eerste valpartijtje, de eerste schooldag, de keren dat hij ziek was, en hoe Ilse en ik er altijd voor hem wilden zijn. Die rol van verzorger en beschermer lijkt moeilijk te zijn om af te schudden. Het is een vreemd samenspel van liefde en angst, van trots en zorgen. We willen dat hij de wereld ontdekt, maar tegelijkertijd willen we hem beschermen tegen alle mogelijke gevaren.

En terwijl we ons best doen om die balans te vinden, besef ik maar al te goed dat dit proces van loslaten een levenslange oefening is. Zal er een dag komen dat ik niet meteen aan het ergste denk als ik een ambulance zie of als Kwinten zijn telefoon niet opneemt? Ik twijfel eraan. Maar kom, misschien is die domme angst ook een teken van hoe diep onze band is, hoe onvoorwaardelijk de liefde. Wat niet wil zeggen dat je er als ouder niet aan moet werken. Loslaten wil immers niet zeggen dat je minder liefhebt.

De grootste les van allemaal is misschien dan ook dat onze oogappels veerkrachtiger en capabeler zijn dan we soms vrezen.

Het doet goed te beseffen dat ik niet alleen ben met die gevoelens. Ongeveer iedereen die dit leest, deelt dezelfde zorgen, voelt dezelfde tweespalt tussen loslaten en beschermen. Het feit dat die gevoelens zo universeel zijn, dat we allemaal door deze fasen van het ouderschap heen moeten, biedt troost. Het is een grappig besef dat niet alleen onze kinderen groeien en zich ontwikkelen, maar dat wij dat ook nog altijd doen. Elke dag een beetje wijzer, een beetje sterker, en misschien ook een beetje geruster.

De grootste les van allemaal is misschien dan ook dat onze oogappels veerkrachtiger en capabeler zijn dan we soms vrezen. En ze zijn perfect in staat om hun eigen weg te vinden, terwijl wij hen stilletjes blijven ondersteunen van op de zijlijn. De volgende keer dat ik een ambulance zie, ga ik dus proberen diep adem te halen en mezelf eraan te herinneren dat Kwinten oké is. Hoewel ik natuurlijk op voorhand weet dat het duivelse stemmetje ook dan weer in mijn oor gaat fluisteren. Maar dat hoort nu eenmaal bij het ouderschap. En eigenlijk is dat helemaal oké.

Meer lezen van onze columnisten

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."