Koen

“Bij velen doet de herfst iets in hun hoofd. We willen net zoals de natuur tot rust komen”

Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.


Het is zaterdagochtend. Ik ben vroeg op en sluip stil naar de woonkamer om Ilse en Kwinten niet wakker te maken. Even later zit ik aan het raam te genieten van een kommetje muesli met noten en vers fruit. Buiten pikt een Vlaamse gaai verwoed op wat eikels; zijn variant op muesli, neem ik aan. Een windstoot doet de laatste bladeren van de bomen vallen.

Geraamtes in de gure wind

Plots zie ik een miniatuur wervelstorm vol bladeren, midden in de tuin. Het is een prachtig schouwspel, maar tegelijk een beetje triest. De bomen, die zes weken geleden nog grote, groene, vriendelijke reuzen waren, staan nu als geraamtes in de gure wind. Ze laten een voelbare leegte achter.

Met collega’s hadden we het er deze week nog over, hoe die verdwijnende natuur bij veel mensen ook iets doet in hun hoofd. Een collega zei dat ze eigenlijk de hele winter in een soort emotionele winterslaap beleeft. Het is donker als ze naar het werk treint, en donker als ze terug thuiskomt.

Ze beleeft de hele winter in een soort emotionele winterslaap en houdt de lente als een soort motiverende wortel voor zich om gewoon door te doen

Als ze er te veel over nadenkt, wordt ze slechtgezind, dus beleeft ze de week gewoon van dag tot dag en houdt de lente, die er sowieso weer aankomt, als een soort motiverende wortel voor zich om gewoon door te doen. Het werd stil aan tafel, en zij lachte eens goed, om dat wat ze gezegd had een beetje te relativeren.

Daaraan denk ik als ik naar de geraamtes in de tuin kijk. Het is inderdaad fascinerend om te bedenken dat diezelfde bomen in de lente weer vol leven zullen staan, frisser dan ooit. Dat ze, bijna op de kalender stipt, weer zullen terugkeren, met groene bladeren die dansen in de zon. Eerder deze week zei iemand op de radio dat mensen in het verleden veel meer in harmonie met de natuur leefden. Ze gebruikten de ‘dode’ maanden om te rusten, om hun eigen lichaam en geest de nodige reserves te laten opbouwen voor de lente en de zomer die gaan komen.

Overal prikkels

Wij daarentegen leven in een wereld vol prikkels. Elektriciteit en kunstlicht maken dat ons bioritme altijd in topvorm moet zijn. De dagen moeten vol zijn, de to-dolijsten lang. We rennen van de ene verplichting naar de andere, zonder echt stil te staan bij wat we doen. En dat was precies waar volgens de dame op de radio de uitdaging lag: onze geest wil vaak niet mee. Hij wil tot rust komen, vertragen, en soms wordt hij daar weemoedig van.

Ik herinner me een boek dat ik deze zomer las, ‘Al het blauw van de hemel’ van de Franse schrijfster Mélissa Da Costa. Het gaat voor een groot deel over vertragen. Het hoofdpersonage beoefent een soort mindfulness en benadert alles wat ze doet met een opmerkelijke bewustheid. Zelfs het eten van een appel wordt een mystieke ervaring.

Ik wil dat graag vaker doen: de tijd nemen om te genieten van dingen en de schoonheid van het dagelijks leven waarderen

Nu ben ik geen grote fan van te veel abstractheid, maar toen ik na dat gesprek op het werk in de auto zat, dacht ik terug aan dat boek. Ik besloot om eens niet op automatische piloot te rijden. In plaats daarvan dacht ik na over de dingen om me heen: de auto die me naar huis bracht, de lucht die langzaam donkerder werd, en de gedachten die in mijn hoofd ronddwaalden. Ik realiseerde me dat het fijn was om te rijden, dat deze momenten ook mijn tijd zijn. Het bracht me rust en een gevoel van positiviteit.

Waarom zo gehaast?

Het is verbazingwekkend hoe kleine, bewuste momenten ons kunnen helpen om ons gelukkiger te voelen. Ik wil dat graag vaker doen: de tijd nemen om te genieten van dingen en de schoonheid van het dagelijks leven waarderen. Waarom zouden we altijd zo gehaast zijn? Het is waarschijnlijk de combinatie van de start van het weekend, het zen-moment van de stilte in huis en de herinnering aan dat zomerboek die het doen, maar als ik een lepel muesli in mijn mond steek, beleef ik een bijna mystieke ervaring.

Om me een seconde later te verslikken, omdat ik begin te lachen bij de gedachte aan een overdosis mindfulness, die niet helemaal strookt met mijn nuchtere ik. Maar toch, als ik opnieuw naar de naakte takken en de hoopjes dode bladeren kijk, moet ik toegeven: er ligt een stille schoonheid in die leegte. In dat wachten. Misschien moeten we ze gewoon willen zien.

Meer columns lezen?

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."