Koen

“Die week tussen Kerstmis en Nieuwjaar is een soort niemandsland, waar de tijd even blijft hangen”

Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw en zoon Kwinten terug naar ons land.


De week tussen Kerstmis en Nieuwjaar voelt altijd als een soort niemandsland. De tijd lijkt dan even te blijven hangen in een schemerzone waarin niets écht hoeft en iedereen op zijn eigen manier bijkomt van de feestdagen. In huis dwarrelen nog wat snippers van feestverpakkingen en de koelkast puilt uit van de restjes. Stukjes kalkoen, een schaal tiramisu, een halve fles champagne – genoeg om nog dagen op te teren. Maar terwijl al die feestelijkheid nog volop in de lucht hangt, sluimert er bij mij ook al iets anders: een stil verlangen naar routine, naar het gewone leven.

Mijn gedachten dwalen ook vaker dan anders af naar vroeger, naar de jaren die we in Frankrijk leefden.



Ik moet altijd glimlachen om hoe deze week verloopt. Overdag heerst er een trage, bijna slaperige sfeer, maar zodra de avond valt, kruipen we gezellig in de sofa, voor weer een romantische komedie of klassieke kerstfilm. Het zijn momenten van stille gezelligheid waarvan Ilse en ik echt kunnen genieten. Mijn gedachten dwalen ook vaker dan anders af naar vroeger, naar de jaren die we in Frankrijk leefden. Daar had de winter zijn eigen grillige karakter. De ene dag bibberden we bij temperaturen rond het vriespunt, en de volgende dag konden we lunchen in de zon bij een aangename twintig graden.

À l’improviste

Ik herinner me een kerst waarop het zo warm was dat we ons kerstdiner buiten hebben gehouden. Geen chic diner aan een prachtig gedekte tafel, maar een geïmproviseerde barbecue bij de grote olijfboom in de tuin. Het was vreemd, bijna surrealistisch: de kleine Kwinten liep met zijn kerstmuts op ‘Oh denneboom’ te zingen, terwijl wij ons vlees keerden boven de kolen en met blote voeten door het gras liepen. Die dag zelf realiseerden we ons absoluut niet hoe speciaal het was, maar intussen is het een van de markantste herinneringen aan onze tijd ginder geworden.

Zodra de klok twaalf uur slaat op oudejaarsavond, wil ik eindelijk weer vooruit kunnen kijken.

Hier in ons mooie landje is kerst altijd onlosmakelijk verbonden met koude en duisternis, maar ook met lichtjes en een knus binnenhuisleven. Toch begin ik dus steeds meer uit te kijken naar wat daarna komt. Want eerlijk is eerlijk, voor mij mag het feestgedruis op een gegeven moment wel stoppen. Zodra de klok twaalf uur slaat op oudejaarsavond, wil ik eindelijk weer vooruit kunnen kijken. Naar een nieuw jaar, met nieuwe kansen. En, al ligt ze misschien nog ver weg, naar de lente.

Uitkijken naar de lente


Die gedachte aan de lente houdt me deze week meer bezig dan ik misschien zou willen toegeven. Elk voorbijgaand weekend brengt ons dichter bij langere dagen, bloemen die voorzichtig hun kop opsteken en ochtenden waarin de vogels weer beginnen te zingen. Maar voorlopig is het nog maar pas winter, met een decembermaand die zoals altijd eindeloos lijkt te duren. En dus probeer ik gewoon te genieten van het nu, en nog niet té veel te dromen van wat komen gaat.

Toch laat ik me nog even meevoeren door de feestelijke traagheid, zonder haast en zonder grootse plannen.

Ik laat me gewillig vallen in het ritme van deze doelloze dagen. Met kleine dingen die de dag structuur geven: een wandeling maken, de kerstkaarten nog eens goed bekijken voor ze worden opgeborgen, nadenken over wat we straks met oud en nieuw gaan eten. Ilse heeft het idee geopperd om het dit jaar eens wat eenvoudiger te houden, gewoon een gezellige plank vol hapjes. Maar ik weet hoe dat gaat. Simpel wordt bij ons thuis al snel uitgebreid, en voor we het weten, staan we toch weer uren in de keuken allerlei gerechten te maken waarvoor we anders nooit tijd hebben.

Wat ik dit jaar echt niet doe, is me blindstaren op goede voornemens. Natuurlijk maak ik vage plannen in mijn hoofd – gezonder eten, meer bewegen, geduldiger zijn – maar ik weet ook dat het leven vooral draait om de kleine momenten. Een vakantie met ons drieën, een goede grap tijdens het avondeten, het gevoel van voldoening als je eindelijk dat ene boek uitleest. En dus laat ik me nog even meevoeren door de feestelijke traagheid, zonder haast en zonder grootse plannen. De lente komt vanzelf wel. Voor nu is er nog een restje tiramisu dat op me wacht. Want ja, dit is het niemandsland, en het heeft eigenlijk toch iets heerlijks, precies zoals het is.

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Meer van onze columnisten:

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."