“We vragen ons af hoe ons leven eruit zal zien als Kwinten het huis uit is, en we worden een beetje onrustig…”

Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.

Over de tijd die vliegt

Hoewel Kwinten nog minstens drie en een half jaar studie te gaan heeft, praten Ilse en ik al weleens over ‘later’. Over hoe ons leven eruit zal zien als hij op eigen benen staat. Dat lijkt misschien vroeg, maar als er één ding is wat ons opvalt sinds we terug in België zijn, is het wel dat de tijd vooruit dendert en zich door niets of niemand laat afremmen. In Frankrijk leek alles veel trager te gaan.

Maar uiteindelijk hebben we die Franse droom voor een groot deel omwille van Kwinten vaarwel gezegd. Omdat we hem dezelfde kansen wilden geven als wij gehad hebben. Omdat we vonden dat hij die op het Zuid-Franse platteland nooit zou kunnen krijgen. Nu de zorg om die gemiste kansen weg is, we hem alles meegegeven hebben om aan zijn eigen weg te timmeren en zijn toekomst op de rails begint te staan, vragen we ons soms af hoe het zal zijn als hij ons niet meer nodig heeft.

Het is een vreemde paradox: terwijl we als ouders ons kind leren zelfstandig te zijn, bouwen we tegelijk een wereld waarin we hem koste wat het kost dichtbij willen houden

We weten allebei dat het niet zozeer zijn vertrek zal zijn dat wennen wordt, maar vooral de overgang zelf. Hoe voelt het om straks weer met z’n tweeën te zijn? Het huis dat ooit gevuld was met speelgoed en schaterlachen, wordt langzaam ruimer, en leger. We betrappen ons erop dat we de kleine rommel – zijn jas nonchalant over een stoel, zijn schoenen in de gang – steeds minder vaak aantreffen.

We lachen om de herinnering aan de chaos die ons vroeger soms tot wanhoop dreef. Wat toen alledaags leek, is nu een kostbaar relikwie. Die kleine kiem van dat gevreesde ‘legenestsyndroom’ waarover onze vrienden met oudere kinderen het zo vaak hebben, maakt ons een beetje onrustig. Het is een vreemde paradox: terwijl we als ouders ons kind leren zelfstandig te zijn, bouwen we tegelijk een wereld waarin we hem koste wat het kost dichtbij willen houden.

Heimwee versus wortel schieten

Het lijkt pas gisteren dat we alles in België achterlieten en met veel moed (en nog meer naïviteit) naar Frankrijk trokken. We zagen de zon opkomen boven onze wijngaard, verwelkomden gasten in onze B&B en dachten dat het leven nooit zou veranderen. Intussen is Kwinten een halve kop groter dan ik en zijn we allemaal twintig jaar ouder. De tijd heeft ons ingehaald terwijl we even niet keken. Soms zie ik een vleug van paniek in Ilses ogen, als we praten over waar Kwinten over pakweg een jaar of vijf zal staan en een job zal hebben, misschien wel een gezinnetje, of – oh horror – zélf naar het buitenland trekt.

Voor het eerst voelen we een glimp van hoe onze eigen ouders zich gevoeld moeten hebben toen wij voor een deel uit hun leven verdwenen. Maar kijk, terwijl veel mensen pas als ze met pensioen zijn naar het buitenland vertrekken, zijn wij nu terug hier en kunnen ons steentje bijdragen voor onze beider moeders. En natuurlijk hebben we vaak heimwee naar die droom van dat Franse landleven, maar tegelijk voelt het goed om eindelijk terug wortel te schieten en te genieten van de plek waar we nu zijn, zonder te dromen over ergens anders.

Gelukkig is er één ding zeker: zolang we elkaar hebben, blijven we altijd een thuis voor hem, waar ter wereld hij of wij ook mogen zijn

En als we achteromkijken met een vleugje nostalgie, blikken we minstens even hard vooruit met frisse verwachtingen. We fantaseren over nieuwe projecten, impulsieve reizen, en, wie weet, later toch enkele maanden per jaar terug in een zonnig buitenland.

Maar we beseffen dat wát we in de iets verdere toekomst ook gaan doen, het weer gewoon met z’n tweetjes zal zijn, terwijl zonemans een geheel nieuw avontuur voor zichzelf gaat uitstippelen. Misschien is dat de ware uitdaging van ouderschap: loslaten, maar zonder te verdwalen in wat was. Gelukkig is er één ding zeker: zolang we elkaar hebben, blijven we altijd een thuis voor hem, waar ter wereld hij of wij ook mogen zijn.

En dat ‘wat-als-gepraat’, die mijmeringen over wat geweest is en de wilde plannen over wat nog moet komen, heeft ook iets bijzonders. Het is telkens opnieuw een soort kleine vakantie-in-je-hoofd. En dat mag. Want de échte zomervakantie is nog een hele poos van ons verwijderd. En ergens moet je in de tussentijd je koffers al kunnen klaarzetten, toch?

Meer van onze columnisten lezen?

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."