Koen

“Als papa geef je liefst de indruk dat je alles onder controle hebt, terwijl je ook maar improviseert”

Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.

Over de relativiteit van huishoudelijke ergernissen

Buiten komt het lentezonnetje boven de horizon piepen. Ilse vraagt me of ik me nog herinner hoe het was toen we pas samenwoonden. Natuurlijk doe ik dat. Ik neem een hap van mijn boterham met choco en antwoord lachend dat ik jong, onbezonnen en dapper genoeg was om te denken dat zij vanaf dan mijn sokken zou sorteren en elke dag een lekker potje zou koken.

Ze kijkt me aan met een geamuseerde blik. We hebben vanaf dag één immers allebei ons steentje bijgedragen, hoewel zij, dat geef ik graag toe, natuurlijk toch nog altijd meer doet dan ik, al was het maar omdat ze mij bijvoorbeeld zelf niet dichter dan een meter bij de was en de strijk wíl zien komen. Maar koken en inkopen doen: elke dag en elke week mijn taak.

Een goed huwelijk is zoals een IKEA-kast, er is altijd wel een schroefje dat je nergens kwijt kunt, maar als het geheel stevig staat, is dat prima

We zijn ondertussen bijna dertig jaar samen en hoewel onze relatie steviger staat dan een Vlaamse vierkantshoeve, blijf ik soms met verwondering kijken naar de manier waarop we toch ook verschillen. Ilse kijkt bijvoorbeeld veel meer vooruit, terwijl ik van mening ben dat het plannen van het avondeten al een vorm van beklemmend stramien is.

Maar de combinatie van ons twee werkt prima. Zij brengt structuur in ons dagelijks leven en ik zorg ervoor dat er af en toe van het paadje wordt afgeweken. Of zoals een collega op het werk weleens zegt: een goed huwelijk is zoals een IKEA-kast in elkaar zetten, er is altijd wel een schroefje dat je nergens kwijt kunt, maar als het geheel stevig staat, is dat prima.

Dat laatste probeer ik ook aan Kwinten mee te geven. Zonemans werd net twintig en begint langzaamaan te ontdekken dat volwassen zijn niet alleen over vrijheid, maar ook over facturen gaat. Als hij een boete op de keukentafel ziet liggen, kijkt hij me verbaasd aan en verklaart verontwaardigd dat dit toch pure diefstal is. Gewoon omdat je vergeet om een parkeerticket uit de automaat te halen.

Ik haal mijn schouders op en zeg dat dit een levensles is. Gratis en voor niets. Of eigenlijk voor 58 euro. Wat ik er niet bij zeg, is dat ik die boetes af en toe krijg omdat ik de regels op dat moment te veel interpreteer als suggesties. Want als papa geef je natuurlijk het liefst de indruk dat je alles altijd onder controle hebt. Het is een beetje de ongeschreven regel van het vaderschap: je doet alsof je weet hoe het moet, terwijl je soms net zo hard aan het improviseren bent als hij.

Hoe zal het binnen twintig jaar zijn?

Als ik naar Kwinten kijk, zie ik mezelf lang geleden. Optimistisch, overtuigd dat het leven zich naar mijn willetje zal plooien en dat ik op een dag de perfecte balans tussen alles zal vinden. Ik gun hem dat geloof. Op een dag zal hij, net als ik, beseffen dat balans en alleen-maar-succes een mythe zijn en dat het geheim van een goed leven ligt in de kunst van het lachen om je eigen mislukkingen. Dat, en het besef dat hij later waarschijnlijk niet aan de was en de strijk zal mogen komen van zijn geliefde.

Misschien hebben Ilse en ik later andere, maar even absurde, huishoudelijke discussietjes

Op een mooie dag als vandaag bedenk ik dat dit net het toffe is van het leven: het zit vol kleine frustraties die we groter maken dan ze zijn, om er vervolgens om te kunnen lachen. Zoals de manier waarop Ilse haar wenkbrauwen optrekt als ik de vaatwasser op de ‘verkeerde’ manier inlaad, en Kwinten dan telkens in een deuk ligt van het lachen. Of hoe het elke keer toch weer zo onnoemelijk moeilijk blijkt te zijn voor mij om mijn T-shirts niet binnenstebuiten in de wasmand te gooien. Soms vraag ik me af hoe we over twintig jaar zullen zijn. Misschien maken we ons dan minder druk over vaatwassers en T-shirts en hebben we tegen dan andere, maar even absurde, huishoudelijke discussietjes.

Wat dan zeker anders zal zijn, is dat Kwinten tegen die tijd zijn eigen huishoudelijke ergernissen zal hebben. Misschien zal hij zijn eigen kinderen streng toespreken over rondslingerende schoenen en eerste verkeersboetes, terwijl hij inwendig glimlacht omdat hij weet dat hij ooit net zo was. Ik kijk nu al uit naar de dag waarop hij me belt om te klagen dat zijn kinderen de vaatwasser verkeerd inladen. Dat is hoe het gaat: je lacht om je ouders, tot je er zelf een wordt en beseft dat ze het zo slecht nog niet deden.

Meer van onze columnisten lezen?

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."