Koen

Over liefde die zwaarder moet wegen dan angst

“Toen ik klein was, trokken mijn broer en ik op ‘dagtocht’ en was de enige afspraak: thuis zijn voor het eten”

Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.

Soms kan iets uit een ver verleden plots terug in je hoofd schieten alsof het gisteren was. Ik zit in de auto. Het radionieuws heeft het over Nathalie Geijsbregts die ergens in de vroege jaren negentig spoorloos verdween. Heel het land stond toen in rep en roer, ook al omdat er in die tijd verschillende kinderen op korte tijd van de aardbodem verdwenen leken.

De radiostem zegt droogweg dat dit meisje vandaag officieel als ‘definitief afwezig’ wordt verklaard. Wat een term. Zakelijk, bijna administratief, alsof je iets aanvraagt bij de gemeente. Maar als ouder kan ik me voorstellen dat die droge term misschien toch beter te verteren is dan het nog veel definitievere woord ‘overleden’. Want voor de getroffen ouders blijft er, zelfs wanneer de hoop tot stof is vergaan, zo toch nog tenminste dat sprankeltje kans op een mirakel over. Dat kleine vonkje dat hen doet voortleven zonder hun kind.

We dachten in die vreselijke Dutroux-periode aan onze eigen kindertijd, en hoe die zo fundamenteel verschillend was van wat we op dat moment meemaakten

Voor mijn generatie waren al die verdwijningszaken een kantelpunt. We waren prille dertigers toen Dutroux het land traumatiseerde. En in de marge van dat grootste schandaal waren er dus nog zoveel ‘kleinere’ zaken, zoals die van dat meisje, die nooit opgelost raakten. We dachten in die vreselijke Dutroux-periode aan onze eigen kindertijd, en hoe die zo fundamenteel verschillend was van wat we op dat moment meemaakten.

Binnenkinderen

Zelf wist ik nog goed hoe ik als kind door heel de stad doolde, op m’n fietsje of step. De enige afspraak was: op tijd thuis zijn voor het eten. Of hoe ik als achtjarige met mijn broer van twaalf op ‘dagtocht’ ging, zonder dat onze ouders echt wisten waar we naartoe trokken. Je kunt het je nu niet meer voorstellen, maar toen verliep het leven van kinderen grotendeels zonder angst en zonder argwaan. Tot we dus, toen we zelf ouders in spe waren, plots veroordeeld werden tot het besef dat we onze eigen kinderen die vrijheid nooit meer zouden kunnen gunnen.

Zelfs jaren later, op het diepe Franse platteland, waar Ilse en ik zoonlief Kwinten grootbrachten en waar de grootste dreiging eerder een overenthousiast everzwijn was dan een duistere figuur in een bestelwagen, kon ik soms spoken zien. Het was sterker dan mezelf. De reflex van een generatie die haar naïviteit verloren was. Iemand zei me ooit dat in die tijd het concept ‘binnenkind’ ontstond. Kinderen die, net als appartementskatten, zelden of nooit buitenkwamen, omdat hun ouders zo getraumatiseerd waren door wat ze zoveel jaar geleden in de media hadden gezien en gelezen.

Ik vraag me vaak af hoe Kwintens generatie dat later zal aanpakken. Zullen ze nog banger zijn dan wij? Of slaat de slinger net door naar de andere kant? Zal het hun stil verzet zijn om hun kinderen wél de vrijheid te gunnen die hen onthouden werd? Ilse, die jarenlang voor de klas stond, zegt dat jongeren vandaag weerbaarder zijn dan we denken. “Ze groeien op met een waakzaamheid die voor ons pas later kwam”, merkt ze op. Kwinten zelf haalt zijn schouders op en zegt dat zijn generatie misschien minder vrij, maar ook minder goedgelovig is opgegroeid. Dat ‘altijd op je hoede zijn’ was, zonder dat ze daar echt bij stilstonden, gewoon een natuurlijke reflex.

Misschien slijt het rauwe verdriet, misschien leert een mens ermee te leven, maar een lege plaats blijft een lege plaats

En ik? Ik weet alleen dat een kind voor een ouder alles is. En dat geen enkele ouder ooit echt over het verlies van een kind heen kan komen. Misschien slijt het rauwe verdriet, misschien leert een mens ermee te leven, maar een lege plaats blijft een lege plaats. Ik denk aan die ouders die hun kind nooit terugvonden, die nooit een graf kregen om bloemen neer te leggen, nooit een definitief afscheid. Misschien is dat wel het ergste: het niet-weten, het moeten leven met een onmogelijke hoop. Het totale gebrek aan wat de Amerikanen zo mooi closure noemen.

Maar ik denk ook dat we, ondanks alles, de liefde altijd zwaarder moeten laten doorwegen dan de angst. Dat het vastketenen van je kind aan jouw angsten op termijn je oogappel ook alleen maar ongelukkig maakt. Het klinkt misschien wat paradoxaal, maar misschien moeten we onze kinderen niet alleen beschermen tegen allerlei mogelijk gevaar, maar ook tegen de verlammende schaduw van onze eigen vrees.

Meer van onze columnisten lezen?

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."