Koen
“Het gemis van mijn vader is er nog, maar op een zachtere manier. Verlies is iets dat met je meegroeit”
Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.
Het afscheid komt altijd te vroeg
Vandaag is het de verjaardag van mijn vader. Veertien jaar geleden is hij gestorven. Het lijkt alsof de tijd sindsdien in een vreemde lus zit, want verlies slijt niet. Het voelt nog steeds te vroeg, ook al had hij het geluk om ver in de tachtig te worden.
Misschien heeft dat te maken met het feit dat we altijd denken dat er meer tijd zou moeten zijn. Dat, hoe oud iemand ook wordt, het afscheid altijd voor zijn tijd komt. En toch, na al die jaren gebeurt er iets raars in mijn hoofd. De gedachte dringt door dat hij nu naar alle waarschijnlijkheid sowieso niet meer bij ons zou zijn. Want hoeveel mensen gaan over de honderd?
Voor mijn moeder is het verlies van haar man nog elke dag voelbaar. Wij, de kinderen, zijn verdergegaan
Die realisatie schept een soort mildheid, een aanvaarding die ik in de beginjaren niet had. Het is niet dat het minder pijn doet, het verdriet begint gewoon wat minder scherp te snijden.
Voor mijn moeder is dat helemaal anders. Voor haar is het verlies nog elke dag voelbaar. Wij, de kinderen, zijn verdergegaan. We hebben onze eigen gezinnen, onze eigen kinderen grootgebracht. Mijn zus heeft zelfs al kleinkinderen. Life goes on, zeker?
Voor mijn moeder staat de tijd meer letterlijk stil. Het lege huis, de lege plek op de bank naast haar, die zijn altijd aanwezig. Wij zien mijn vader in ons hoofd, in onze herinneringen. Maar voor haar is zijn afwezigheid iets tastbaars.
In ons ouderlijke huis is hij overal. Elk hoekje, elk detail herinnert aan hem. Toen ik jonger was, dacht ik dat zoiets de pijn alleen maar zou verergeren. Je hoort vaak dat je niet in een mausoleum moet leven, dat je door vast te houden aan het verleden de wonde alleen maar openhoudt.
Maar ik ben daar nu niet meer zo zeker van. Mijn vader leeft sowieso diep binnenin ons, of er nu een foto op de kast staat of niet. Ik denk elke dag aan hem. Hij zit diep in mijn manier van zijn. Hij is een soort altijd aanwezig universum in mijn leven.
De Allerheiligentijd
Onlangs ben ik weer eens naar het kerkhof geweest. De Allerheiligentijd, weet je wel, het hoort er een beetje bij. Maar in tegenstelling tot wat sommige andere mensen ongetwijfeld voelen, biedt het fysieke contact met een graf voor mij geen troost.
Het is meer een ritueel dat hoort bij een verlies. De confrontatie is natuurlijk groter als je voor die steen staat, kijkend naar niet eens zijn beste foto, in email gevat. Het graf, de as, de herinneringen die vastzitten aan het verdriet dat we hadden, toen de urne daar zoveel jaren geleden in het schrijn werd geplaatst en er met de marmeren plaat definitief een deur dichtviel.
Of ik nu aan mijn vader denk terwijl ik op het kerkhof sta, of in mijn auto in de file naar het werk, het voelt hetzelfde
Maar die fysieke plek maakt voor mij weinig verschil. Of ik nu aan hem denk terwijl ik op het kerkhof sta, of in mijn auto in de file naar het werk, het voelt hetzelfde. Ik kan heel goed begrijpen dat mensen de as van hun geliefde niet op een begraafplaats bewaren, maar ergens uitstrooien en op die manier bewust geen vaste plek creëren waar de herinnering aan hun geliefde ‘moet’ gebeuren.
Ik merk ook dat mijn vader, ondanks zijn afwezigheid, nog steeds een rol speelt in ons gezin. Mijn broer, mijn zus en ik, we nemen nog steeds beslissingen waar hij ongetwijfeld een mening over zou hebben gehad. We zorgen voor onze moeder zoals hij dat zou willen. Soms denk ik dat hij meekijkt, en dat we stiekem nog steeds zijn goedkeuring zoeken. Is hij tevreden met hoe we het doen?
En dan zijn er die kleine momenten waarop hij toch even tastbaar wordt. Als ik een fles wijn in mijn handen neem die gebotteld is toen hij nog leefde, bijvoorbeeld. Mijn vader hield van de wijnproductie, van het proces.
Ik zie hem nog zitten, naast de kneusmachine, genietend van de geur van druiven die naar de gistkuipen werden gepompt. Als ik naar het klutsen van de wijn in die fles kijk, is het bijna alsof hij weer even naast ons zit.
Het missen is anders geworden. Het scherpe randje van te vroeg afscheid nemen is vervaagd, omdat hij er nu sowieso niet meer zou zijn. Maar het gemis is er nog steeds, op een zachtere, mildere manier. Het blijft een deel van ons leven. Dat is misschien wat verlies uiteindelijk is: niet iets wat verdwijnt, maar iets wat met je meegroeit, op zijn eigen tempo.
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!