“Zoals elk jaar zet Kwinten de ster op de boom. Maar hoelang gaan we dit nog samen beleven?”
Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.
De nostalgie van kerst
Pas als Sinterklaas weer het land uit is, mag ten huize Strobbe het woord ‘kerstboom’ vallen. Nu zijn stoomboot aan de horizon verdwenen is, begint het bij Ilse meteen te kriebelen. De lichtjes mogen uit de doos, en we maken ons klaar voor de Jaarlijkse Grote Kerstboomdiscussie.
Ilse is namelijke grote fan van een echte dennenboom, zo’n heerlijke geurverspreider die je huis vult met nostalgie en herinneringen aan vroeger. Voor mij mag het allemaal wat praktischer. Onze trouwe kunstboom, die we nu al bijna tien jaar uit dezelfde doos halen, doet zijn werk meer dan prima. Geen naalden in de stofzuiger en geen gehannes met een pot.
Ik trek altijd gigantische grimassen en vraag vol afschuw of we dat écht willen doen, zo’n levend wezen doden
Elk jaar voeren we dezelfde discussie. In deze tijden heeft dat natuurlijk vooral met milieukwesties te maken. Ik trek altijd gigantische grimassen en vraag vol afschuw of we dat écht willen doen, zo’n levend wezen doden en achteraf als we ervan af moeten nog eens voor een extra ecologische voetafdruk zorgen.
Maar eigenlijk doen we vooral gewoon alsóf we twijfelen, want diep vanbinnen weten we het al op voorhand: uitklappen die boom, stekker in het stopcontact voor de lichtjes, en voilà!
Terwijl we bezig zijn met het uitpakken van de versiering, komt Kwinten thuis van zijn studentenweek. Ons kerstgedoe laat hem eerst nog redelijk koud. Voor hem staat december in het teken van blokken voor de examens na Nieuwjaar, en hij heeft zich al getransformeerd in een moderne kluizenaar.
Zijn kamer is een bunker vol cursussen en lege snoepzakjes, en we zien hem vooral tijdens de gezamenlijke maaltijden. Maar lang kan hij zich niet inhouden. Al van kindsbeen af is hij degene die Ilse helpt met het versieren van de boom.
Dus ondanks zijn drukke schema duurt het geen tien minuten of hij staat naast Ilse de ballen in de boom te hangen waar zij niet bij kan zonder trapladdertje. En zoals elk jaar laat Ilse hem de eer om de ster bovenop het topje van de boom te zetten.
Weemoedige momentjes
Wat later bewonderen we alle drie het resultaat. Terwijl zij bezig waren met het ‘tooien’, zoals dat zo mooi heet, van de boom, ben ik in de tuinberging de sneeuwprojector gaan zoeken, die ik vorig jaar kocht. Hij tovert heerlijke lichtvlokjes tegen de gevel van het huis en de struiken in de tuin.
Als binnen in huis het licht uitgaat en we naar de warme gloed van de boom kijken, met door het grote raam erachter de sneeuwmagie buiten goed zichtbaar, worden we stil en genieten we van het moment. Het is Kwinten die na een tijdje de stilte breekt met de nuchtere opmerking dat zijn cursussen roepen. En weg is hij.
Ilse en ik kijken elkaar aan en denken krek hetzelfde: ook dát is kerst. Beseffen dat dit soort momenten met Kwinten schaarser gaan worden. Hoeveel kersten, of wat het meervoud ook mag zijn, gaan we nog samen beleven, vooraleer hij ergens anders zijn eigen boompje opzet?
Dit soort weemoedige momentjes horen bij deze tijd van het jaar als kaneel in de glühwein. En om ze te verdrijven, voeg ik meteen de daad bij het woord en zet een potje op het vuur.
Ilse legt haar arm om me heen en fluistert dat ik haar kerstlichtje ben, hoewel ik zelf ook af en toe weleens knipper
Bij een heerlijke mok van het rode lekkers maken we alvast een beetje onze kerstplanning: wie, wanneer, wat? Terwijl we bezig zijn, knettert het plots in de boom en een seconde later valt het licht uit. Ik vloek iets over goedkope Chinese rommel, maar nog voor ik mijn gereedschapskistkan halen, staat Kwinten al in de woonkamer met wat spullen.
Zijn toekomstige ingenieursspirit laait bij elke gelegenheid op. Hij mompelt iets over kortsluiting, en ik glimlach. En terwijl hij op zijn knieën onder de boom zit en aan de slinger zit te knutselen, zegt Ilse vertederd dat hij toch nog niet zo meteen uit ons dagelijks leven zal verdwijnen.
Als alles opnieuw functioneert, vertrekt Kwinten naar z’n kamer. Maar wanneer we later naar een film zitten te kijken, begint er weer een lichtje te knipperen. Dit keer ben ik de snelste en steek snel een nieuw lichtje, vooraleer alles weer uitvalt.
Als ik terug in de zetel plof, legt Ilse haar arm om me heen en fluistert dat ik haar kerstlichtje ben, hoewel ik zelf ook af en toe weleens knipper.
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!